Beantwoording Kamervragen over dreigement opstappen voorzitter Actal
Brief | 01-07-2008 | nr RR08-0252
Vragen van het lid Koser Kaya (D66) aan de staatssecretarissen van Financiën en van
Economische Zaken over het dreigement van de heer Linschoten om op te stappen als
voorzitter van Actal. (Ingezonden 20 juni 2008)
1
Is het u bekend dat de voorzitter van het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal),
de heer Linschoten, dreigt op te stappen als het kabinet doorgaat met het niet opvolgen van de
adviezen van Actal? 1)
Ja, wij kennen het artikel in het FD waarin de heer Linschoten bovenstaande uitspreekt.
Van het niet opvolgen van adviezen van Actal is naar onze overtuiging geen sprake. Wij
hebben bij het formuleren van de vernieuwde aanpak van dit kabinet -met name op het terrein
van de administratieve lasten en de nalevingskosten voor bedrijven- ons juist voor een groot
deel gebaseerd op de adviezen van Actal.
Een wisseling in de samenstelling van het College Actal is overigens wat ons betreft gevolg
van al eerder gemaakte afspraken daarover. Vorig jaar september verliep de benoeming van
de heren Linschoten en Kamps. Zij zaten op dat moment 7 jaren in het College van Actal.
Wij hebben hen beiden destijds gevraagd -vanwege het vertrek van mevrouw Van der Burg én
hun kennis en expertise- om ons nog één jaar nadrukkelijk te ondersteunen bij de nieuwe start
van het kabinetsprogramma én om de continuïteit bij Actal te waarborgen. Op dat moment is
ook de afspraak met hen gemaakt om in de loop van 2008 terug te treden.
Inmiddels heeft het kabinet een tweetal nieuwe collegeleden bereid gevonden zitting te nemen
in het college van Actal. Daarmee komt ook het moment naderbij dat de heer Linschoten
conform de eerdere afspraken terug kan treden.
2
Heeft de heer Linschoten ook rechtstreeks zijn onvrede en eventuele vertrek aan u kenbaar
gemaakt? Zo ja, hoe hebt u daar op gereageerd?
Zoals al jaren te doen gebruikelijk is er periodiek bestuurlijk overleg tussen de coördinerende
bewindspersonen met het College Actal. Bij die gelegenheid geeft het College Actal zijn
opvatting over de kabinetsaanpak en de voortgang daarin, inclusief bepaalde kritische
kanttekeningen daarbij. De kritische kanttekeningen van Actal zijn via de adviezen van Actal
ook bij u bekend. Het kabinet heeft bij verschillende gelegenheden richting uw Kamer daarop
een reactie gegeven.
De aankondiging van een eventueel vertrek uit onvrede hebben wij uit de media vernomen.
Zoals echter hierboven al gesteld hebben wij reeds vorig jaar met hem afspraken gemaakt
over een wisseling in de loop van 2008.
3
Hoe gaat u voorkomen dat een groot deel van het adviescollege, met de voorzitter voorop,
voor het eind van het jaar uit onvrede opstapt?
Zoals hierboven al aangegeven, de heren Linschoten en Kamps zouden volgens de met hen
besproken planning in de loop van dit jaar terugtreden. Juist met het oog op continuïteit zijn
reeds eerder twee nieuwe Collegeleden aangetrokken -mevrouw Giskes en de heer De Lange-
waarmee het College (al dan niet tijdelijk) meer dan drie leden kent.
4
Deelt u de mening van de heer Linschoten dat zonder veel moeite een kwart van de 100
miljard aan jaarlijkse kosten voor het naleven van regelgeving kan worden geschrapt? Zo ja,
hoe en wanneer gaat u dat bereiken??
Nee, die mening delen wij niet. Zoals u weet zijn wij druk bezig om de nalevingskosten vast
te stellen van door bedrijven gemelde knelpunten op prioritaire terreinen. Wij gaan vervolgens
reductiedoelstellingen formuleren zonder afbreuk te willen doen aan de maatschappelijke
doelen van desbetreffende regelgeving. Dat vraagt per terrein naar verwachting een precieze
afweging tussen de kosten en de baten van dergelijke regelcomplexen. Dat dit steeds `zonder
veel moeite kan' zal nog moeten blijken.
De omvang van het door de heer Linschoten in het artikel gemelde bedrag doet overigens
vermoeden dat het hier gaat om de totale kosten van alle regelgeving in Nederland. Een
degelijke meting, of een beredeneerde studie daarnaar, is bij ons weten nog nooit gedaan. De
onderbouwing van het door hem genoemde bedrag van 100 miljard is ons dus onbekend.
5
Is het waar dat Nederland hard bezig is de door de OESO en Wereldbank geroemde
voorsprong op het gebied van administratieve lastenreductie te verspelen?
Nee, dat is niet waar. In onze internationale contacten blijkt keer op keer hoezeer onze nieuwe
aanpak voor de aanpak van regeldruk van bedrijven wordt gewaardeerd in het buitenland en
dat we op dat terrein nog steeds als voorloper worden gezien.
Nederland was het eerste land met een kwantitatieve reductiedoelstelling voor administratieve
lasten, Nederland is nu het eerste land dat opnieuw een additionele reductiedoelstelling heeft
geformuleerd, het eerste land dat voor de tweede maal een integrale nulmeting heeft afgerond
en het eerste land dat daarnaast een kwantitatieve aanpak met metingen en
reductiedoelstellingen ontwikkelt voor de aanpak van bestaande nalevingskosten op in
overleg met bedrijven geselecteerde terreinen. Dit alles juist op advies van de Wereldbank en
de OESO om de geroemde voorsprong te kunnen behouden.
6
Zou u deze vragen vóór 1 juli 2008 willen beantwoorden?
Ja.
Vragen van het lid Aptroot (VVD) aan de staatssecretarissen van Financiën en van
Economische Zaken het dreigement van de heer Linschoten om op te stappen als voorzitter
van Actal. (Ingezonden 20 juni 2008)
1
Wat vindt u van de opmerking van de heer Linschoten dat het kabinet niet luistert en niet
serieus omgaat met adviezen over reductie administratieve lasten en uitvoeringslasten? 1)
Die mening delen wij niet, aangezien we juist heel serieus notie nemen (en altijd hebben
genomen) van de adviezen van Actal. Zoals u ook heeft kunnen lezen in onze recente
voortgangsrapportage, is de hernieuwde aanpak van de administratieve lasten en de aanpak
van de inhoudelijke nalevingskosten voor een groot deel gebaseerd op de adviezen van Actal
(en de Algemene Rekenkamer, OESO en Wereldbank).
2
Bent u bereid weer een complete meting en rapportage te doen van de administratieve lasten
en uitvoeringslasten?
De nieuwe nulmeting naar administratieve lasten voor bedrijven is inmiddels afgerond. Deze
onderzoeksresultaten worden aangevuld met separate metingen op het terrein van de
gemeenten. Tegelijkertijd meten we de nalevingskosten voor bedrijven op een aantal
prioritaire terreinen. Dit is overigens zowel dit jaar als vorig jaar meerdere keren met de
Kamer besproken. Ons inziens worden de uitvoeringslasten voor bedrijven hiermee uitstekend
in kaart gebracht. In aanvulling, staatssecretaris Bijleveld van BZK brengt ondertussen de
uitvoeringslasten voor overheden onderling in kaart (de zogenoemde interbestuurlijke lasten).
3
Welke conclusie verbindt u aan uw handelen als collegeleden van Actal opstappen omdat zij
constateren dat u niet serieus en verantwoord omgaat met reductie van administratieve lasten
en uitvoeringslasten en hun werk dus zinloos is?
Zoals u ook heeft kunnen lezen in het antwoord op de vragen van uw collega Koser Kaya (20
juni, vraagnummer 2070823400), is er al vorig jaar met de Collegeleden gesproken over een
moment van terugtreden in de loop van 2008. Het vertrek van de heren Linschoten en Kamps
is dus reeds langer voorzien.
De suggestie dat het advieswerk van Actal zinloos zou zijn, delen wij in het geheel niet. Wij
vinden de rol van onafhankelijke waakhond een belangrijk onderdeel van de infrastructuur
van ons programma, en hebben om die reden de taken en bevoegdheden van Actal recent juist
versterkt ten opzichte van zijn mandaat in de voorgaande kabinetsperiode.
4
Kunt u reageren op uitspraken van de supermarktondernemers dat de verpakkingsbelasting
onuitvoerbaar is vanwege het feit dat zelfs de Belastingdienst niet weet hoe het werkt en dat
de verpakkingsbelasting voor de ondernemers enorm kostbaar is omdat de administratieve
lasten hoog zijn, volgens berekeningen zelfs even groot als de totale belastingopbrengst? Bent
u bereid om de verpakkingsbelasting in te trekken nu blijkt dat van tevoren niet is gezorgd
voor uitvoerbaarheid en voor beperking van de administratieve lasten?
Zoals de staatssecretaris van Financiën heeft toegezegd in zijn brief aan uw Kamer van 30 mei
jl., wordt er nu samen met het bedrijfsleven gekeken naar mogelijkheden voor
vereenvoudiging van de verpakkingenbelasting. In de eerste week van juli vindt over dit
onderwerp overigens ook nog een Algemeen Overleg met de Tweede Kamer plaats.
5
Kunt u deze vragen binnen één week beantwoorden, zodat de beantwoording nog mee kan
worden genomen in de plenaire afhandeling van het overleg over administratieve lasten en
regeldruk?
Ja.
---- --
Ministerie van Financiën