Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk
3 juli 2008 VO/OK/30529
Onderwerp
Mogelijke versoepeling van de regelgeving voor
deelname aan het volwassenenonderwijs
Tijdens het Algemeen Overleg Dijsselbloem heb ik op 17 en 18 juni jl. met de Vaste Commissie
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van gedachte gewisseld over het bevorderen van de doorstroming
in het onderwijs. De heer Depla (PvdA) vroeg mij specifiek om de regelgeving voor de deelname aan het
volwassenenonderwijs te versoepelen zodat de beperkingen voor minderjarige leerlingen die al over
een vo-diploma beschikken en voor leerlingen van 18 jaar en ouder met een ononderbroken leerweg in
het voortgezet onderwijs komen te vervallen. Ik heb u toegezegd om hierop in te gaan.
Het Besluit samenwerking VO-BVE maakt het sinds 1 januari 2006 mogelijk om bepaalde categorieën
leerlingen in het voortgezet onderwijs uit te besteden aan andere vo-scholen, mbo-instellingen of vavo-
instellingen. Scholen maken vooral gebruik van de mogelijkheid om minderjarige vo-leerlingen uit te
besteden aan het volwassenenonderwijs. Het aantal uitbestedingen is afgelopen jaar over alle linies
gestegen. De verruiming van het Besluit samenwerking VO-BVE per 1 augustus 2007 (gediplomeerde
minderjarige vmbo-gemengde leerweg of theoretische leerwegleerlingen kunnen uitbesteed worden
aan havo) heeft daarnaast geleid tot een sterke stijging van het aantal uitbestede havisten. In 2006-
2007 werden 3237 leerlingen vanuit het VO uitbesteed aan het vavo (731 naar vmbo-tl, 1701 naar havo
en 805 naar vwo). In 2007-2008 steeg het aantal uitbestedingen tot 4351 leerlingen (884 naar vmbo-tl,
2373 naar havo en 1094 naar vwo).
Als alle 16- en 17-jarige leerlingen voor voltijd vmbo-tl-, havo- en vwo-opleidingen uitbesteed kunnen
worden aan het vavo, dan zal dat tot een verdere toename van het aantal uitbestede leerlingen leiden.
Leerlingen die op dit moment doorstromen naar het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger
beroepsonderwijs kunnen bij een aanpassing langer ingeschreven blijven staan aan een school voor
voortgezet onderwijs. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat met name het aantal uitbestede vwo-
leerlingen beperkt zal stijgen. Dit zijn met name de minderjarige gediplomeerde havisten die bij
verdere verruiming van het Besluit samenwerking VO-BVE in de toekomst wel via het vavo diploma's
kunnen stapelen. Omdat het in eerste instantie de VO-school is die bepaalt of een leerling uitbesteed
wordt, is het lastig om in te schatten in welke mate het aantal uitbestede leerlingen zal stijgen. Het is
mijn verwachting dat slechts een zeer beperkt aantal leerlingen hiervan gebruik kan en zal maken.
blad 2/2
Aangezien deze leerlingen anders binnen het reguliere voortgezet onderwijs naar de vwo-opleiding
gegaan waren is het aannemelijk dat de uitbesteding niet leidt tot (aanzienlijke) meerkosten.
Ik ben het met de heer Depla eens dat we leerlingen de gelegenheid moeten geven om dat onderwijs te
volgen dat het beste bij ze past. Ook als ze op latere leeftijd tot nieuwe inzichten komen. Als de Tweede
Kamer het Besluit samenwerking VO-BVE verder wil verruimen, dan heeft dat voornamelijk een
verschuiving van leerlingen van het beleidsterrein van HO naar VO tot gevolg.
Zoals reeds aan uw Kamer is toegezegd zal het onderzoek naar stapelen en doorstromen in combinatie
met het vavo-onderzoek versneld worden uitgevoerd en voorafgaand aan de Begrotingsbehandeling
aan u worden aangeboden. Ik wil nu reeds aangeven dat ik positief sta tegenover de door de heer Depla
gevraagde verruiming van het Besluit samenwerking VO-BVE. Ik zal naar aanleiding van het onderzoek
en het debat hierover direct starten met het wetstraject om bovenstaande mogelijk te maken. Dit is
mede van belang gelet op de aanmerkingen die de Raad van State reeds gemaakt heeft bij eerdere
wetstrajecten. 1 Nu reeds zullen we starten met het onderzoek op welke wijze dit wetstraject
vormgegeven kan worden om hiermee zo spoedig mogelijk invulling te geven aan de gevraagde
verruiming.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
1 Zie Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs om
meer ruimte te scheppen voor samenwerking tussen in die wettengeregelde onderwijsinstellingen,
Vergaderjaar 2004-2005, 30 068 nr. 3, en de brief aan de Tweede Kamer over o.a. de reactie op het
rapport van de werkgroep Bruikbare rechtsorde voortgezet onderwijs van 21 december 2007
(Kamerstuk 30 079, nr. 9).