Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Maatregelen Noordzeevisserij

03 juli 2008 - kamerstuk

Kamerbrief over problemen met de hoge brandstofprijs. In de brief gaat de minister onder andere in op het pakket maatregelen dat zij voor innovatie en verduuzaming van de visserij ter beschikking stelt.

Geachte Voorzitter,
Donderdag 19 juni jl. heb ik de vaste commissie voor LNV toegezegd de Kamer nog voor het zomerreces te informeren over de brandstofproblematiek in de visserij. Met deze nota los ik deze toezegging in.
De nota is opgebouwd in drie delen:

- Een analyse van de economische rendementen in de Noordzeevisserij in relatie tot de stijgende brandstofprijzen;

- Een beoordeling van de recent door de Europese Commissie voorgestelde maatregelen voor de visserij in reactie op de hoge brandstofprijzen;
- Het pakket maatregelen dat ik voor innovatie en verduurzaming van de visserij ter beschikking stel.
Rendementen van de Nederlandse vloot
De hoge brandstofprijzen drukken zwaar op de rendementen van de visserijbedrijven. In een recente LEI-studie (juni 2008) wordt dit met concrete cijfers gestaafd.
- De olieprijzen voor vissers zijn sinds 2005 meer dan verdubbeld: van 35 cent/liter in 2005 tot gemiddeld 60 cent de eerste maanden van 2008, tot boven de 70 cent in juni.
- Reeds in 2007 gaven de grote boomkorkotters (2000 PK) 45% van de totale besomming uit aan gasolie. Voor eurokotters (300 PK) lag het percentage brandstofkosten rond de 20% van de totale besomming.

- Sinds maart van dit jaar zijn gemiddeld bij de grote kotters alle directe uitgaven waaronder olie zelfs hoger dan de inkomsten. Het is sinds enkele maanden economisch gezien dan ook "gunstiger" om niet te gaan vissen in plaats van uit te varen. Afschrijving en rente kunnen niet meer terugverdiend worden.
- Bij een olieprijs van 90 cent zal (praktisch) de gehele besomming van een boomkorkotter opgaan aan oliekosten. Voor een eurokotter heeft het nog enigszins zin om te gaan vissen tot een prijs van 90 cent omdat er in ieder geval nog een deel van de afschrijving en rente wordt terugverdiend.


- De bemanning van grote kotters zullen bij een prijs van 80 en 90 cent per liter praktisch geen verdiensten (loon) meer hebben. Die van eurokotters zullen de lonen met 40% zien afnemen ten opzichte van 2007.

- Grote boomkorkotters en eurokotters zullen bij het aanhouden van deze situatie zeer waarschijnlijk geen bemanning meer vasthouden door de lage lonen die er nog verdiend kunnen worden. Er resteert een onvoldoende afrekenbesomming waardoor opvarenden praktisch helemaal geen verdiensten meer zullen hebben. Kijkend naar de vloot als geheel valt een inschatting te maken welk percentage van de vloot reeds bij de huidige olieprijs en bij een verdere stijging een negatieve 'cash flow' zal kennen en dus economisch geredeneerd aan de kant zal moeten blijven: Aandeel schepen dat om economische reden 'moet' stoppen bij oplopende olieprijs Olieprijs (euro/liter) 0,7 0,8 0,9 1
Eurokotters 300 pk 35% 40% 50% 60%
Grotere kotters 1500-2000 pk >90% >95% >95% >95%
Hieruit blijkt dat reeds bij de huidige olieprijs van 70 cent meer dan 90% van de grotere kotters economisch gezien beter niet kan gaan vissen. Dit toont indringend aan dat de resultaten van de Nederlandse boomkorvisserij erg afhankelijk zijn van de hoogte van de brandstofprijzen.
Maatregelenpakket Europese Commissie
De hoge prijzen zorgen in alle EU-lidstaten voor problemen. In veel lidstaten richten vissers zich via acties tot de nationale en de Europese overheden met de eis gecompenseerd te worden voor de hoge energieprijzen. De voor de visserij verantwoordelijke Europees Commissaris Joe Borg heeft in reactie hierop steeds benadrukt dat operationele steun aan vissers niet aan de orde kan zijn: 'brandstofsteun is in strijd met de Europese regelgeving (staatssteun) en lost bovendien de onderliggende problemen niet op'. Wel heeft Commissaris Borg op 18 juni jl. een 'non-paper' gepresenteerd met daarin verschillende maatregelen om de visserijsector te steunen. Het pakket is door de Raad van Visserijministers 24 juni jl. besproken. In navolging van mijn inbreng gaven veel lidstaten aan dat dit een eerste stap zou moeten zijn, maar dat verdere maatregelen noodzakelijk zijn.
Mijn beoordeling van de voorstellen is als volgt:

- Los van een voor de EU als geheel relatief klein bedrag van ¤ 20 à 25 mln., worden er geen verdere extra financiële middelen vrijgemaakt; de consequentie is dat de voorgestelde wijzigingen gevolgen hebben voor de bestaande programmering.
- Een deel van de voorstellen is gericht op het meer flexibel kunnen inzetten van de bestaande maatregelen uit het Europees Visserij Fonds.
- Er in meerdere gevallen sprake van een verhoging van de communautaire subsidiepercentages, waardoor de private bijdrages van vissers voor hun investeringen lager kunnen uitvallen.


- Er enkele nieuwe dan wel aangepaste vormen van steunverlening mogelijk worden zoals een aanpassing van de deminimisregeling, een uitbreiding van de stillegregelingen en partiële sanering.
Commissaris Borg heeft in de Raad aangegeven zich aanbevolen te houden voor ideeën die ertoe leiden dat er op EU-niveau voor de visserij extra financiële middelen beschikbaar komen.
Meer specifiek volgen hier onder de belangrijkste onderdelen uit het 'non-paper' en een eerste beoordeling die ik er in dit stadium aangeef. De voorstellen zullen immers in formele voorstellen worden omgezet, waarna ze de formele besluitvormingsprocedures zullen volgen.

1. De EC stelt voor de mogelijkheden voor tijdelijke stillegging van de vloot uit te breiden. Lidstaten kunnen vissers die hun schepen stilleggen maximaal drie maanden vergoeden in de kosten van de bemanning en andere vaste kosten. Eis is wel dat schepen onderdeel zijn van een door de lidstaat op te stellen herstructureringsplan, dat goedkeuring van de EC behoeft.
Reactie
De huidige problemen in de visserij hebben een oorzaak in de grote afhankelijkheid van brandstofgebruik door de vloot. De vloot dient dan ook om te schakelen naar energiezuinigere en duurzame vistechnieken. Tijdelijke stillegging van de vloot lost dit onderliggende structurele probleem niet op. Bovendien is het een dure maatregel. Ingeval de Nederlandse vloot enkele maanden stil wordt gelegd, bedragen de kosten hiervan al meer dan ¤ 10 mln. per jaar.

2. De EC stelt voor een wijziging aan te brengen in de systematiek van de deminimissteun. De hoogte van de reeds toegestane de deminimissteun blijft ¤ 30.000, maar lidstaten krijgen de vrijheid deze steun per vaartuig toe te kennen in plaats van per onderneming zoals nu het geval. Wel is er een grens van ¤ 100.000 per onderneming. Reactie
Gebruik maken van de deminimissteun betekent dat er buiten de staatssteunkaders en EVF-regels door lidstaten nationale financiële middelen aan vissers kunnen worden gegeven. Gebruikmaking van de deminisregeling lost de onderliggende structurele problemen niet op en draagt het gevaar van (nationale) willekeur in zich en daarmee scheve concurrentieverhoudingen binnen de EU. De voorgestelde aanpassing heeft dan ook niet mijn steun.

3. De EC stelt voor om partiële, dus gedeeltelijke sanering mogelijk te maken. Hierdoor kan een visser een schip saneren en dit vervangen door een kleiner, energiezuiniger vaartuig. Ook de algemene voorwaarden voor gewone sanering worden versoepeld. Reactie
Partiële sanering is een minder dure maatregel dan gewone sanering en heeft het voordeel dat ondernemende vissers in de sector actief blijven met kleinere schepen en meer duurzame vangsttechnieken.

Niettemin blijft het een kostbare maatregel en zijn er in Nederland, zeker ook gelet op de recent afgesloten saneringsmaatregel, geen middelen voor gereserveerd. Voor alle drie genoemde voorstellen geldt dat er voor Nederland geen extra Europese financiële middelen beschikbaar komen. Een keuze voor partiële sanering, aanpassing van de deminimisregeling of tijdelijke stillegging betekent dat de geplande maatregelen voor innovatie en verduurzaming, niet meer kunnen worden gefinancierd.
4. Ook stelt de EC enkele nieuwe vormen van ondersteuning voor:
- Steun aan vissers voor het opstellen van business- of ondernemingsplannen;
- Sociaal flankerende maatregelen, zoals vervroegde uittreding, komen ook beschikbaar voor werknemers in visketen (afslagen, havendiensten);
- Mogelijkheden moeten worden verkend voor verlenen van sociale steun in de vorm van verlaagde sociale premies.
Reactie
Het zou nuttig zijn om bedrijven te ondersteunen bij het maken van een bussiness- of ondernemingsplannen. Een goed plan kan ondernemers helpen om de mogelijkheden en onmogelijkheden van hun bedrijf in kaart te brengen en op basis daarvan verantwoorde investeringsstappen te zetten. Anderzijds kan het ook aanleiding zijn te besluiten het bedrijf te beëindigen, hoe pijnlijk dit ook is. Sociaal flankerende maatregelen in de visketen zijn sympathiek, maar leveren de aanvoersector geen directe voordelen op. Ook hier geldt: het EVF-budget kan maar één keer besteed worden. Mogelijk zou een verlaagde afdracht van premies volksverzekeringen een relatie kunnen hebben met de zogenaamde koopvaardijregeling door deze ook voor de visserij van toepassing te laten zijn. Deze regeling leidt in de zeevaart tot afdrachtvermindering door de werkgever van loonbelasting en premies volksverzekeringen. Voor maatschapvissers zou dit overigens geen oplossing bieden.

5. Enkele van de EC-voorstellen hebben betrekking op een hogere EVF-bijdrage en daarmee een lagere private bijdrage door de vissers. Bijvoorbeeld investeringen die leiden tot brandstofbesparingen, investeringen in netten (private bijdrage is nu 60%) of motorenvervanging (is nu 80%).
Reactie
Investeringen in meer duurzame vangsttechnieken is ook inzet van Nederland. Of de EVFbijdrage nu 40, 50 of 60% is, is niet principieel onderscheidend. Steun voor vervanging van motoren is (tot nu toe) geen Nederlandse keuze.

6. Een aantal voorgestelde maatregelen heeft een meer collectieve doelstelling:
- Meer onderzoek is noodzakelijk naar brandstofbesparing;
- Een budget van ¤ 20 à 25 mln. voor de EU als geheel komt beschikbaar voor onderzoek naar een betere marktpositionering van vis;
- De bestaande EVF-mogelijkheden moeten beter worden benut om de positie van vissers in de visketen te versterken (P.O.'s, prijsmonitoring, consumentenvoorlichting, etc.).

Reactie
Dit zijn belangrijke voorstellen. Nederland besteedt al relatief veel middelen onder as 3 van het Europees Visserij Fonds die op dit soort maatregelen zijn gericht. Ik vind het belangrijk dat de Europese Commissie het belang inziet van maatregelen om vis beter in de markt te positioneren. Nog belangrijker is dat dit communautaire bedrag ook alle lidstaten ten goede komt.

7. Ten slotte doet de Europese Commissie een aantal voorstellen die de herprogrammering en de werking van het Europees Visserij Fonds moeten versoepelen. Reactie
Het is een goede zaak dat lidstaten, uiteraard binnen het EVF-kader, beleidsruimte hebben voor aanpassingen in de inzet van maatregelen.
Nationaal maatregelenpakket voor de visserij
De verslechterende rendementen die zich over de gehele breedte van de visserijsector manifesteren, maken de noodzaak voor een aanpassing van de gehele sector groot. Er is een gericht pakket aan maatregelen nodig om bij te dragen aan de transitie van de visserijsector naar een in alle opzichten duurzame sector. Ik vind het van groot belang dat de aan te dragen oplossingen bijdragen aan het oplossen van de onderliggende oorzaken van de problemen in de visserij. De recente prijsstijging van olie is zeker aanleiding van de huidige problemen, maar de echte oorzaak van de problemen is de grote afhankelijkheid van de visserij van het gebruik van grote hoeveelheden brandstof. De acties die ik in een samenhangend pakket voorstel, passen binnen de mogelijkheden die het Europees Visserij Fonds de sector biedt. In de periode dat het fonds van kracht is (2007-2013), is er jaarlijks een bedrag van ongeveer ¤ 20 mln. beschikbaar. Met deze middelen is het mogelijk de noodzakelijke innovatie en verduurzaming te stimuleren en is ook de recent doorgevoerde sanering van de Noordzeekottervloot gefinancierd. Ook de uitvoering van het Maatschappelijk Convenant Noordzeevisserij dat 5 juni jl. is afgesloten, wordt met deze middelen ondersteund.
Onderstaand zijn de onderdelen van het langetermijnpakket herstructureringsmaatregelen voor de Nederlandse visserij dat mij voor ogen staat op een rij gezet. Naast de maatregelen die eind vorig jaar en dit jaar reeds zijn genomen, te weten de saneringsregeling, de garantstellingsregeling, sociaal-flankerend beleid, de oprichting van kenniskringen en investeringssteun voor de pulskor, stel ik de volgende maatregelen voor.

- Per 1 juli heb ik, op advies van het Visserij Innovatieplatform, een bedrag van ¤ 3 mln. beschikbaar gesteld voor de start van acht innovatieve proefprojecten. Een viertal projecten heeft direct betrekking op het ontwikkelen en uittesten van alternatieven voor het gebruik van de boomkorvisserij. Dat gebeurt via een techniek van het opwekken van waterstroming, het geschikt maken van de outrigvisserij voor de tongvisserij, het testen met nieuwe prototypes van de zogeheten 'sumwing' en verbeteringen in de werking van de pulsvisserij.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
2 juli 2008 VISS. 2008/4014 6
Het vijfde project is erop gericht schelpdieren op een duurzame wijze en in een natuurlijke omgeving, maar op het land, op te kweken tot voor consumptie geschikte schelpdieren. Het zesde project beoogt tracering van vis van vangst tot consumptie in de gehele visketen praktisch vorm te geven. Het zevende project moet bijdragen aan de optimalisatie van de overleving van bijvangst in de binnenvisserij en het achtste project ten slotte moet praktische informatie opleveren over duurzame kweek van bestaande en ook nieuwe vissoorten.

- Op 15 juli aanstaande zal deze subsidieregeling voor een tweede maal worden opengesteld. Dit biedt de gehele visketen de mogelijkheid nieuwe projecten in te dienen, waarover het Visserij Innovatieplatform mij advies zal uitbrengen. Voor deze openstelling is ¤ 2 mln. beschikbaar.

- Eveneens op 15 juli zal voor de eerste maal een subsidieregeling worden opengesteld die speciaal gericht is op het bevorderen van samenwerkingsprojecten in de visketen. Ik acht het van groot belang dat de verschillende spelers in de gehele visketen samenwerking aangaan en daarmee efficiëntieverbetering en waardevermeerdering tot stand brengen. Ook samenwerking tussen de visserij en maatschappelijke organisaties ter bevordering van een maatschappelijke geaccepteerde en duurzame visserij wordt met deze subsidieregeling 'collectieve acties' ondersteund. Met de eerste openstelling is een bedrag van ¤ 2 mln. gemoeid. Hiermee haal ik middelen uit het EVF naar voren, want deze regeling stond gepland vanaf 2009.

- Ik ben bovendien bereid om, gezien de ernst van de situatie, vooruitlopend hierop ook direct iets te doen aan verbetering van de marktpositie van verse vis, op voorwaarde dat de visserijorganisaties met een gezamenlijk plan komen. Tot nu toe heb ik enkel afzonderlijke voostellen ontvangen, die geen samenhang vertonen. Ingeval ketenpartijen de handen ineenslaan en een landsdekkend plan voorleggen, wil ik hiervoor een bedrag van ¤ 1 mln. beschikbaar stellen. Het is mijn overtuiging dat door een betere positionering van verse vis hier letterlijk een markt te winnen is, maar dat versnippering in de sector het tot nu toe onmogelijk heeft gemaakt om onze potentieel sterke positie van marktleider in Europa in klinkende munt om te zetten.
- Uit de plannen van Commissaris Borg neem ik het idee over om bedrijven te ondersteunen bij het maken van bussines-/ondernemingsplannen. Een goed plan kan ondernemers helpen om de mogelijkheden die er zijn op een rij te zetten en vanuit die visie de toekomst tegemoet te treden. Ik stel hiervoor maximaal ¤ 2000 per bedrijf beschikbaar. Reeds in juli wordt een start gemaakt met de doorlichting van de bedrijven.

- Tot slot stond voor medio 2009 een investeringsregeling gepland voor de ondersteuning van vissers die omschakelen naar meer energiezuinigere en selectieve vistechnieken. Deze regeling zal op het vroegst mogelijk moment in 2009, te weten
1 januari, worden opengesteld. Met de regeling is een bedrag van ¤ 2 mln. gemoeid. Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

2 juli 2008 VISS. 2008/4014 7
Slot
De situatie in de Noordzeevisserij is zeer zorgelijk. Als het tij niet wordt gekeerd, zal dit voor veel bedrijven het einde betekenen. Het door de Europese Commissie gepresenteerde pakket maatregelen biedt voor Nederland vooralsnog niet veel soelaas. Mijn inzet in Europees verband blijft om de Commissie te bewegen tot verdere stappen. Ik ga dan ook verder op de door mij ingeslagen weg met een aanpak voor de visserij die ambitieus en doelgericht is.
Een aanpak die wordt gekenmerkt door:

- het via innovatie inzetten op lagere kosten, lager brandstofgebruik en een meer duurzame visserij;

- het versterken van de afzetkant, wat moet leiden tot hogere prijzen voor vissers;
- het stimuleren van investeringen, ook via garantstelling;
- het beter benutten van kennis in de sector om bijvoorbeeld certificering dichter bij te brengen;

- een vermindering van de vlootcapaciteit, zodat blijvers in de sector meer ruimte krijgen.
De in deze brief genoemde maatregelen betekenen een intensivering van deze aanpak, maar ik blijf de ontwikkelingen op Europees en nationaal vlak nauwlettend volgen om te bezien of de gekozen aanpak de noodzakelijke en gewenste resultaten oplevert. Daarbij ben ik bereid om nationaal en in Brussel te kijken of zaken beter en/of sneller kunnen. Maar dan wel zonder de langetermijndoelstellingen uit het oog te verliezen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg