Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2070824830

Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Bijsterveldt-Vliegenthart, over de omstreden islamitische prediker Fethullah Gülen en verstrekte overheidssubsidie. (Ingezonden 8 juli 2008)


1
Wat is uw reactie op de nova uitzending van vrijdag 4 juli jl. over de Fethullah Gülenbeweging in Nederland?


2
Is het u bekend dat de `boodschap van de islam als absolute waarheid', zoals verkondigd door Fethallah Gülen wordt uitgedragen door een aantal in Nederland werkzame en door de overheid gesubsidieerde organisaties als bijvoorbeeld het Cosmicus College, de Dialoog Academie, ondernemersvereniging Hogiaf, Zaman en naar alle waarschijnlijkheid door een aantal internaten in ondermeer Rotterdam en Amsterdam? 1) Zo ja, acht u dit bevordelijk voor de integratie? Zo neen, bent u bereid dit te onderzoeken?


3
Deelt u de stelling van hoogleraar Turkse talen en culturen Erik-Jan Zürcher dat de uitspraken van Fethullah Gülen, tot op zekere hoogte nadelig zijn voor de integratie? Zo neen, acht u de uitspraken van Fethullah Gülen bevordelijk voor de integratie?


4
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel overheidssubsidie (rijk, provincies, gemeenten) aan onder vraag 3 genoemde organisaties wordt verstrekt, op welke gronden en met welke doelstellingen? Zo ja, wanneer kunnen wij dit overzicht verwachten? Zo neen, waarom niet?


5
Deelt u de mening dat onderwijsinstellingen en internaten die door de overheid gesubsidieerd worden, gericht dienen te zijn op integratie en een gemengde samenstelling van deelnemers, in plaats van segregatie en/of het faciliteren van één enkele etnische groep? Zo ja, acht u de door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekte subsidie van 300.000 aan Cosmicus wenselijk? Zo neen, hoe verhoudt zich dit tot de doelstelling zoals opgenomen in het regeerakkoord, waar u zegt segregatie te willen bestrijden?


6
Kunt u een overzicht geven van alle scholen, internaten en internaatachtige voorzieningen, `gericht op ondersteuning en begeleiding van (allochtone) schoolgaande jongeren, met het oog op het voorkomen van marginalisering van deze jongeren' in Nederland? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom niet?


7
Bent u bereid een onderzoek te starten naar de subsidies en (buitenlandse) geldstromen van deze scholen, internaten en internaatachtige voorzieningen, hierbij het bovenmatige richten op de Turkije en de Turkse cultuur te betrekken en dit zo spoedig mogelijk aan de Kamer voor te leggen? Zo neen, waarom niet?


8

Hoeveel en welke schoolinternaten zijn ondersteund met de in 2001 door de Kamer vrijgemaakt 2.025.000? 2) Is de Kamer over de voortgang ingelicht? Zo neen, bent u bereid dat alsnog te doen?


9
Kunt u een overzicht geven op welke wijze en met welke frequentie het (reguliere) toezicht door de onderwijsinspectie op de in vraag zes genoemde schoolinternaten heeft plaatsgevonden? Zo neen, waarom niet?


10
Is toezicht door de reguliere onderwijsinspectie, op sterk naar binnen gerichte en op één etniciteit gerichte onderwijsinstellingen, naar uw mening voldoende? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo neen, wat gaat u hieraan doen?


1) Uitzending Nova, 4 juli 2008

2) Amendementen 28 000 XVI, nr. 86 en 28 000 VIII, nr. 85

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Toorenburg (CDA), ingezonden 8 juli 2008, (vraagnummer 2070824810)