Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk uli 2008
3 j DK/I&I/2008/28381
5 juni 2008 08-OCW-B-035

Onderwerp
TAX-videoclipfonds

Naar aanleiding van mijn brief van 25 januari jl. over popmuziek verzoekt u mij uw kamer schriftelijk te informeren over de stand van zaken rond het TAX-videoclipfonds. Met deze brief ga ik in op de huidige situatie en toekomst van de regeling.

Het TAX-videoclipfonds is in 2006 in het leven geroepen als een tijdelijke stimuleringsregeling om de samenwerking tussen (pop)artiesten en beeldmakers te bevorderen. Het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst en het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroep- producties voeren de regeling gezamenlijk uit. Beide fondsen stellen hiervoor budget beschikbaar, aangevuld met een bijdrage uit het Programma voor de Creatieve Industrie dat beoogt knelpunten in creatieve productie weg te nemen. De fondsen hebben destijds met staatssecretaris Van der Laan afgesproken dat zowel de inhoudelijke als de financiële verantwoording van deze subsidiestroom in de afzonderlijke jaarrekeningen wordt opgenomen.

De inhoudelijke verantwoording laat zien dat het aantal aanvragen sinds de inwerkingtreding van de regeling flink is toegenomen. Hieruit kan worden afgeleid dat er ­ naast het proactieve scoutwerk van de fondsen ­ meer en meer artiesten bekend zijn met de regeling en hier graag gebruik van willen maken. In 2006 kwamen er 25 aanvragen binnen. In 2007 steeg dit aantal naar 125. De beoordeling is in handen van een deskundige adviescommissie. Zij beoordeelt de aanvragen onder andere op artistieke meerwaarde (een videoclip moet `het gangbare overstijgen'), beoogde distributiekanalen en matching door marktpartijen. In totaal zijn er tot nu toe ongeveer 40 samenwerkingsverbanden tussen popmusici en beeldmakers gesubsidieerd.

In de pers is het TAX-videoclipfonds niet onopgemerkt gebleven. Er is sinds de oprichting veel, overwegend positieve aandacht van de media geweest voor de regeling en de gesubsidieerde clips. Daarnaast beschikt het TAX-fonds over een eigen channel op de website YouTube om de videoclips voor het publiek toegankelijk te maken. YouTube registreert het aantal keren dat een clip wordt bekeken, waardoor het bereik van een videoclip via deze website in beeld kan worden gebracht. Zo is de clip Make my day (muziek van C-mon & Kypski, beeld van Jonathan Herman) via het TAX channel ruim

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 2/2

9100 keer bekeken, bij Love is my game (muziek van Gregor Salto en Dr. Kucho, beeld van Sander Alt en Michiel Wesselius) staat de teller op ruim 15.000 bezichtigingen. De videoclip Grip (muziek van zZz, beeld van Roel Wouters), winnaar van de titel Clip de l'Année tijdens het internationale Festival du Clip, is via het YouTube channel van beeldmaker Roel Wouters zelfs meer dan 200.000 keer bekeken.

Het bovenstaande heeft ertoe geleid dat de twee uitvoerende fondsen het TAX-videoclipfonds als activiteit structureel hebben opgenomen in hun beleidsplan voor de komende subsidieperiode. Dit betekent dat de regeling als onderdeel van de activiteiten ter beoordeling aan de Raad voor Cultuur is voorgelegd. Na afronding van het adviestraject zal ik een besluit nemen over de toe te kennen subsidies, waaronder die aan de fondsen. Dit besluit zal ik op Prinsjesdag bekend maken.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk