Kamerbrief inzake veiligheidssituatie Tsjaad en de rol van Nederlandse
militairen
04-07-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag gaan wij in op het verzoek van het lid De Roon om informatie
over de huidige veiligheidssituatie in Tsjaad en de rol van
Nederlandse militairen. Dit verzoek is gedaan tijdens de regeling van
werkzaamheden d.d. 17 juni 2008, 97 ste vergadering. Deze brief dient,
zoals verzocht door het lid Van Gennip in voornoemde regeling, ook ter
beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Van Gennip en
Knops van 18 juni 2008, met kenmerk 2070823260.
Veiligheidssituatie Oost-Tsjaad
Rebellengroeperingen zijn al geruime tijd actief in het grensgebied
van Tsjaad met Sudan. De recente aanvallen van de rebellenbeweging
Alliance Nationale (AN) hebben zich vooralsnog beperkt tot
kortstondige bezetting van de steden Goz Beida, Am Dam en Biltine. De
kans op een aanval op de hoofdstad N'Djamena wordt momenteel klein
geacht. De aanwezigheid van het Tsjadische regeringsleger (FAS) in
Oost-Tsjaad blijft onverminderd sterk. Bovendien is het regenseizoen
in Tsjaad begonnen waardoor de mobiliteit van de rebellen beperkt zal
worden.
De FAS is er op 18 juni 2008 in geslaagd de AN bij Am Zoer te
onderscheppen en een gevoelige slag toe te brengen. Het aantal doden
aan rebellenzijde is onbekend, maar zou enkele tientallen bedragen. De
materiële schade is aanzienlijk, ongeveer 60 van de ruim 100 pick-ups
zouden zijn vernield.
Het overgrote deel van de AN bevindt zich inmiddels weer in Sudan en
daarmee lijkt een voorlopig einde te zijn gekomen aan grootschalige
operaties van de rebellen. De feitelijke betekenis van de
rebellenacties in Oost-Tsjaad moet daarom als beperkt worden
beschouwd, maar in combinatie met een tegelijkertijd gelanceerd
mediaoffensief hebben ze niettemin sterk de aandacht getrokken.
Incidenten Goz Beida
Op 14 juni jongstleden hebben enkele honderden rebellen behorend tot
de AN hun presentie getoond in het gebied van Goz Beida, waar zich
enkele naast elk aar gelegen NGO-compounds bevinden alsmede het
UNHCR-vluchtelingenkamp Djabal.
Naar aanleiding hiervan zijn in het middaguur schoten gewisseld tussen
rebellen en het Tsjadische leger in de nabijheid van Ierse
EUFOR-troepen die in de omgeving van het vluchtelingenkamp Djabal
patrouilleerden. De Ieren beantwoordden de schoten met
waarschuwingsschoten. Even later bleek dat de rebellen de nabij
gelegen NGO-compounds begonnen te plunderen, met als waarschijnlijk
doel om voedsel en auto's van de hulporganisaties buit te maken. De
Ieren hebben in reactie daarop onmiddellijk de hulp van een Ierse
Quick Reaction Force ingeroepen en hebben vervolgens ongeveer 250
NGO-medewerkers van hun compounds naar de Iers-Nederlandse basis
geëvacueerd.
Kort daarop werd duidelijk dat de rebellen begonnen op te trekken in
de richting van het vluchtelingenkamp Djabal. De Ierse EUFOR-troepen
hebben zich echter zodanig rondom het vluchtelingenkamp opgesteld dat
het kamp effectief voor het mogelijke geweld van de rebellen werd
afgeschermd. Na hiertoe te zijn gesommeerd door de EUFOR-troepen
trokken de rebellen zich terug.
Op het moment dat de rebellenacties begonnen, was een Nederlands
peloton mariniers met Viking-voertuigen in de buurt. De mariniers
hebben de Ieren bij de NGO-compounds en rond het vluchtelingenkamp
Djabal geassisteerd.
Tijdens hun terugtocht richtten de rebellen nog enkele vernielingen
aan in de directe omgeving van kamp en compounds. Hierbij kwamen zij
tegenover Nederlandse mariniers te staan. De leider van de rebellen
heeft voor het ontstaan van deze dreigende situatie zijn excuses aan
de Nederlandse pelotonscommandant aangeboden, hem duidelijk gemaakt
dat de rebellen niet uit waren op een confrontatie met EUFOR en hem
bovendien de sleutels van enkele buitgemaakte voertuigen overhandigd.
Er zijn geen schoten gevallen.
Veiligheid Nederlandse troepen
Ook in het licht van deze ontwikkelingen achten wij de
veiligheidssituatie voor de Nederlandse troepen niet wezenlijk
veranderd sinds de artikel 100 brief van 29 februari 2008. De
confrontatie met rebellen op 14 juni jl. kon zonder geweld worden
opgelost en de rebellenleider heeft aangegeven geen conflict met EUFOR
te willen. Daarnaast beperken de Nederlandse troepen zich tot
korteafstandspatrouilles, zolang de medische
(lucht)evacuatiecapaciteit nog niet op peil is. Nederland is zowel met
Ierland als de EU in gesprek om het niveau van medische (lucht)
evacuatiecapaciteit op zo kort mogelijke termijn op peil te brengen.
Mandaat
Tijdens dit eerste contact met de rebellen heeft EUFOR zijn presentie
doen gelden. Ierse en Nederlandse EUFOR-troepen hebben de taken die
voortvloeien uit het mandaat naar behoren uitgevoerd. De
onpartijdigheid van EUFOR is gehandhaafd.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken