Kamervragen over de verhuur van wilde dieren
03 juli 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister opsomt welke vergunning/ontheffingen zijn afgegeven voor het bezit van wilde en/of beschermde soorten, welke voorwaarden worden gesteld en wie de naleving controleert.
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over de
verhuur van wilde dieren.
1
Kunt u uiteenzetten hoeveel vergunningen en ontheffingen voor het bezit van wilde en
beschermde diersoorten er de afgelopen vijf jaar verleend zijn en aan welke soort
instellingen of bedrijven? Wat zijn de afwegingen geweest om deze vergunningen en
ontheffingen te verlenen?
Het bezit van beschermde dieren is in beginsel verboden. Verordening (EG) nr. 338/97 is
de basisverordening waarin de EU de CITES-regelgeving heeft opgenomen. Voor levende
dieren behorende tot een soort die is opgenomen op Bijlage B, C of D bij deze
Verordening of voor levende dieren behorende tot een soort die is opgenomen op
Bijlage A bij Verordening (EG) nr. 338/97 en die in gevangenschap gefokte en geboren zijn,
geldt in het algemeen een vrijstelling. Uitzondering hierop zijn de primaten en bepaalde
katachtigen. Voor deze dieren geldt geen vrijstelling.
Voor het bezit van beschermde in- en uitheemse dieren waarvoor geen vrijstelling geldt,
kan een ontheffing worden verleend. Van vergunningverlening is geen sprake omdat er in
principe een verbod geldt waarvan alleen met een ontheffing kan worden afgeweken.
De afweging om een ontheffing te verlenen, is verder afhankelijk van de volgende
factoren:
- de aard van de houder (particulier, (type) instelling, commercieel, e.d.);
- zijn de dieren in gevangenschap gefokt en geboren?;
- zijn de voorgeschreven merktekens aanwezig?;
- is een registratie voorhanden?;
- is de huisvesting en verzorging adequaat?;
- is er een veiligheidsprotocol (indien van toepassing)?;
- is een Verklaring omtrent het Gedrag afgegeven waaruit blijkt dat de houder de
veiligheid van mens en dier kan waarborgen?
In de afgelopen vijf jaar zijn de volgende ontheffingen verleend:
60 ontheffingen voor inheemse dieren (opvang of educatie/onderzoek);
175 ontheffingen voor haviken (met name valkeniersactehouders);
150 ontheffingen voor schildpadden (particulieren);
9 ontheffingen voor circussen;
14 ontheffingen voor dierentuinen.
2
Kunt u uiteenzetten onder welke voorwaarden ontheffingen worden verleend voor het
bezitsverbod van beschermde diersoorten, zoals voor bepaalde grote katachtigen,
olifanten, beren, krokodillen en rendieren? Op welke wijze wordt toegezien op de naleving
van deze voorwaarden en door wie?
De voorwaarden waaronder ontheffing wordt verleend is van veel factoren afhankelijk, zie
hiervoor mijn beantwoording bij vraag 1.
Voor bepaalde katachtigen alsmede alle primaten geldt dat alleen ontheffing wordt
verleend aan dierentuinen met een daartoe strekkende dierentuinvergunning. Voor
circussen geldt op grond van de Flora- en faunawet een overgangsbeleid. Circussen
kunnen acts met dieren voortzetten indien deze acts reeds bestonden vóór de inwerkingtreding
van de Flora- en faunawet. Ik laat momenteel een onderzoek uitvoeren naar het
welzijn van circusdieren. Zoals toegezegd, stuur ik u dit rapport zodra het beschikbaar is.
Voor olifanten, beren en krokodillen zijn de bepalingen van toepassing die beschreven
staan bij mijn beantwoording op vraag 1. Zo is een ontheffing vereist voor olifanten, beren
en krokodillen die niet in gevangenschap gefokt en geboren zijn. De bepalingen zijn
opgenomen in Bijlage A.
Het toezicht op de naleving van de voorwaarden van de bezitsontheffingen wordt
uitgevoerd door de controleurs van de Algemene Inspectiedienst. Controles op dit terrein
worden momenteel vooral uitgevoerd op basis van meldingen en tips. Deze meldingen en
tips komen binnen bij de Groendesk. Verder hebben de controleurs daartoe contacten met
medehandhavers, vergunningverleners en informanten.
Ik heb de verdere professionalisering van de handhaving in het kader van het project
programmatisch handhaven natuurwetgeving ter hand genomen. Hierbij is het de
bedoeling om de reactieve benadering meer en meer te vervangen door structurele
aanpak op basis van risicoanalyse.
3
Welke voorwaarden zijn van toepassing bij het verhuren van dieren aan externen, zoals
organisatoren van festivals, reclamemakers of particulieren? Op welke wijze wordt hierop
gehandhaafd?
Bij mijn beantwoording op uw vraag 1 heb ik uiteengezet onder welke voorwaarde een
ontheffing verleend kan worden voor het in bezit hebben van bepaalde soorten.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
3 juli 2008 DN. 2008/1842 3
Voor het verhuren voor commerciële doeleinden van CITES-dieren, die opgenomen zijn in
Bijlage A (van de basisVerordening (EG) nr. 338/97), is in aanvulling ook een EG-certificaat
nodig. Er kan een EG-certificaat worden verleend indien de dieren in gevangenschap zijn
gefokt en geboren of voor 1984 (datum inwerkingtreding CITES-regelgeving in Nederland)
zijn verkregen. Ook dient de legale herkomst te worden aangetoond, een register te
worden bijgehouden en de dieren op voorgeschreven wijze te zijn gemerkt. Wanneer een
dergelijk EG-certificaat eenmaal is verleend, blijft het als een paspoort bij het dier.
Voor bepaalde katachtigen alsmede alle primaten geldt dat alleen ontheffing wordt
verleend aan dierentuinen met een daartoe strekkende dierentuinvergunning. Verhuur
voor commerciële doeleinden wordt niet toegestaan. Commercieel gebruik zoals verhuur
aan festivals, reclamemakers of particulieren is daarmee strijdig met de regelgeving.
Voor de handhaving verwijs ik naar het antwoord bij vraag 2.
4
Welke voorwaarden zijn van toepassing bij het in- of verhuren van dierenshows of -acts
(zoals een krokodillenshow)? Op welke wijze wordt hierop gehandhaafd?
Zie mijn antwoorden op de vragen 1, 2 en 3.
5 en 6
Kunt u uiteenzetten op welke wijze en met welke frequentie op dit moment wordt
gecontroleerd op ontheffingen voor bijvoorbeeld primaten en grote katachtigen?
Kunt u uiteenzetten of en zo ja, op welke wijze centrale registratie plaatsvindt van
bedrijven en instellingen die dieren verhuren en de dieren die hierbij worden verhuurd,
zoals het bedrijf Animaux Dierencasting? Op welke wijze en met welke frequentie worden
geregistreerde bedrijven en de benodigde ontheffingen gecontroleerd? Vinden de
controles zowel plaats op de locatie waar de dieren doorgaans worden gehouden als op
de locaties waar zij worden ingezet? Zo neen, waarom niet?
Voor het toezicht op de naleving van de CITES-regelgeving zijn noch nationaal noch
Europees controlefrequenties voorgeschreven. De interventiestrategie CITES is gestoeld op
een gestructureerde aanpak voor de handhaving op basis van risicoanalyse. Controles
worden - met uitzondering van aselecte controles om het nalevingsniveau te meten bij
doelgroepen - zoveel mogelijk uitgevoerd op die locaties waar overtredingen vermoed
worden. Bij deze selecte aanpak wordt gebruikgemaakt van risicoanalyse, tips en
meldingen.
Bedrijven die dieren verhuren behoeven zich niet op grond van de Flora- en faunawet te
registreren. Zoals eerder aangegeven dienen wel de vereiste ontheffingen en
EG-certificaten, aanwezig te zijn. Bedrijven zijn overigens zelf wel verplicht om een
register bij te houden voor levende dieren behorende tot CITES A- of B-soorten.
Voor de handhaving verwijs ik u verder naar het antwoord bij vraag 2.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
3 juli 2008 DN. 2008/1842 4
7
In hoeverre is het mogelijk om dieren in te huren van buitenlandse bedrijven of instanties
ten behoeve van bijvoorbeeld reclamespots, evenementen of festivals of door particulieren?
Aan welke voorwaarden moet hierbij worden voldaan en hoe wordt er toegezien
op de naleving hiervan, waaronder de aanwezigheid van de benodigde papieren?
De antwoorden op de vragen 1, 2 en 3 zijn op deze vraag van toepassing.
De EG-certificaten voor het commerciële gebruik van dieren opgenomen op Bijlage A, zijn
in de hele EU geldig. Wanneer er bij een dier derhalve een EG-certificaat aanwezig is, mag
met het dier in de hele EU worden opgetreden. In dit geval wordt alleen nog getoetst of
een ontheffing voor het bezit nodig is. Voor de afgifte van een dergelijke ontheffing
gelden dezelfde eisen voor buitenlandse bedrijven als voor Nederlandse bedrijven.
8
Kunt u uiteenzetten welke diersoorten u geschikt acht om te verhuren voor commerciële
doeleinden of particuliere aangelegenheden? Welke criteria hanteert u hierbij?
Voorzover er vanuit de Flora- en faunawet geen beletselen zijn om dieren te verhuren, is
verhuur van dieren, in beginsel toegestaan. De geldende regelgeving, zoals verankerd in
de Flora- en faunawet (zie mijn beantwoording van vragen 1, 2 en 3) en de Gezondheidsen
welzijnswet voor dieren (artikel 36 en 37) biedt de randvoorwaarden voor de gezondheid
en het welzijn van de dieren.
9
Kent u de reclame van een verzekeringsmaatschappij waarin apen te zien zijn? Kunt u
uiteenzetten waar deze dieren vandaan komen en of voor het tijdelijk in bezit hebben van
deze dieren een ontheffing is afgegeven? Zo ja, door wie en op welke gronden? Zo neen,
kunt u uiteenzetten of hier sprake is van overtreding van CITES-regelgeving?
Ja. Verhuur en het in bezit hebben in Nederland van primaten voor commerciële doeleinden
is op grond van de Flora- en faunawet verboden. Op dit verbod is en wordt nooit
ontheffing verleend. Onderzoek heeft echter aangetoond dat het filmpje niet in Nederland
is opgenomen, zodat de CITES-regelgeving zoals die in Nederland is verankerd in de Floraen
faunawet, niet is overtreden.
10
Bent u op de hoogte van het feit dat bij optredens van bepaalde zangers herhaaldelijk een
olifant is ingezet? Hoe verhoudt het gebruik van een olifant bij een concert zich tot uw
uitspraak dat aan festivals, reclamemakers en dergelijke in ieder geval geen ontheffing
wordt verleend?
U verwijst naar het weekblad Story naar een uitgave uit 2006 en het optreden waar u op
doelt, vond ook in 2006 plaats. Onderzoek heeft aangetoond dat er geen sprake is
geweest van overtreding van de regelgeving. Het betrof een ingehuurde act uit het
buitenland. Overigens was de Dierenbescherming betrokken bij de repetities.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
3 juli 2008 DN. 2008/1842 5
11
Acht u de veiligheid van toeschouwers van (ingehuurde) acts met wilde dieren voldoende
gewaarborgd? Zo ja, waar baseert u dit op en hoe wordt hier op toegezien? Zo neen, op
welke wijze bent u voornemens hier verbetering in te brengen?
Indien een ontheffing wordt verleend voor gevaarlijke dieren dient de aanvrager een
veiligheidsprotocol te overleggen alsmede een verklaring omtrent het gedrag, waarbij
getoetst wordt op veiligheid voor mens en dier. Het maakt integraal onderdeel uit van de
ontheffing. Het veiligheidsprotocol moet bijvoorbeeld aantonen dat de dieren op een
goede wijze van mensen worden afgescheiden. Ook moet uit het veiligheidsprotocol
blijken dat er afspraken zijn met politie en gemeente voor het geval een dier toch mocht
ontsnappen. Uit de Verklaring omtrent het Gedrag moet komen vast te staan dat er geen
antecedenten zijn welke tot de conclusie moeten leiden dat de betrokken persoon de
veiligheid van mens en dier niet respecteert. Controle vindt plaats zoals beschreven in mijn
antwoord op vraag 2.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit