Beantwoording Kamervraag 2070823510
04-07-2008 | kamerstuk | onderwerp: Onderwijs en ondernemerschap | PDF
document, 16 Kb
Bijgaand treft u de beantwoording aan van Kamervraag 2070823510 van
lid Ortega-Martijn (ChristenUnie) aan de minister van Economische
Zaken over de Taskforce Technologie, Onderwijs, Arbeidsmarkt.
Ingezonden 24 juni 2008.
Aan
De Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA 's-GRAVENHAGE
Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)
4 juli 2008 OI/KI / 8081740
Onderwerp
Beantwoording Kamervraag 2070823510
Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax
Bezuidenhoutseweg 20 070-379 6528 070-379 6656
Behandeld door
A.M. Bottenberg
Hoofdkantoor
Bezuidenhoutseweg 30
Postbus 20101
2500 EC 's-Gravenhage
Telefoon (070) 379 89 11
Telefax (070) 347 40 81
Email ezpost@minez.nl
Website www.minez.nl Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden
Bijgaand treft u de beantwoording aan van Kamervraag 2070823510 van lid Ortega-
Martijn (ChristenUnie) aan de minister van Economische Zaken over de Taskforce
Technologie, Onderwijs, Arbeidsmarkt. Ingezonden 24 juni 2008.
1
Bent u op de hoogte van het bericht "Kamminga voorzitter Taskforce Technologie,
Onderwijs, Arbeidsmarkt"?
Antwoord
Ja.
2
Klopt het daarin vermelde feit dat u deze Taskforce heeft gevraagd om een oplossing te
zoeken voor het tekort aan arbeidskrachten in de techniek?
Antwoord
Ja. De krapte aan talent wordt in onze veranderende en internationaal georiënteerde
maatschappij steeds duidelijker voelbaar. Schaarste aan goed gekwalificeerd personeel en
in het bijzonder technici en technologen belemmert het innovatievermogen en daarmee de
Nederlandse economie.
3
Hoe verhoudt zich dit tot de afspraak in het coalitieakkoord dat het oplopende tekort aan
technici én technologen vraagt om een gerichte aanpak? Richt de Taskforce zich ook op
het zoeken van een oplossing voor het tekort aan technologen?
2
Antwoord
Ja, ik heb de taskforce ook nadrukkelijk gevraagd naar oplossingen te zoeken voor zowel
het gebrek aan technici als technologen.
In de kwartiermakersfase van deze TOA is het veld uitgebreid geconsulteerd. Daaruit
kwam naar voren dat een dergelijke Taskforce het grootste succes heeft als het haar
activiteiten richt op het oplossen van arbeidsmarktknelpunten gerelateerd aan technologie
en innovatie in de volle breedte en met acties zowel op korte termijn als lange termijn.
De TOA krijgt voor de uitvoering een regionale insteek waarbij de regionale TOA's hun
plannen moeten baseren op een heldere analyse van de knelpunten op regionaal niveau (in
relatie tot de vier kwadranten; instroom, zij-instroom, boeien en binden in bedrijven en
arbeidsmigratie). Dit zullen daarmee dus zeker gerichte acties zijn.
4
Kunt u uiteenzetten hoe het bedrijfsleven de leidende rol krijgt in de opzet van de
landelijke Taskforce en de regionale Taskforces, zoals in het beleidsprogramma 2007-
2011 wordt gesteld?
Antwoord
Ik heb criteria opgesteld waaraan de TOA plannen moeten voldoen. Eén criterium is dat
bedrijfsleven leidend moet zijn bij het opstellen van het TOA plan. Een andere is dat elke
regionaal TOA team gemêleerd dient te zijn met betrokkenheid van de regionale spelers
op het terrein van Bèta techniek, onderwijs én arbeidsmarkt waaronder dus het
bedrijfsleven.
5
Op welke wijze wordt invulling gegeven aan het onderwerp Arbeidsmarkt in de
taakopdracht van de Taskforce Technologie, Onderwijs en Arbeidsmarkt?
Antwoord
De arbeidsmarkt vormt de kern van de TOA. Met de inzet van activiteiten gericht op de
eerder bovengenoemde vier kwadranten (instroom, zij-instroom, boeien en binden in
bedrijven en arbeidsmigratie) denk ik zorg te kunnen dragen aan het 'vergroten van de
vijver' waaruit bedrijven hun personeel kunnen putten en om zo de arbeidsmarkt dus te
vergroten.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Ministerie van Economische Zaken