abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
8 juli 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGP-2008/6280 08-VW-B-131
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die uw vaste Commissie van Verkeer en Waterstaat
heeft gesteld over de reistijdverbetering op de Noord-Oost corridor.
Ik hecht er waarde aan te vermelden dat de bijlage met de reistijdanalyse voor de corridor
Utrecht Zwolle, zoals die was bijgevoegd bij de brief over het op kortere termijn mogelijk
maken van een snelheidsverhoging naar 160 km/uur van 10 juni 2008 (kamerstuk 29984,
nr. 138), eerder aan uw Kamer verzonden is op 12 september 2006, als bijlage bij een
brief over de dienstregeling 2007 (kamerstuk 29984, nr. 75).
1. Bij de reistijdverbeteringen op de Noord-Oost corridor (29984, nr. 115 en 122) zijn
alleen voorstellen gedaan voor maatregelen ten noorden van Zwolle. Deelt u de
mening dat dit niet leidt tot reistijdverbeteringen op de corridor Utrecht-Zwolle?
1. Bij de studie van NS en ProRail naar infrastructurele reistijdverbetermaatregelen
maakte het baanvak Amersfoort Zwolle deel uit van het onderzoeksgebied (als
onderdeel van de corridor Amersfoort Zwolle Groningen/Leeuwarden). In de
bijlage met de reistijdanalyse voor de corridor Utrecht Zwolle is het onderzoek naar
verbetermogelijkheden uitgewerkt. Uit het onderzoek zijn voor wat betreft het
deeltraject Amersfoort Zwolle geen mogelijke infrastructurele
reistijdverbetermaatregelen naar voren gekomen, die pasten binnen de
randvoorwaarden van het onderzoek (op korte termijn maakbaar, inpasbaar in de
dienstregeling en passend binnen beschikbare middelen). Derhalve bevat het ProRail-
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/DGP-2008/6280
rapport alleen maatregelen ten noorden van Zwolle.
Voor wat betreft het pakket infrastructurele reistijdverbetermaatregelen zelf (zoals
vastgesteld tijdens het AO van 10 april 2008) geldt dat deze niet tot
reistijdverbetering leidt voor de reizigers die specifiek en alleen op de corridor Zwolle
Amersfoort Utrecht reizen. Echter, infrastructurele maatregelen vormen slechts één
van de mogelijke zoekrichtingen. Zoals ook aangegeven in de brief over dienstregeling
2007 (kamerstuk 29 984, nr. 82) is één van de andere zoekrichtingen het dusdanig
aanpassen van de brugopeningstijden dat reistijdwinst kan worden geboekt. Zoals ook
gemeld bij de voortgang van de reistijdverbetermaatregelen (kamerstuk 29 984, nr.
92) heeft een aanpassing van de brugopeningstijden van de IJsselbrug bij Zwolle per
10 juni 2007 geresulteerd in een reistijdwinst van 2 minuten. Daarvan profiteren
dagelijks circa 38.000 reizigers. Ik deel de mening dan ook niet dat er op de corridor
Utrecht Zwolle geen reistijdverbeteringen zijn geïncasseerd.
2. Klopt het dat bij de analyse van de aandachtscorridor Utrecht-Zwolle in de LMCA-
Spoor (29644, nr. 85) alleen gekeken is naar de frequenties op basis van de
productmodellen, maar niet naar de reistijd?
2. In het kader van de LMCA Spoor is onderzocht hoe de gevolgen van hoogfrequent
rijden op de focuscorridors doorwerken in de (trein)reistijden voor de landsdelen, de
treinaantallen (frequentie) en regelmaat (kamerstuk 29 644, nr. 85 en kamerstuk 29
984, nr. 109). Het beeld alsof er in de LMCA-Spoor alleen gekeken is naar de
frequentie herken ik derhalve niet.
3. Klopt het dat er hiermee nog geen integrale analyse is gedaan van verbetering van
zowel de reistijd als de frequenties op de corridor Utrecht-Zwolle? Deelt u de mening
dat er ook nog geen beeld is van mogelijke positieve gevolgen voor de IC-knoop te
Amersfoort en voor de aansluiting van de Veluwse stoptrein op de IC naar Utrecht en
daarmee voor de reistijd van de reizigers tussen de Veluwse stations en Utrecht
Centraal (zoals aangekondigd in de brief van 12 september 2006, 29984, nr. 75)?
3. De brief van 12 september 2006 betrof nadrukkelijk alleen de korte termijn. Voor de
periode tot 2012 geldt de situatie zoals die beschreven is en integraal geanalyseerd is
in de brief van 12 september 2006.
Voor de lange termijn (periode na 2012; opening Hanzelijn) is in de LMCA Spoor
gewerkt met drie kwaliteitsniveaus in de vorm van productmodellen. In een integrale
analyse zijn (trein)reistijden, treinaantallen (frequentie) en regelmaat onderling
vergeleken voor elk de productmodellen (kamerstuk 29 984, nr. 109). De mening dat
er geen integrale analyse is gedaan en er geen beeld is van mogelijke positieve
gevolgen voor de IC-knoop te Amersfoort en voor de aansluiting van de Veluwse
stoptrein op de IC naar Utrecht deel ik dan ook niet. Voor alle drie de gedefinieerde
kwaliteitsniveaus blijkt er, als gevolg van de opening van de Hanzelijn en de ruimte die
hierdoor ontstaat, reistijdverbetering mogelijk voor de gehele corridor Utrecht
Zwolle (zowel voor intercity- als sprinterreizigers).
---
VenW/DGP-2008/6280
4. Klopt het dat in geen van de analyses nog een frequentie van 4 Sprinters per uur
tussen Utrecht en Zwolle, zoals genoemd in de motie Slob c.s. (29984, nr. 67) is
onderzocht?
4. Neen. De Sprinterverbinding Utrecht Zwolle wordt nu twee maal per uur
aangeboden. Een eventuele verhoging van het aanbod (zoals naar bijvoorbeeld vier
Sprinters per uur) moet passen bij de vervoervraag. Die afstemming van vraag en
aanbod is een verantwoordelijkheid van NS, die is vastgelegd in de vervoerconcessie.
Met het oog op de korte termijn (periode tot 2012) is er in 2006 inderdaad geen
onderzoek gedaan naar het verhogen van het aanbod naar 4 Sprinters per uur op de
gehele corridor Utrecht Zwolle, omdat de marktvraag dit aanbod niet rechtvaardigt
(kamerstuk 29 984, nr. 74).
Met het oog op de lange termijn is in de LMCA-Spoor een productmodel uitgewerkt
en geanalyseerd waarin 4 Sprinters tussen Utrecht, Amersfoort en Harderwijk zijn
opgenomen. Het productmodel past bij de regionale ambities zoals geformuleerd
binnen Randstadspoor. Het doortrekken van 4 Sprinters vanuit Harderwijk tot aan
Zwolle is in de LMCA-Spoor niet onderzocht, omdat ook op de langere termijn de
marktvraag dit aanbod op dit specifieke deel van de corridor niet rechtvaardigt.
5. Bent u bereid de in vraag 3 genoemde integrale analyse te doen in samenhang met
het onderzoek zoals gevraagd in de aangenomen motie Slob c.s. 29984, nr. 67?
Wanneer kan de Kamer de resultaten ontvangen?
5. Zoals ook aangegeven bij het antwoord op vraag 3 is een integrale analyse voor zowel
de korte als de lange termijn reeds uitgevoerd. Daarnaast vormt de kwaliteit van de
reistijd naar de landsdelen één van de speerpunten voor het Programma
Hoogfrequent Spoorvervoer (kamerstuk 29 644, nr. 85).
De afstemming van vraag en aanbod is, zoals ook aangegeven bij het antwoord op
vraag 4, een verantwoordelijkheid van NS, die is vastgelegd in de vervoerconcessie.
De verlichting die de opening van de Hanzelijn geeft, zal de spoorsector gebruiken om
de dienstregeling op de corridor Utrecht Zwolle integraal te herontwerpen. De
situatie rondom de Veluwse Sprinterstations heeft hierbij uiteraard de aandacht. Het
verhogen van het aanbod zal, waar dit gerechtvaardigd is vanuit de marktvraag, hierin
meegenomen worden. Ik acht een nieuwe integrale analyse / onderzoek daarom niet
nodig en beschouw de motie Slob c.s. als afgehandeld.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat