Brussel, 3 juli 2008
Migrantenkinderen en onderwijs: een uitdaging voor de Europese
onderwijssystemen
Een vandaag door de Commissie aangenomen groenboek opent de discussie over
de vraag hoe het onderwijsbeleid de door immigratie en interne
mobiliteitsstromen binnen de EU gestelde uitdagingen beter kan oppakken. De
aanwezigheid van grote aantallen migrantenkinderen heeft aanzienlijke
gevolgen voor de Europese onderwijssystemen. Belangrijke vragen in dit
verband zijn hoe gescheiden scholen te voorkomen teneinde kansgelijkheid in
het onderwijs te verbeteren, hoe een plaats in te ruimen voor de grotere
diversiteit van moedertalen en culturele perspectieven, en interculturele
vaardigheden aan te kweken en hoe de onderwijsvaardigheden aan te passen en
bruggen te slaan naar migrantengezinnen en -gemeenschappen.
Volgens internationale en nationale gegevens hebben veel
migrantenkinderen in de Europese Unie een onderwijsachterstand ten
opzichte van hun autochtone medeleerlingen: schooluitval komt bij hen
vaker voor en zij stromen minder vaak door naar het hoger onderwijs.
Nog zorgwekkender is dat in sommige landen tweedegeneratieleerlingen
met een migrantenachtergrond op school slechter presteren dan de
eerste generatie. Dit duidt erop dat de maatschappelijke kloof
mettertijd nog groter kan worden. Tegelijkertijd zijn er duidelijke
tekenen dat de tendens om langs sociaaleconomische lijnen te
segregeren sterker wordt, aangezien sociaal bevoorrechte ouders
geneigd zijn hun kinderen van scholen met grote aantallen
migrantenkinderen te halen. De verschillen tussen scholen zullen
daardoor op den duur groter worden.
"Deze situatie kan de kansen van jonge migrantenleerlingen op een
succesvolle integratie later in hun leven in de arbeidsmarkt en de
samenleving ondermijnen," aldus Ján Figel', Europees commissaris voor
onderwijs, opleiding, cultuur en jeugdzaken. "Als migrantenkinderen de
school verlaten met een ervaring van onderprestatie en segregatie die
in hun latere leven doorzet, bestaat het risico dat een dergelijk
patroon ook in de volgende generatie voortduurt". De commissaris
voegde eraan toe dat "uit de gegevens blijkt dat beleid wel degelijk
uit kan maken. Sommige lidstaten slagen erin de uitdaging aan te gaan.
Het kan nuttig zijn ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren,
en de Europese Commissie wil die uitwisseling ondersteunen".
Onderzoek heeft een aantal oorzaken voor de huidige
onderwijsachterstand van vele migranten aangewezen. Die houden verband
met de persoonlijke achtergrond van migrantenleerlingen - zwakke
sociaaleconomische achtergrond, taal, verwachtingen bij het gezin en
de gemeenschap. Uit de gegevens blijkt echter ook dat het
onderwijssysteem er wel degelijk toe doet en dat sommige landen er
beter dan andere in slagen de kloof tussen migrantenleerlingen en
autochtone leerlingen te verkleinen, wat bewijst dat het beleid van
grote invloed kan zijn op de schoolprestaties.
Segregatie bijvoorbeeld is een neerwaartse spiraal die de motivatie en
prestaties van kinderen nadelig beïnvloedt. Differentiatie en selectie
kunnen vergelijkbare effecten hebben. De verwachtingen van de leraren
en hun bereidheid om met diversiteit om te gaan, kunnen ook de
resultaten beïnvloeden.
Het groenboek besteed in het kort aandacht aan beleidsmaatregelen en
benaderingen die succesvol onderwijs voor migrantenleerlingen kunnen
bevorderen. Zo slagen systemen die veel prioriteit geven aan
kansgelijkheid in het onderwijs, ook het best erin migrantenleerlingen
te integreren. Beleidsmaatregelen die in dit verband bijzonder nuttig
lijken, zijn onder andere voorschools onderwijs, het leren van de
taal, aanvullende onderwijsondersteuning zoals mentoring en tutoring,
intercultureel onderwijs en partnerschappen met gezinnen en
gemeenschappen. Het voorkómen van segregatie en de desegregatie van
"zwarte" scholen lijken een eerste vereiste om migrantenleerlingen
echte gelijke kansen te bieden. Daarvoor is het belangrijk hoge
kwaliteitsnormen op alle scholen, met name met betrekking tot
onderwijs en leiderschap. te garanderen.
Op nationaal en regionaal niveau moeten strategieën worden
gedefinieerd en ten uitvoer gelegd, maar leren van elkaar op Europees
niveau kan waardevol blijken te zijn. Het groenboek wil op alle
niveaus een gedachtewisseling op gang brengen over de vraag hoe al
deze uitdagingen moeten worden aangepakt en hoe de EU de lidstaten in
de toekomst kan helpen hun onderwijsbeleid op dit gebied vorm te
geven. Verder besteedt het aandacht aan de toekomst van Richtlijn
77/486/EEG inzake het onderwijs aan de kinderen van migrerende
werknemers, die in ongelijke mate ten uitvoer is gelegd.
Belanghebbenden wordt verzocht om vóór 31 december 2008 hun standpunt
kenbaar te maken over de beleidsuitdaging, beleidsantwoorden en de
mogelijke rol van de Europese Unie bij het ondersteunen van de
lidstaten. De Europese Commissie zal de resultaten van deze
raadpleging bestuderen en begin 2009 haar conclusies bekendmaken.
European Union