Beantwoording vragen van de leden Ten Broeke en Zijlstra over de verstrekking van fruit aan scholieren
09-07-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ten Broeke en Zijlstra over de verstrekking van fruit aan scholieren op basis van besluitvorming door de Europese Commissie. Deze vragen werden ingezonden op 20 juni 2008 met kenmerk 2070823360.
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans
Antwoorden van de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van de leden Ten Broeke en Zijlstra (beiden VVD) over schoolfruit.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het voornemen van de Europese Commissie om in 2009 90 miljoen euro vrij te maken ten behoeve van het uitdelen van fruit aan scholieren in de Europese Unie?1
Vraag 2
Gaat het daarbij wellicht ook om (een dirigistische vorm van) afzetbevordering? Zo ja, waarom is dat dan niet terug te vinden in de berichtgeving?
Vraag 3
Wordt van de lidstaten verwacht dat ook zij voor dit programma gelden beschikbaar stellen en worden de bijdragen afgestemd op de draagkracht van de betreffende lidstaten resp. regio's?
Vraag 4
Meent u dat dit voornemen van de Europese commissie in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel resp. met de bevoegdheden van de nationale overheden ten aanzien van (o.m.) de beleidsterreinen volksgezondheid en onderwijs? Zo ja, kunt u dat dan toelichten? Is de nationale overheid niet in staat dergelijke beslissingen zelf te nemen ten aanzien van de eigen scholen? Zo neen, waarom niet? Is dit voornemen van de Europese commissie in lijn met een Europese Unie die de nationale beleidsvrijheid respecteert? Zo ja, kunt u dat dan toelichten?
Vraag 5
Wat is uw mening over het EU-brede dirigistische karakter van dit voornemen en het afwijken van de traditionele consumentenvrijheid in de EU waarbij er sowieso alle ruimte is voor voorlichting en advisering door overheden omtrent de voors en tegens van consumptiepatronen?
Antwoord
Zoals in de antwoorden op vragen van de leden Ten Broeke en Schippers van 22 april 2008 is aangegeven heeft de Raad (Landbouw en Visserij) van 20 juni 2007 met unanimiteit een verklaring aangenomen waarin de Europese Commissie wordt gevraagd om een voorstel te doen voor een regeling voor schoolfruit, gebaseerd op een effectbeoordeling van de voordelen, de haalbaarheid en de administratieve kosten ervan. Naar verwachting zal de Europese Commissie vóór de zomervakantie het voorstel voor een schoolfruitprogramma presenteren. Ik wil dat voorstel eerst afwachten. Overeenkomstig de bestaande afspraken zal ik u dan een fiche aanbieden die wordt opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC). Daarin zal op de door u genoemde punten worden ingegaan. Vanzelfsprekend zal Nederland het voorstel beoordelen op eventuele (administratieve) gevolgen voor onder andere scholen.
Het hoeft overigens geen betoog dat overgewicht en obesitas een groeiend probleem is en dat de consumptie van groenten en fruit door kinderen onder de aanbevolen hoeveelheid ligt. In Nederland zijn er dan ook diverse initiatieven genomen (zoals smaaklessen en schoolgruiten). Nederland heeft tijdens de Raad van 20 juni 2007 aangegeven sympathie te hebben voor een voorstel (binnen het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid) dat de consumptie van groenten en fruit door kinderen zou stimuleren.
Vraag 6
Wat is uw mening over het feit dat vanwege draagkracht de bijdragen vanuit lidstaten resp. regio's voor dit programma uiteen zullen lopen? In hoeverre zullen daarbij lidstaten resp. regio's van een lagere bijdrage profiteren terwijl diezelfde regio's resp. lidstaten ook reeds baat hebben bij de afzet van hun fruit door middel van dit programma?
Antwoord
Deze vraag is (vooralsnog) niet te beantwoorden. Het zal waarschijnlijk niet zo zijn dat het fruit altijd afkomstig is uit regio's respectievelijk lidstaten, die een lagere bijdrage leveren aan het eventuele programma. Ook hier geldt weer dat Nederland zich hierover pas een mening kan vormen zodra de Commissievoorstellen ontvangen zijn.
1: Metro, 16 juni 2008
Ministerie van Buitenlandse Zaken