Vlaamse Overheid

werken

Wie deeltijds leert, zal ook deeltijds werken

Frank Vandenbroucke vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming

dinsdag 8 juli 2008
Decreet Leren en Werken brengt sluitende aanpak naar onderwijs en vorming

Jongeren die deeltijds leren en werken, zullen op 1 september 2008 onder een heel ander gesternte aan het schooljaar beginnen. Vandaag bespreekt het Vlaams Parlement immers het decreet Leren en Werken. Met dat decreet hertekent minister van Werk, Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroucke het landschap van deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO), de leertijd en de deeltijdse vorming. Voor de jongeren moet deeltijds leren voortaan steeds ook deeltijds werken betekenen. Enerzijds doordat iedereen goede werkervaringsmogelijkheden en trajecten op maat aangeboden krijgt, anderzijds door kordaat optreden tegen jongeren die er de kantjes van aflopen.

Frank Vandenbroucke: "Deeltijds leren en deeltijds werken is een heel interessante opleidingsformule, die precies voldoet aan de behoeften en mogelijkheden van heel wat jongeren. Een deel van de sector kampt echter met taaie problemen, zoals gebrek aan afstemming en overleg, te weinig werkervaringsaanbod, schoolmoeheid en spijbelen. Het gevolg is dat veel jongeren uitstromen zonder voldoende kwalificatie. De hervorming die we nu doorvoeren, biedt de kans om dit te keren. We zorgen voor een dekkend aanbod voor elke jongere, maar vragen ook dat die daar weldegelijk gebruik van maakt. In die zin zijn er interessante parallellen met de sluitende aanpak voor werkzoekenden."

In Vlaanderen volgen ongeveer 11000 jongeren een of andere vorm van deeltijds onderwijs. Ze krijgen wekelijks enkele dagen les. Sommigen doen daarnaast ervaring op op de werkplek, anderen hebben daarnaast momenteel geen zinvolle activiteit. Sommige opleidingen zijn heel succesvol, andere kampen met een grote ongekwalificeerde uitstroom en blijken heel zwakke tewerkstellingskansen op te leveren. Gemiddeld wordt in het deeltijds onderwijs ook heel veel gespijbeld: meer dan 28% van de leerlingen was vorig schooljaar problematisch afwezig.

Van bij zijn aantreden maakte minister Vandenbroucke een speerpunt van leren en werken. Sindsdien steeg het aantal werkervaringsplaatsen al van 1.800 naar 2.500. en verhoogde het aantal brugprojectplaatsen (dat zijn werkervaringsplaatsen in een niet-commerciële omgeving met extra begeleiding) van 745 tot 1.089. Voor niet-arbeidsrijpe jongeren zijn de voortrajecten opgestart, momenteel goed voor 1.330 plaatsen. Voor de meest kwetsbare jongeren die opnieuw op zoek moeten naar een perspectief in hun leven zijn persoonlijke ontwikkelingstrajecten uitgewerkt, waarvan het aantal plaatsen volgend schooljaar opgetrokken wordt van 155 tot 600. In vergelijking met 2004 verdrievoudigde het budget voor het volledige aanbod bijna, het steeg van 6,2 miljoen naar ongeveer 16,9 miljoen. Het percentage leerlingen dat voltijds bezig is, is hierdoor al gestegen.

Tegelijk zijn intensieve besprekingen opgestart voor een grondige hervorming van de sector. Die zijn uitgemond in het decreet dat vandaag door het Vlaams Parlement is goedgekeurd. Het heeft vier krachtlijnen:

* een voltijds engagement voor zoveel mogelijk jongeren realiseren.

Momenteel is 71% van de leerlingen uit het deeltijds onderwijs voltijds aan de slag. Voor de overigen is er nog geen aanvulling op het leren. Vanaf 1 september 2008 wordt voltijdse leerplicht echter ook bij leren en werken de norm. Om te zorgen voor voldoende en geschikte plaatsen zullen de centra in tweede lijn ondersteund worden door regionale overlegplatformen. De bedrijfssectoren hebben hun medewerking toegezegd en de minister roept de bedrijven op om die engagementen ook op het terrein waar te maken.

Tegen 2009-2010 wordt een registratiesysteem opgezet, waarmee dag-aan-dag gevolgd kan worden of de jongeren voltijds bezig zijn. In afwachting hiervan wordt volgend jaar al een intensieve monitoring uitgevoerd door het ministerie van Onderwijs en de VDAB. Elke lesplaats en elke leertrajectbegeleider wordt op basis van de geregistreerde gegevens ook jaarlijks een spiegel voorgehouden.
* volwaardige certificering tot stand brengen

In het deeltijds onderwijs wordt resoluut de kaart van de modulaire aanpak getrokken. Opleidingen worden er opgedeeld in inhoudelijk samenhangende gehelen, waarvoor leerlingen afzonderlijk gecertificeerd worden. Dat motiveert hen meer, en de opleiding kan meer op maat opgebouwd worden. De inhoud van de modules wordt onder andere uitgetekend op basis van de beroepscompetenties die de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) samen met de sectoren ontwikkelt. Het arbeidsgerelateerde luik staat dus heel dicht bij wat bedrijven verwachten van startende werknemers. Ook het onderwijsgedeelte wordt opgewaardeerd: als een jongere de eindtermen van het voltijds onderwijs haalt, krijgt hij aan het einde hetzelfde studiebewijs.

* afstemming tussen DBSO, leertijd en deeltijdse vorming vergroten

De drie vormen van deeltijds onderwijs worden op elkaar afgestemd, zonder de verschillen op te heffen. Leerlingen die zich aandienen en nog geen deeltijds werk hebben, worden door het centrum gescreend, om zo te bepalen welk traject ze best volgen. Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) kan daarbij nuttige informatie aanleveren. De trajectbegeleiders, CLB-medewerkers en VDAB-consulenten zullen elkaar tweemaandelijks ontmoeten om te bespreken hoe het met de jongeren binnen hun geografisch werkingsgebied gesteld is. Jongeren moeten ook vlot door de structuren kunnen stromen, naargelang hun ontwikkeling en het beschikbare aanbod.
* een traject op maat van iedere jongere aanbieden

Voor elke jongere komt er dus een leertraject op maat, opgevolgd door een vaste trajectbegeleider. Wanneer er een interessant aanbod is voor zowel de leer- als de werkcomponent, hebben jongeren geen enkel excuus meer om te spijbelen. Het spijbelactieplan zal ook in het deeltijds onderwijs voluit spelen, met onder meer verplichte begeleiding door een CLB en een korte lijn naar het parket voor hardnekkig spijbelen. Ook zullen de schooltoelagen, die vanaf volgend schooljaar ingevoerd worden voor deeltijds lerenden, gekoppeld zijn aan regelmatige aanwezigheid.

Frank Vandenbroucke besluit: "Na lang onderhandelen wordt het decreet Leren en Werken eindelijk werkelijkheid. Nu verwacht ik dat iedereen zijn duit in het zakje doet om er op het terrein een succes van te maken. De bedrijven moeten voor concrete werkervaringsplaatsen zorgen, in navolging van de mooie engagementen van de sectoren. De centra moeten veel beter overleggen en samenwerken en zich richten op resultaten, die we ook nauwgezet zullen opvolgen. Van de jongeren en hun ouders verwacht ik een maximale persoonlijke inzet om de geboden kansen ook echt te benutten."

Hier vindt u de toelichting van de minister.

Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:

Ward Verhaeghe, woordvoerder van minister Vandenbroucke Tel: 02 552 68 00
GSM: 0476 60 02 15
Email: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be