Minister Vogelaar moet werk maken van verkoop huurwoningen
9 juli 2008
Minister Vogelaar moet corporaties dwingen een deel van hun huurwoningen te verkopen aan huurders. Zonodig moeten huurders daarvoor een wettelijk recht krijgen om hun woning te kopen. Dat stelt Ineke van Gent in reactie op recent onderzoek naar de woonwensen van huurders. Daaruit bleek dat een kwart van de huurders graag zijn of haar woning wil kopen. Corporaties verkopen echter maar mondjesmaat: het aantal verkochte huurwoningen blijft al jaren steken op enkele duizenden per jaar. Dat moeten er, als het aan GroenLinks ligt, minstens vijftigduizend worden.
Uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving dat vandaag is gepubliceerd, bleek nog eens dat de woningmarkt ontwricht is door de scheve verhouding tussen huur- en koopwoningen. Door het gebrek aan koopwoningen, rijzen de prijzen de pan uit en worden de huizen voor veel mensen onbetaalbaar. Met name in de Randstad, maar ook in andere delen van het land, kampen jongeren, starters en mensen met een bescheiden inkomen met dit probleem.
Ineke van Gent voelt zich door de aanbevelingen van het Planbureau gesteund in haar pleidooi voor de verkoop van huurwoningen. Zij vraagt daarom ook minister Vogelaar om de onderzoeken serieus te nemen en in actie te komen voor het herstel van de woningmarkt.
Ineke van Gent
Vragen van het lid Van Gent (GroenLinks) aan de minister van Wonen, Wijken en Integratie, ingediend 9 juli 2008, over de verkoop van huurwoningen.
1. Heeft u kennis genomen van de berichtgeving over de verkoop van huurwoningen op nu.nl, namelijk dat een kwart van de huurders zijn huurhuis zou willen kopen en dat het Planbureau voor de Leefomgeving dat ook adviseert aan gemeenten in de noordelijke Randstad?
2. Wat is uw oordeel over genoemd onderzoek van USP Marketing Consultancy naar de woonwensen van huurders? Bent u met mij van mening dat deze wensen serieus genomen moeten worden en dat uw inspanningen daarop gericht moeten zijn?
3. Kunt u aangeven hoeveel huurwoningen er, sinds 2002, jaarlijks door woningcorporaties aan zittende huurders zijn verkocht? Kunt u voor diezelfde periode aangeven hoeveel procent van de huurders zijn of haar huurwoning heeft kunnen kopen? Wat is uw oordeel over het gat tussen dit percentage en het percentage van 22% dat graag zijn woning wil kopen?
4. Wat doet u nu al doet om de verkoop van huurwoningen door woningcorporaties te stimuleren? Bent u het met mij eens dat dat onvoldoende is?
5. Wat is uw doelstelling als het gaat om de verkoop van huurwoningen aan zittende huurders?
6. Bent u bereid extra maatregelen te nemen om de verkoop van huurwoningen te stimuleren, zoals het formuleren van verkoopdoelen voor woningcorporaties en het creëren van een kooprecht voor zittende huurders? Zo nee, waarom niet?
7. Kunt u een overzicht geven van de afspraken die u in het kader van de wijkaanpak heeft gemaakt over de verkoop van huurwoningen in de veertig krachtwijken?
8. Deels u de mening van het Planbureau voor de Leefomgeving (PL) dat de woningmarkt in de noordelijke Randstad ontwricht is? Zo nee, op welke punten bent u het oneens met de conclusies van het PL?
9. Welke maatregelen neemt u om het evenwicht tussen koop- en huurwoningen in dit deel van het land te herstellen? Vindt u dit voldoende?
10. Bent u voornemens om gemeenten en corporaties in dit deel van de Randstad aan te spreken op de scheve verhouding tussen huur- en koopwoningen en met hen afspraken te maken over de bouw van koopwoningen en de verkoop van huurwoningen? Zo nee, waarom niet?
Kamervragen GroenLinks
GroenLinks