Gemeente Utrecht
Toelichting op besluiten van het college B_W Utrecht - 8 juli 2008
1 Speelruimte voor de Utrechtse jeugd
Burgemeester en wethouders maken zich sterk voor meer en betere speel- en verblijfsruimte voor de Utrechtse jeugd. Daarom is een Nota Speelruimte opgesteld, met stedelijke doelstellingen. Zo hanteert het college de Jantje Betonnorm voor speelruimte. Dit betekent dat minimaal 3% van de bebouwde oppervlakte wordt bestemd voor speel- en verblijfsruimte. Verder worden er eisen gesteld aan bereikbaarheid, loopafstand, speelfuncties, inrichting en veiligheid. Tenslotte wil het college meer speelruimte realiseren door medegebruik van bijvoorbeeld sportvelden en schoolpleinen.
De stedelijke Nota Speelruimte zal na de zomer in de raadscommissie besproken worden. Vervolgens spelen kinderen en jongeren een belangrijke rol bij de uitvoering ervan. Net als partners in de wijken zoals sportverenigingen en scholen. Samen met hen worden de komende tijd speelruimteplannen voor de buurten en wijken ontwikkeld of geactualiseerd. Om te beginnen in de krachtwijken en in Leidsche Rijn. Maar ook in andere wijken kunnen betere speelplekken komen. De uitvoering van de speelruimteplannen zal aansluiten bij gebiedsplannen, wijkactieplannen en wijkgroenplannen.
Voldoende speelruimte is belangrijk voor de jeugd. Niet alleen omdat spelen bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen, maar ook omdat bewegen overgewicht tegengaat. Speelruimte draagt ook bij aan een leefbare wijk. Speelplekken zijn belangrijke ontmoetingsplekken voor kinderen en ouders. Tenslotte verkleinen goede plekken voor jongeren de kans op overlast en vandalisme.
Meer informatie: Sylvia Borgman, 030 - 286 10 55
2 Aanpak ernstig overlastgevende gezinnen
De gemeente start met een aanpak van ernstig overlastgevende gezinnen. Het gaat om gezinnen die zich fors intimiderend gedragen richting de buurt, dan wel een sterk negatieve voorbeeldfunctie hebben. Ook hebben de gezinnen contacten met politie en justitie. Sinds vorig jaar is in samenwerking met andere partijen een aanpak voor dit soort gezinnen ontwikkeld. Deze aanpak wordt nu uitgevoerd, in de tweede helft van dit jaar worden 2008 worden vijf gezinnen in de aanpak opgenomen. In 2009 zijn dat er minimaal tien. De aanpak richt zich in eerste instantie op het stellen van grenzen aan het onacceptabel gedrag en aan het handhaven daarvan: de overlast moet stoppen. Daarnaast wordt het gezin en de individuele gezinsleden begeleiding geboden om hen een beter perspectief te bieden. De aanpak sluit daarmee aan op het Utrechts beleid: hard en sociaal.
Ontwikkeling aanpak
In verschillende buurten bleken bepaalde gezinnen zich te onderscheiden van andere 'multi-problem' en overlastgevende gezinnen vanwege de ernst van hun criminele gedrag en hun invloed op de wijk. Bestaande interventies bleken niet afdoende, werkten niet vanuit een vrijwillig kader of konden niet in samenhang werden aangeboden. Daarom is voor deze gezinnen een speciale aanpak ontwikkeld. In het project zijn gesprekken gevoerd met betrokken instanties, is kennis opgedaan over drang- en dwangmaatregelen en is gestart met gezinsoverleggen en intensieve samenwerking.
Uit het project blijkt dat de problematiek van de gezinnen vaak al jaren aan de orde is. Er bleek echter lang niet altijd sprake van (goede) afstemming tussen verschillende instanties die in het gezin werkten. Niet alle relevantie informatie was niet altijd geregistreerd. Het bleek daarom nodig om een integrale aanpak te ontwikkelen waarbij middels een gezinsoverleg gezamenlijk één lijn wordt uitgezet. Eén partij verzamelt alle informatie en voert regie voert de maatregelen. De inzet van alle partners versterkt dan elkaar ten behoeve van het gezin als geheel (brede systeemgerichte aanpak). De ernst van de situaties vraagt om de inzet van alle beschikbare maatregelen met drang- en dwang die er zijn om ouders te laten meewerken aan de maatregelen (zoals inzet van huurrecht, sociale zaken, gebiedsontzeggingen, leerplicht en sancties opgelegd door het Openbaar Ministerie).
Werkwijze
Op basis van de ervaringen uit het project is nu een gezamenlijke aanpak gekozen, waarmee gestart wordt en die aan de hand van de ervaringen en resultaten verder ontwikkeld wordt.
* Aanmelding van gezinnen gebeurt vanuit de justitiële casusoverleggen (veiligheidshuis), de jeugdadviesteams of netwerken woonoverlast.
* Er wordt één gezinsdossier gemaaakt bij het Veiligheidshuis.
* Er wordt, onderr regie van de gemeente, een gezinsoverleg gestart tussen de partijen die bij het gezin betrokken zijn.
*¢ In dit overleg wordt een systeemgerichte, intensieve en integrale aanpak vormgegeve.
* Zonodig wworden drang- en dwangmaatregelen ingezet om medewerking van het gezin af te dwingen.
* Ieder gezin kriijgt een gezinsmanager. Deze zorgt voor coördinatie van de gezinsaanpak en onderhoudt contact met het gezin.
* De aanpak stopt pas als het gezin het gedrag heeft aangepast (geen overlast en criminaliteit) en er passende hulp is voor het gezin en individuele gezinsleden.
Meer informatie: Pluup Bataille, 030 - 286 11 40
3 Beter toegankelijk maken gebouwen
De gemeente start binnenkort met het opknappen van 24 van haar panden, zodat ze goed toegankelijk worden voor mensen met een functiebeperking. Deze panden staan op een lijst van in totaal 171 openbare en gemeentelijke gebouwen, die zijn gecheckt op hun toegankelijkheid. Er is, in overleg met belangenorganisatie Solgu, een lijst opgesteld van 49 panden die zeker beter toegankelijk moeten worden gemaakt. De 24 gemeentelijke panden die nu worden aangepakt, zijn panden waar mensen elkaar kunnen ontmoeten in het kader van sociaal culturele activiteiten.
De 24 aan te passen panden liggen verspreid over de stad. Er worden vaak meerdere activiteiten georganiseerd. De aanpassingskosten zijn circa ¤ 710.000,00 in totaal. Het opknappen van alle 499 panden op de lijst die samen met Solgu is gemaakt kost ¤ 4.792.516,00 (inclusief BTW).
>
Hiervan is ¤ 3.079.495,00 begroot voor accommodaties in gemeentelijk eigendom. Daarvan is nu ¤ 710.000,00 begroot voor het opknappen van 24 paanden. Voor het opknappen van de andere gemeentelijke panden op de lijst van 49 panden wordt verder naar budget gezocht.
De resterende ¤ 1.713.021,00 is voor accommodaties in particullier eigendom. Voor deze panden wordt een apart traject gestart. Er moet eerst worden overlegd met eigenaar over toestaan van aanpassingen en mogelijke bijdrage van hun kant.
In de raadsvergadering van 9 februari 2006 zegde het college een onderzoek naar de toegankelijkheid van gemeentelijke en openbare accommodaties voor welzijns- of gemeentelijke dienstverlening toe. Er zijn in totaal 171 gebouwen geïnventariseerd. De panden zijn deels eigendom van gemeente, deels van particulieren. De inventarisatie is gedaan door het adviesbureau Grontmij/Kats & Waalwijk conform de Richtlijn Toegankelijkheid van het Bureau Advies Toegankelijkheid. De totale aanpassingskosten voor alle 171 panden zijn begroot op ¤ 10.200.000,00 exclusief BTW op basis van prijspeil 2007.
Meer informatie: Anita van Wijnbergen, 030 - 286 10 44
4 Weg vrij voor woningbouw Viconaterrein
Het college van Utrecht heeft een overeenkomst gesloten met de Ontwikkelingsmaatschappij Rotsoord. Hierdoor komt een einde aan een lang slepende kwestie. Rotsoord heeft de bouwvergunning voor 44 woningen inmiddels aangevraagd. De overeenkomst bestaat uit drie elementen: de gemeente koopt een strook grond aan langs de Vaartse Rijn voor de aanleg van een recreatieve route, de ontwikkelingsmaatschappij gaat deze strook inrichten en tot slot compenseert de gemeente Utrecht Rotsoord omdat zij nu 44 in plaats van de geplande vijftig woningen kunnen bouwen. Voor de bouw van vijftig woningen ontbrak het draagvlak. Met de overeenkomst is totaal ruim drie ton gemoeid.
In 2001 heeft de gemeente het terrein aangewezen als beschermd gemeentelijk monument. Hierdoor kon de ontwikkelingsmaatschappij haar oorspronkelijke plannen (onder andere sloop fabriekshal) niet uitvoeren. De fabriekshal en de bijzondere betonconstructie blijven nu behouden en worden omgebouwd tot kantoorgebouw.
Meer informatie: Jeroen Bos, 030 - 286 16 83
Eerder besloten:
5 Proef met verplaatsing warenmarkt Oppenheimplein naar de Plantage
De warenmarkt op het Oppenheimplein wordt op proef verplaatst naar de Plantage. Het gaat om een proefperiode van een half jaar. De verplaatsing gaat in op woensdag 3 september 2008. Het voorstel om de warenmarkt op de Plantage te houden is gebaseerd op plannen om van dit plein het kloppend hart van de Amsterdamsestraatweg-Midden te maken. De warenmarkt kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Onderzoek heeft uitgewezen dat 63% van de marktbezoekers positief staan tegenover de verplaatsing. Bij de ondernemers is dat ongeveer de helft, zolang het maar over een proef gaat.
Meer informatie: Erlijn Mulder, 030 - 286 111 48
6 Aankoop Jongeriusvilla
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten tot aankoop van de Jongeriusvilla, Kanaalweg 34-35. De villa maakt onderdeel uit van het defensieterrein aan de Kanaalweg. De gemeente start onderhandelingen over doorverkoop van de villa aan de Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex. Deze doorverkoop vindt plaats onder een aantal voorwaarden. Zo moet de villa gerestaureerd worden, een publieksfunctie krijgen en meedoen aan het restauratieprogramma 2008 dat dit jaar op tv wordt uitgezonden.
Met de deelname aan het televisieprogramma kan een bijdrage in de restauratiekosten worden gewonnen. Voorwaarden voor de deelname is dat de villa voor 1 augustus 2008 eigendom is van een stichting of rechtspersoon zonder winstoogmerk. De Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex voldoet hieraan.
Indien een stichting of rechtspersoon zonder winstoogmerk geïnteresseerd is in aankoop van de villa onder de hiervoor genoemde voorwaarden kan men tot uiterlijk 18 juli a.s. contact opnemen met Wim Beelen, gebiedsmanager StadsOntwikkeling, Ravellaan 1, 3533 JM Utrecht, 030 - 286 02 03.
Meer informatie: Jeroen Bos, 030 - 286 16 83