Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk

8 juli 2008 PO/KO/24698

Onderwerp
Voortgang gesprekken vernieuwing convenant
"Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en
sponsoring"

Naar aanleiding van het Algemeen Overleg op 15 mei 2008, waarin ik heb toegezegd om voor de zomer de Kamer te informeren over de voortgang van de gesprekken met de convenantpartners, stuur ik u hierbij, mede namens de staatssecretaris van voortgezet en beroepsonderwijs, een voortgangsrapportage.

Het convenant sponsoring is bedoeld om scholen te helpen bij het nemen van beslissingen over het aangaan van sponsorovereenkomsten. De volgende uitgangspunten vind ik hierbij van belang. Enerzijds vind ik dat voorkomen moet worden dat de onderwijsinhoud door sponsoring wordt beïnvloed. Ook mag de continuïteit van het onderwijs niet in gevaar komen. Scholen mogen mijns inziens niet afhankelijk worden van sponsormiddelen. Anderzijds dient er ruimte te blijven voor private partijen om voor eigen rekening bij te dragen aan het publieke onderwijs. In mijn brief van 3 april 2007 (PO/K&O/2007/47673) heb ik deze uitgangspunten nader toegelicht.

Voor mij is van groot belang dat scholen de wettelijke voorschriften voor sponsoring in het onderwijs en de bepalingen van het convenant helder op hun netvlies hebben. De medezeggenschapsraad moet bij het aangaan van sponsoring en de besteding van sponsormiddelen betrokken worden. Daarnaast voorziet de wet in een verplichting tot opname van het sponsorbeleid van een school in de schoolgids en het schoolplan. Ik heb de Inspectie van het Onderwijs gevraagd om nog eens specifiek te kijken naar de naleving van de wettelijke regels aangaande sponsoring, zoals ik heb toegezegd. Dit onderzoek zal in de tweede helft van 2009 plaatsvinden in het primair onderwijs.

Naar aanleiding van het gesprek met de Kamer op 15 mei en het VAO op 28 mei is inmiddels bilateraal overleg gevoerd met enkele convenantpartners. In deze overleggen heb ik de onderwerpen overgewicht en maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de orde gesteld, zoals ik heb toegezegd aan de Kamer. Op dit moment ben ik nog in gesprek met de partijen op welke wijze we deze onderwerpen in het convenant een plaats kunnen geven. Ik streef hierbij naar een zo breed mogelijk draagvlak voor het convenant.

blad 2/2

De relatie tussen het bedrijven en scholen voor vmbo en praktijkonderwijs verdient in het kader van dit convenant afzonderlijk aandacht. Bedrijfsleven en beroepsonderwijs zijn immers van grote betekenis voor elkaar bij het vormgeven van het leerproces voor deze leerlingen. Dit vloeit ook voort uit beleid om het beroepsonderwijs meer `arbeidsnabij' te maken. We zullen in de gesprekken met de convenantpartijen aandacht besteden aan de vraag hoe deze wederzijdse betrokkenheid kan worden behouden, zonder dat vormen van sponsoring ontstaan die in het kader van dit convenant ongewenst zijn. Dit geldt ook voor het lesmateriaal dat in het vmbo en het praktijkonderwijs wordt gebruikt. Gezien deze intentie is de GEU in principe bereid het convenant te tekenen. In dat verband is het dienstig te vermelden dat uit de gesprekken met de convenantpartners gebleken is dat ook MKB- Nederland zich wenst aan te sluiten bij het convenant. Ik juich dit toe. Uit het onderzoek sponsoring in het onderwijs 2007 blijkt dat het midden- en kleinbedrijf een grote bron van sponsoring is voor scholen. Ik vind het daarom van belang dat het MKB de uitgangspunten van het convenant onderschrijft.

Mijn streven is dat deze gesprekken leiden tot een vernieuwing van het convenant kort na de zomer. U zult over de uitkomsten nader worden geïnformeerd.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Sharon A.M. Dijksma