ChristenUnie
Bijdrage van Hans Blokland aan het debat over stedelijke mobiliteit
dinsdag 08 juli 2008 22:00
MdV, Stedelijke mobiliteit is een ingewikkeld onderwerp om Europees
beleid voor te maken. Een duidelijke afbakening van de
verantwoordelijkheden is niet eenvoudig en dat zien we terug in dit
rapport. Er komt naar voren dat de EU een taak heeft bij de
totstandkoming van stedelijke mobiliteitsplannen. Elders staat dat
stedelijke mobiliteit een verantwoordelijkheid is van Europese
gemeenten en dat de EU vanwege het subsidiariteitsbeginsel beperkt
regelgevend moet optreden. Kortom, het afwegen van
verantwoordelijkheid is lastig. De rapporteur is goed met deze materie
omgegaan en heeft een goede formulering ten aanzien van het
subsidiariteitsbeginsel gevonden. Ik heb wel enkele kritische
opmerkingen.
Ten eerste is het rapport te gedetailleerd geworden. Hierdoor wordt de
suggestie gewekt dat het mogelijk is een Europees kader te ontwerpen
dat alle problemen in alle Europese steden kan oplossen. De
gedetailleerde lijst met onderwerpen die voor harmonisering in
aanmerking komen en een lijst van actiegebieden zijn goedbedoeld, maar
komen we hier veel verder mee? Een algemene aanpak was praktischer
geweest. Hierin had de nadruk kunnen liggen op de uitwisseling van
beste praktijken en op technologische ontwikkelingen. Deze aanpak is
wat minder ambitieus, maar voorop moet blijven staan dat stedelijke
mobiliteit een zaak is van de Europese gemeenten.
Verder kent de lijst met te harmoniseren onderwerpen ook enkele
sociale normen. Dit lijkt mij geen goed idee. Sociale normen als de
mobiliteit van zwakkere verkeersdeelnemers zijn uitermate
lidstaatgebonden en kunnen dus beter niet geharmoniseerd of
gestandaardiseerd worden.
Ondanks deze kritiekpunten zal ik voor het rapport stemmen. Collega
Rack is er namelijk in geslaagd duidelijk in het rapport naar voren te
brengen dat een veilige, duurzame en goed werkende stedelijke
mobiliteitsstructuur een zaak is van de Europese gemeenten en dit is
de grote verdienste van het rapport. De EU kan een helpende hand
toesteken door middel van sturende financiering en het uitwisselen van
relevante informatie, maar een regelgevende EU is in dit kader niet
nodig en evenmin gewenst.