Nederlandse Politiebond
NIEUWE LANDELIJKE REISREGELING VOOR DE POLITIESECTOR VAN KRACHT!
Sinds 1 juli 2008 is een nieuw Besluit reis-, verblijf- en
verhuiskosten politie (Brvvp) in werking getreden. Dit Besluit regelt
de aanspraken, tegemoetkomingen of vergoedingen in reiskosten
woon-werkverkeer, dienstreizen, verblijfkosten en verhuiskosten. De
mogelijkheid om per korps een eigen vervoersplan vast te stellen is
komen te vervallen, evenals het Besluit vergoeding verplaatsingskosten
politie en het Besluit vergoeding dienstreizen politie.
Op basis van de nieuwe landelijke reisregeling krijgen nagenoeg alle
politieambtenaren aanspraak op een reiskostenvergoeding
woon-werkverkeer. Bovendien gelden voortaan voor iedereen dezelfde
rechten ongeacht in welk korps of in welke organisatie iemand werkt.
Daar staat tegenover dat de nieuwe regeling voor een relatief kleine
groep collega's zal leiden tot een lagere tegemoetkoming in de kosten
van hun woon-werkverkeer met eigen vervoer.
De NPB vindt dat een verdedigbare prijs voor een reiskostenregeling
die gebaseerd is op onderlinge solidariteit, die de rechtsgelijkheid
tussen politiewerknemers herstelt en die bovendien een zekere
maatschappe- lijke ambitie heeft door het stimuleren van het gebruik
van het openbaar vervoer en de fiets. Desalniettemin zal de NPB
blijven streven naar het optimaliseren van de nieuwe regeling; de
eerste aanzet daartoe is onlangs gegeven door het NBP-congres in
Leiden.
Wat zijn in kort bestek de pluspunten van de nieuwe regeling?
* Alle politieambtenaren komen voortaan in aanmerking voor een
vergoeding woon-werkverkeer ook alle 20.000 collega's die minder dan
10 kilometer van hun werk wonen.
* Woon-werkverkeer per fiets wordt voortaan ook vergoed à 0,18 per
kilometer.
* Woon-werkverkeer met het openbaar vervoer (tweede klasse) wordt
voortaan volledig vergoed (= desgewenst voor politieambtenaren
voortaan gratis).
* Brug-, veer- en tolgelden worden voortaan standaard volledig
vergoed.
* Bij dienstreizen wordt geen eigen bijdrage meer ingehouden op de
vergoeding van de verblijfskosten; het reizen in de eerste klasse van
het openbaar vervoer wordt volledig vergoed.
Waarom 0,18 per km en een eigen bijdrage van 25 procent?
Als een werknemer tijdens zijn woon-werkverkeer vaste reisbewegingen
maakt, dus gedurende het jaar elke dag dezelfde reisafstand aflegt,
mag de werkgever hem daarvoor een onbelaste vaste tegemoetkoming mag
geven. Aan die fiscaal gunstige mogelijkheid zitten wel een aantal
beperkingen.
* Het bedrag per kilometer is maximaal 0,19.
* De fiscus gaat ervan uit dat er in een jaar 260 werkdagen zitten
waarvan een werknemer 54 dagen wegens verlof, vakantie en ziekte
afwezig is, zodat er maximaal 206 reisdagen overblijven.
* Bovendien mag de werkgever maximaal 150 kilometer per dag vergoeden.
Dat is dus 75 kilometer enkele reis.
Op basis van het Brvvp krijgen politieambtenaren maximaal 200
kilometer per dienst vergoed. Dat is 50 kilometer meer dan het door de
fiscus vastgestelde maximum. Door het hanteren van een eigen bijdrage
van 25 procent blijft de reiskostenvergoeding binnen de fiscaal
gestelde grenzen (en dus onbelast).
* Er komen de afgelopen dagen nogal wat e-mailtjes binnen van
collega's die zich door de nieuwe regeling overvallen voelen en vragen
of de bond daarover niet eerder openheid van zaken had kunnen geven.
Dat hebben we uitvoerig gedaan in het bondsblad van DECEMBER 2007; de
tekst van dat artikel is sindsdien ook te vinden geweest op de
NPB-website.
Hogere brandstofprijzen
Vanwege de stijging van de brandstofprijzen heeft de NPB op donderdag
19 juni in het maandelijkse overleg met de minister gepleit voor
verhoging van de kilometervergoeding tot 0,19 en voor afschaffing van
de procentuele eigen bijdrage. Aangezien dit de werkgever natuurlijk
veel geld gaat kosten en de CAO-onderhandelingen net achter de rug
zijn, wil hij hier vooralsnog niet over praten. Wij zullen deze
onderwerpen opnieuw inbrengen op een moment dat we denken dat er
ruimte voor is - in ieder geval tijdens de volgende
CAO-onderhandelingen.
Krijgen collega's die met eigen vervoer naar hun werk reizen door de
nieuwe regeling een lagere vergoeding dan voorheen?
Dat hangt er om te beginnen helemaal van af of ze vroeger aanspraak
konden maken op een bovenwettelijke reiskostenregeling die alleen voor
hun korps gold en wat voor vergoeding die regeling in hun geval dan
opleverde. In Amsterdam-Amstelland was op basis van de regionale
regeling bijvoorbeeld een maximale vergoeding voor woon-werkverkeer
met eigen vervoer van 2.061 per jaar oftewel 172 per maand mogelijk;
in Limburg-Noord werd per dienst maximaal 150 kilometer vergoed zonder
eigen bijdrage.
Er waren echter ook genoeg korpsen waar geen aanvullende
reiskostenregeling bestond bijvoorbeeld doordat er aan andere
arbeidsvoorwaarden prioriteit was gegeven of doordat het korps er
financieel simpelweg te slecht voorstond om dat soort aanvullende
regelingen te kunnen betalen. In dat geval hadden de werknemers alleen
aanspraak op de vergoedingen op basis van de oude landelijke
reiskostenregeling en konden ze voor het woon-werkverkeer met eigen
vervoer maximaal een vergoeding krijgen van 100 per maand. Collega's
die even ver van hun werkplek vandaan woonden konden dus totaal
verschillende aanspraken hebben op een reiskostenvergoeding.
* Tijdelijke reisregeling
Het zo snel mogelijk opheffen van deze rechtsongelijkheid door de
invoering van een nieuwe landelijke reisregeling was voor de NPB een
groot goed. Eind 2006 bleek de totstandkoming van de beoogde regeling
echter aanzienlijk langer te gaan duren dan verwacht. De NPB heeft
toen bij de minister van BZK aangedrongen op het invoeren van een
tijdelijke regeling ten gunste voor alle collega's die geen beroep
konden doen op een bovenwettelijke korpsregeling of langs die weg
slechts een bescheiden extra vergoeding konden krijgen. Het moest voor
hen mogelijk worden alvast een beroep te doen op de ruimere landelijke
vergoedingen die al waren overeengekomen voor woon-werkverkeer met
eigen vervoer. Om precies te zijn: een vergoeding van 0,18 per
kilometer, met een maximum van 200 kilometer per dienst en een eigen
bijdrage van 2,50 per dienst. De daartoe dienende regeling is met
ingang van 1 januari 2007 van kracht geworden.
* Onrechtvaardige uitwerking
Menig collega kreeg door de invoering van deze tijdelijke regeling
aanspraak op een hogere reiskostenvergoeding dan op basis van de oude
landelijke regeling of op basis van een regionaal vervoersplan.
Ondanks het toch duidelijk aangebrachte etiket 'TIJDELIJK' zijn velen
er automatisch van uitgegaan dat dit een blijvende verworvenheid was.
Dat had wellicht zo kunnen uitpakken, ware het niet dat de minister en
de bonden al gauw tot de conclusie kwamen dat de uitwerking van de
tijdelijke regeling te wensen overliet. Zij zorgde er namelijk voor
dat bijna al het beschikbare arbeidsvoorwaardengeld voor
reiskostenvergoedingen terecht kwam bij collega's die meer dan 15
kilometer van hun werk vandaan wonen en met eigen vervoer reizen.
De NPB en de andere bonden vonden dat niet rechtvaardig ten opzichte
van de collega's die minder dan 15 kilometer bij hun werk vandaan
wonen in totaal de helft van alle politieambtenaren. Om die reden is
in de definitieve regeling voor een andere verdeling van het budget
gekozen, mede doordat de bonden zich konden vinden in de wens van de
werkgever om een deel van het geld te besteden aan het stimuleren van
het reizen met het openbaar vervoer en de fiets. Vandaar dus dat de
komende reiskostenregeling voor collega's die met eigen vervoer reizen
minder voordelig kan uitpakken dan de tijdelijke reiskostenregeling.
* Te royale bedragen
Dat ongunstige effect wordt nog versterkt doordat een aantal korpsen
te royaal is geweest bij de toekenning van de compensatiebedragen op
basis van de tijdelijke reisregeling. Gebleken is dat deze korpsen
niet zijn uitgegaan van het aantal diensten per jaar op basis van
individuele aanstellingen, maar van een theoretische becijfering die
uitkomst op 245 diensten per jaar. Dat aantal is al aanzienlijk hoger
dan het uitgangspunt van de minister: 206 diensten per jaar bij een
gemiddelde werkweek van vijf dagen. Als je dan ook nog eens rekent met
een eigen bijdrage van 2,50 per dienst in plaats van een eigen
bijdrage van 25 procent, kom je inderdaad uit op grote verschillen
(een MAXIMAAL mogelijke vergoeding van 8.208 in plaats van 5.487).
De vervanging van de eigen bijdrage van 2,50 per dienst (tijdelijke
regeling) door een procentuele eigen bijdrage (definitieve regeling)
was voor de werkgever een harde eis. De bonden hebben de hoogte
beperkt weten te houden tot 25 procent.
Conclusie: er zal een relatief kleine groep collega's zijn die op
basis van de nieuwe landelijke reiskostenregeling een lagere
reiskostenvergoeding krijgt dan voorheen op basis van een regionaal
vervoersplan of de tijdelijke reiskostenregeling. Dat is jammer genoeg
niet te voorkomen geweest, maar het is wat de NPB betreft een
verdedigbare prijs voor de pluspunten van de nieuwe regeling voor een
vele malen grotere groep collega's.
Klik hier voor de officiële tekst van nieuwe landelijke reisregeling
(Brvvp)!
Gepubliceerd op 02 juli 2008 door Dick Harte.
Overname van dit nieuwsbericht is toegestaan, mits met bronvermelding:
Nederlandse Politiebond - www.politiebond.nl ©2008.