Ministerraad
Door wijziging Wmo versterking positie cliënt
Persbericht | 04-07-2008
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Bussemaker van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingestemd met een wijziging van de
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) waardoor de positie van de
cliënt wordt verbeterd.
In 2007 is de Wmo in werking getreden waarin onder meer de
verantwoordelijkheid voor de organisatie van de huishoudelijke hulp
bij de gemeente is neergelegd. De hulp bij het huishouden onder de Wmo
is vaak hulp in natura: steeds meer thuiszorgaanbieders sturen bij
hulp in natura alfahulpen naar cliënten zonder dat de cliënt weet dat
hij dan in feite werkgever is van deze alfahulp. De Wmo wordt nu
zodanig gewijzigd dat wordt uitgesloten dat de zorgaanbieder de
huishoudelijke hulp in natura via een alfahulp aan de cliënt levert.
Zorgaanbieders gaan terug naar hun oorspronkelijke functie: het
leveren van ondersteuning in natura. Om de keuze van een burger voor
een alfahulp mogelijk te houden, wordt in de wet geregeld dat de
cliënt naast hulp in natura of een persoonsgebonden budget ook kan
kiezen voor een financiële vergoeding voor het inhuren van een
huishoudelijke hulp die valt onder artikel 5 van de Wet op de
Loonbelasting, ook bekend als de Regeling dienstverlening aan huis (de
regeling waar de alfahulp formeel onder valt). Dit kan bijvoorbeeld
als de cliënt de huidige hulp wil houden. Dit is alleen mogelijk nadat
de gemeente de cliënt daarover terdege heeft geïnformeerd en de cliënt
vervolgens instemt.
Veel thuiszorgmedewerkers zijn - al dan niet gedwongen - overgestapt
naar alfahulp. Deze trend zal zich zonder ingrijpen voortzetten. Bij
een gedwongen overgang naar alfahulp gaan medewerkers er in
arbeidsvoorwaarden en -rechten, bijvoorbeeld WW of WIA, bovendien op
achteruit. Met dit voorstel komt de alfahulp weer terug in haar
zuivere vorm, zoals bedoeld in de Regeling dienstverlening aan huis.
Dat heeft een positief effect op de arbeidsmarkt.
Daarnaast wordt in de Wmo nog een nieuwe bepaling opgenomen waarbij
thuiszorgaanbieders in hun offerte aan moeten geven op welke manier
zij met de oude - niet gegunde - aanbieders van hulp bij het
huishouden overleg voeren over de mogelijke overname van personeel.
Hierdoor wordt bevorderd dat er na wisseling van de aanbesteders bij
de huishoudelijke hulp zoveel mogelijk medewerkers in de thuiszorg
kunnen blijven werken.
Voor cliënten is het vaak niet duidelijk wat de consequenties zijn van
het ontvangen van hulp bij het huishouden door een alfahulp. Zo weten
sommigen niet dat zij de werkgever zijn van de alfahulp. Ook andere
plichten van het in dienst hebben van een alfahulp zijn onduidelijk
voor cliënten. Daarbij moet gedacht worden aan doorbetaling van loon
gedurende maximaal zes weken bij ziekte, geen vervanging bij
afwezigheid en aansprakelijkheid voor de (letsel)schade die ontstaat
tijdens het werk. Door de wijziging wordt de positie van de cliënt
versterkt.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.