Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk
3 juli 2008 BVE/I&I/29747
Onderwerp
enquêterecht in bve-sector
In mijn brief d.d. 1 april 2008 (Kamerstukken 2007-2008, 30 599, nr. 18,) heb ik u toegezegd in
overleg te treden over de mogelijkheden waarop het enquêterecht in de sector voor beroepsonderwijs
en volwasseneducatie (bve-sector) toegepast zou kunnen worden. Op basis van de uitkomsten van dit
overleg zou ik u vóór het zomerreces nader informeren.
Bij het vraagstuk over de juiste checks and balances in de bestuurlijke verhoudingen is het zinvol om
verder dan de bve-sector zelf te kijken. In dit verband hecht ik veel waarde aan een bredere oriëntatie
op de vraag wat in het algemeen voor organisaties in de publieke sector een verstandige lijn is. Het is
immers niet nodig om binnen de verscheidene sectoren steeds opnieuw het wiel uit te vinden. Ook wil
ik rekening houden met reeds bestaande ontwikkelingen.
Gezien het belang van het vraagstuk wil ik een zorgvuldige afweging maken in de verschillende
mogelijkheden voordat ik een besluit neem over het enquêterecht. Bovendien is het overleg met
betrokken partijen op dit moment nog niet geheel afgerond. Om die redenen lukt het mij niet u al vóór
het reces inhoudelijk nader te informeren. Komend najaar zal ik dat alsnog doen.
Overigens kan ik u melden dat vakbonden reeds het enquêterecht bij de Ondernemingskamer kunnen
uitoefenen. Dit betekent dat personeelsgeledingen van de bestaande medezeggenschapsorganen in de
bve-sector via de vakbonden al gebruik kunnen maken van dit instrument.
Ik vertrouw erop u hiermee voorlopig voldoende te hebben geïnformeerd.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart