Jaarbericht 2007 Rijksrecherche verschenen
Den Haag, 3 juli 2008
De Rijksrecherche â de opsporingsdienst die waakt over de integriteit
van de overheid â is in 2007 met 112 nieuwe onderzoeken gestart. Dat
zijn er tien minder dan in 2006, maar in 2007 waren er meer
grootschalige onderzoeken. Daarnaast kwamen er 302 zogeheten
âmeldzakenâ binnen: mogelijke strafbare feiten die door andere
opsporingsdiensten werden onderzocht. Dit staat is in het jaarbericht
van de Rijksrecherche over 2007 dat vandaag is verschenen.
De 112 nieuwe zaken zijn te verdelen in honderd tactische onderzoeken
en twaalf zaken die via de Criminele Inlichtingen Eenheid van de
Rijksrecherche binnenkwamen. De honderd tactische onderzoeken zijn
onder te verdelen in: ambtelijke corruptie (30), schietincidenten
(21), schending geheimhoudingsplicht (19), overige confrontatie met
politie (12), celdoden (4), overig (14).
Het aantal onderzoeken naar politieoptredens waarbij (zwaar)
lichamelijk letsel is ontstaan, bedroeg in 2007 twaalf (in 2006: elf).
Hieronder vallen (verkeers)ongevallen, achtervolgingen en aanhoudingen
door de politie. Het aantal schietincidenten dat de Rijksrecherche
onderzocht, is in 2007 toegenomen tot 21 (in 2006: veertien).
Het totaal van 112 zaken laat zich als volgt verdelen over de
overheidssectoren: regiopolitie (63), Rijk (16), gemeente (12), overig
(7), rechtswezen (6), KLPD (4), Koninklijke Marechaussee (2),
provincie (2).
Taak en organisatie
De Rijksrecherche wordt ingeschakeld wanneer (semi-)
overheidsfunctionarissen verdacht worden van corruptie, valsheid in
geschrift of schending van geheimhoudingsplicht. Daarnaast doet de
Rijksrecherche onderzoek naar vuurwapengebruik door de politie met
lichamelijk letsel tot gevolg, sterfgevallen van personen waarvoor de
politie een zorgplicht had en zedendelicten.
Door de aard van haar werk opereert de Rijksrecherche vaak in stilte.
Het belang van onderzoek laat zelden toe dat hierover mededelingen
worden gedaan tijdens het onderzoek. Dat neemt niet weg dat het vaak
gaat om zaken die volop in de belangstelling zijn, zoals de
voorbeelden in het jaarbericht laten zien. Zo zullen het dodelijke
schietincident in de Utrechtse wijk Ondiep, de zaak rond het gifschip
de Probo Koala en de uitvoering van geuridentificatieproeven door
politiehondengeleiders in Oost-Nederland velen bekend voorkomen.
Bij de uitvoering van haar taak werkt de Rijksrecherche intensief
samen met andere opsporingsinstanties, zoals de interne
onderzoeksbureauâs van de politie, de Nationale Recherche, de
Immigratie- en Naturalisatiedienst, de FIOD-ECD en de Dienst
Justitiële Instellingen. In 2007 is ook de band met de
beveiligingsambtenaren van de ministeries verder aangehaald.
De Rijksrecherche werd 111 jaar geleden opgericht en heeft in de
Nederlandse rechtsstaat een bescheiden maar essentiële rol. Zij is
onderdeel van de Nederlandse politie, maar valt onder de
verantwoordelijkheid van het college van procureurs-generaal. De
Coördinatie Commissie Rijksrecherche (CCR) bepaalt of de
Rijksrecherche wordt ingezet en welke onderzoeken prioriteit hebben.
De CCR bestaat uit een procureur-generaal, de hoofdofficier van
Justitie van het Landelijk Parket en de directeur Rijksrecherche. De
CCR wordt bijgestaan door de landelijk coördinerend
rijksrechercheofficier van Justitie.
Bij de Rijksrecherche werken 119 medewerkers. De Rijksrecherche heeft
haar hoofdvestiging in Den Haag en een vestiging in Zwolle en in Den
Bosch.
Rijksrecherche jaarbericht 2007 (PDF, 3 MB) http://www.om.nl/files/file.php5?id=555
---
Openbaar Ministerie