Ingezonden persbericht
Verdwijnen sta-op-stoel nog geen gelopen race!
De ouderenorganisaties, verenigd in de CSO, zijn verontwaardigd over het verdwijnen van de sta-op-stoel uit basispakket van de zorgverzekering. Hiertoe besloot de Tweede Kamer afgelopen donderdag. Aan het eind van het jaar kunnen partijen in de zorg - waaronder de ouderenorganisaties - nog met andere begrotingsvoorstellen komen. Dat geeft nieuwe kansen voor de sta-op-stoel. Het is dus nog geen gelopen race!
Het verdwijnen van de sta-op-stoel uit het basispakket van de ziektekostenverzekering, illustreert het gebrek aan visie over de gehele breedte van de gezondheidszorg. Steeds opnieuw verdwijnen zaken uit het basispakket en wordt er maar zelden iets aan toegevoegd. Een en ander wordt vooral ingegeven vanuit bezuinigingsdoelstellingen. Daarmee ontstaat een verdere verschraling van het op solidariteit geschoeide zorgpakket.
Overigens is het maar zeer de vraag of de kosten zonder sta-op-stoel in het basispakket ook daadwerkelijk zullen dalen. Uit onderzoek van TNO, uitgevoerd in opdracht van onder andere de ouderenorganisaties, blijkt dat op jaarbasis de zorgkosten 40 miljoen euro hoger liggen, dan de vergoeding van de sta-op-stoel.
Het besluit in de Tweede Kamer van vorige week, veroorzaakt veel onnodige narigheid. De praktijk van alledag was dikwijls al zo dat de mensen, die het echt wel konden betalen, deze stoel zelf betaalden. Door dit besluit worden alleen die mensen benadeeld voor wie dit al een onoverkomelijke uitgave was. Het is voor mensen bovendien honderd keer beter om zélf te kunnen bepalen wanneer zij willen opstaan of gaan zitten en daarbij niet steeds afhankelijk zijn van anderen in de directe omgeving of zorgverleners.
Het College voor Zorgverzekeringen (CvZ) doet er beter aan inzicht te geven in wat de gezondheidszorg in Nederland ons idealiter zou moeten kosten. Dit vanuit oprechte solidariteit met juist de kwetsbare medemens. Vervolgens kan een maatschappelijke discussie duidelijkheid scheppen voor de politiek, over tot hoever we die kosten mogen laten oplopen en welke hulpmiddelen wel en niet vergoed moeten worden vanuit het basispakket. Mogelijk blijkt dan ook dat het door de overheid vastgestelde Budgettair Kader Zorg veel te krap bemeten is om de zorg op een goede en verantwoorde wijze vorm te geven. Dat voorkomt allerlei ad hoc beslissingen zoals rond de sta-op-stoel. Gevreesd moet nu worden dat veel meer hulpmiddelen met deze werkwijze uit het pakket verwijderd gaan worden.
Zwolle, 8 juli 2008