2-7-2008
Scheldeverdragen
De VVD-fractie vindt dat met goedkeuring moet worden gewacht totdat de
commissie Nijpels met alternatieven voor de ontpoldering is gekomen.
De heer Hofstra (VVD): Voorzitter. Veel onderdelen van het
voorliggende pakket kunnen door de VVD-fractie worden gesteund, maar
niet alle. Mede gelet op de memorie van antwoord van 15 april --
waarvoor nog onze dank -- zouden wij graag kort willen ingaan op de
procedure, het prachtige begrip "goed nabuurschap", grootschaliger
infrastructurele inpassing en uiteraard de ontpoldering.
In december vorig jaar was de Eerste Kamer ernstig ontstemd toen een
dag nadat de Tweede Kamer het zaakje had aanvaard er vlak over de
grens een dragline begon te ratelen. De commissie vroeg zich unaniem
af of zij nog een rol had. De reactie van de vertegenwoordiger van de
regering op die zorg vanuit de commissie was toch een beetje vreemd.
Het was iets berustends in de trant van: de Belgen wilden echt niet
dat... U kunt het verder zelf invullen.
Het is inmiddels nog erger geworden. Een paar dagen geleden, op 18
juni, moest de eigenaar van de Hedwigepolder voor de vrederechter
verschijnen, want hij zou worden onteigend. Dat zou kunnen betekenen
dat er zeer binnenkort weer een dragline komt, maar dan 1 m over de
grens met Nederland. Hoe kan dat nu? Als dit een gezamenlijk project
is en gezamenlijk beleid en beheer centraal staan in deze verdragen,
hoe kan het dan dat de regering dat blijkbaar niet weet en er de
Eerste Kamer in elk geval niet over heeft geïnformeerd?
Wij hebben op 12 februari verslag uitgebracht en kregen antwoord op 15
april. Dat had van ons ook eerder gemogen. Het werd rustig ingepland
voor 17 juni. Op 10 juni ontstond er paniek. Besloten werd te wachten
op Nijpels. Een week later, op 17 juni, werd besloten dat het toch
weer op de agenda moest, en wel met donder en geweld voor de zomer.
Vandaag praten wij er dus over. Wat zal er in die tussentijd gebeurd
zijn? Misschien een actie vanuit een kabinet, maar als lid van de
oppositie weet je daar natuurlijk niet echt van.
Wij hebben een brief gekregen van 6 mei. Daarin was helemaal geen
ruimte voor de commissie-Nijpels. Er kwam nog eens een keer een
verzoek vanuit de commissie, en daarop kwam een briefje van 19 juni
terug. Ik ken daarvan de status niet. Vervangt het de brief van 6 mei?
Er staat overigens ook heel weinig in de brief. Ik zou daarover graag
nog eens uitleg krijgen.
Goed nabuurschap is van groot belang. De premier van Vlaanderen, op
de koffie bij mijnheer Trip op zondagmiddag, had gelijk toen hij zei:
beter een goede buur dan een verre vriend. Ik lees in de stukken dat
wij de verdieping niet doen op grond van het scheidingsverdrag van
1839 -- dat in België een zeer grote betekenis heeft -- maar als goede
nabuur. Is de regering van Vlaanderen het met die redenering eens? Wij
hebben grote gezamenlijke belangen. Als je in China staat, zie je geen
verschil tussen Antwerpen en Rotterdam. Wij moeten dus ook samenwerken
in de hele delta die gevormd wordt door de Eems, Rijn, Maas en
Schelde. Daarom is het ook verstandig om uit te gaan van het principe
van geven en nemen, waarbij wij dan niet op een centimeter letten,
zelfs niet op een meter of een kilometer.
Wij vinden het heel vreemd dat wij nu alleen maar over de Schelde
praten, terwijl wij ook nog veel andere dossiers hebben met onze
zuiderburen waarover helemaal niet wordt gesproken. In het
schriftelijk overleg was de reactie daarop dat het gescheiden dossiers
zijn. Hoezo, zou ik willen zeggen. Die dossiers zijn er toch ook en
wij moeten daar verder mee.
Er wordt geen relatie gelegd met het zeekanaal Terneuzen-Gent of met
een betere vaarweg naar Parijs. Dat is Europees een belangrijke actie.
Uit de tekst blijkt dat de regering zich wel realiseert dat deze
werken in het plangebied liggen.
Curieus is ook de afhandeling van de vraag naar de verdere verdieping
van de Schelde. Het gaat nu naar 13,10 m, maar in Antwerpen hebben ze
wel verstand van de zeevaart. Elders in de wereld worden
containerschepen gebouwd waar 13.000 van die kistjes op kunnen. Alleen
steken die schepen ongeveer 18 m diep. Ik begrijp daarom niet -- en ik
spreek dan vooral de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat aan --
waarom geruststellend wordt gezegd dat het niet dieper hoeft, omdat de
Vlamingen niet zouden willen verdiepen. Ik geloof dat niet; volgens
mij gelooft niemand dat. Onze vraag was daarom wat eventueel een
verdere verdiepingsmogelijkheid is, gelet op kosten en uiteraard
ruimtelijke aspecten. Wij zouden daarop graag een reactie zien.
Dan heb ik nog de HSL-Zuid, de IJzeren Rijn, spoorlijnen en snelwegen.
Dat zijn allemaal dossiers die wij aangestipt hebben, echter zonder
dat daarop serieuze antwoorden zijn gekomen. Er kwamen alleen
kihr-antwoorden. Wij pleiten ervoor het toch integraal te bekijken.
Wij willen onze zuiderburen graag helpen, ook met een betere
bereikbaarheid per zeeschip. Maar voor wat hoort wat. Als goede buren
moet je dan ook op andere dossiers -- waar onze belangen misschien wat
groter zijn dan de belangen van de Vlamingen -- tot overeenstemming
kunnen komen.
Het verbaast ons dat er zoveel aandacht is voor bijvoorbeeld milieu en
natuurzaken. Op zich zijn die belangrijk, dat geef ik direct toe. Maar
er is helemaal geen aandacht voor al die andere infrastructurele
voorzieningen. Wij zouden graag alsnog een serieuze reactie hebben van
de bewindslieden op de vraag hoe het gaat met de ontwikkeling van het
kanaal Terneuzen-Gent, de route naar Parijs en lijn11-goederen. In de
stukken lees ik over dat laatste dat Vlaanderen de lijn niet wil
doortrekken naar Zeeland. Nee, maar dat willen wij wel! Wij hebben dan
een Zeelandboogje nodig om daarvandaan gemakkelijk in het Sloegebied
te komen. En dan onze snelwegen: de A4 en de A16; bij hen zijn dat de
A12 en de A1. Als je langs die wegen komt valt het nu al op dat je er
met je personenauto nauwelijks langskomt vanwege de vele vrachtauto's.
Dat wordt alleen maar drukker. De heer Peeters sprak bij mijnheer Trip
ook van de slimme kilometerheffing. Die moet ook Beneluxproof zijn.
Met andere woorden: je kunt een heel tableau schetsen van veel meer
dingen die daarmee samenhangen. Wij missen dat toch wel.
Nog even over de HSL. Zoals u weet zijn wij tien tot vijftien minuten
reistijd kwijt; die zijn verdwenen. Daardoor wordt België voor ons 50
tot 100 km langer in noord-zuidrichting. Elke keer weer. Dat is toch
een zwaar dossier. En de IJzeren Rijn? Ik spreek het alleen maar uit
en zeg er niets van. Graag een concrete reactie van de regering op de
vraag of zij daar iets aan gaat doen met onze zuiderburen. Komt er een
nieuw verdrag voor en zo ja, wanneer en in welk kader? Of gaan wij per
dossier vrij worstelen met onze buren?
Nog sterker spitst de politieke behandeling zich toe op de
ontpoldering. Dan gaat het met name om de Hedwigepolder en de omgeving
van het Zwin. Ik heb een- en andermaal kunnen constateren dat er geen
draagvlak is voor deze onbegrijpelijke plannen, niet onder de Zeeuwse
bevolking en niet in de Zeeuwse Staten. De Tweede Kamer heeft hier ook
al lang over gedebatteerd. Er is een motie-Koppejan aangenomen op stuk
nr. 11 en een motie-Van der Staaij op stuk nr. 13. Ik wil u ook nog
even wijzen op een motie-De Krom op stuk nr. 12. Die zou u wellicht
nog eens kunnen overdenken.
Helaas heeft de Tweede Kamer geen duidelijker standpunt willen innemen
dan zij heeft gedaan. De verdragen zijn akkoord bevonden, met wat
opmerkingen over de ontpoldering. Dat zijn echter toch vrij zachte
randvoorwaarden. De VVD-fractie heeft zeker oog voor de belangen van
natuur en milieu. Wij vinden dat die ook een rol moeten spelen bij een
dergelijk grootschalig project, maar dan wel graag op een realistische
wijze.
Uit het schriftelijk overleg blijkt dat de regering duidelijk zegt dat
de verdieping van de Westerschelde c.q. de Schelde niet tot zodanige
schade leidt dat je daarvoor natuurherstel zou moeten doen. Op zich is
dat een heel belangrijke en geruststellende conclusie. Het gaat om min
of meer op zichzelf staand natuurherstel in het Schelde-estuarium. De
VVD-fractie heeft uitdrukkelijk gevraagd de Europese stukken te tonen
waaruit onomstotelijk blijkt dat dat zou moeten. Wij hebben die
stukken van alle kanten bekeken maar de passages niet aangetroffen.
Wij zijn in die zin ook niet overtuigd van wat de regering nu
inbrengt. Wij zetten dus een vraagteken bij de noodzaak om het op deze
manier te regelen. Wij kunnen dat niet uit de Europese regels afleiden
en er zijn ook heel veel alternatieven.
Ons trof het advies van AKD Prinsen Van Wijmen, uitgebracht aan de
voorzitter van de Tweede Kamer, waarin heel duidelijk staat dat een
koppeling tussen aan de ene kant de verdieping van de Schelde en de
andere kant het natuurherstel niet nodig is. Dus waarom die koppeling?
Wij hebben op zichzelf waardering voor wat in de Tweede Kamer
geprobeerd is om die ontpoldering te voorkomen. Als wij echter zien
hoe de zaak erbij staat, nadat de Tweede Kamer het heeft behandeld en
aanvaard, en als wij de stukken van de regering zien, blijft de
situatie dat uiteindelijk zelfs op onvrijwillige basis kan worden
ontpolderd. Dat geldt ook voor de zogenaamde interpretatieve
verklaring, die aan het verdrag is toegevoegd. Dat alles zal uiterlijk
in 2010 zijn beslag moeten krijgen.
De VVD-fractie is het met deze lijn geheel oneens. Politiek betekent
keuzes maken. Hier kan heel simpel en verantwoord worden besloten dat
ontpoldering niet nodig en niet nuttig is, en dus ongewenst. Wat zeg
ik? Uiterst ongewenst, nog beter: niet acceptabel! Dat is onze
centrale inbreng op dit punt. Wij moeten niet gaan ontpolderen. Ik
geef daarbij nog een paar overwegingen.
Er wordt gezegd dat het natuurherstel alleen maar mag in het
Schelde-estuarium. Wij vinden echter dat Zeeland groter is, dat ook
Vlaanderen groter is. Er zou dus veel meer ruimte moeten kunnen worden
gevonden om dat te doen. Het natuurlijk milieu in de Schelde
verbetert, weliswaar vooral door de riolering in Brussel een keer te
regelen, maar er zijn weer zalmen en forellen in de Schelde
waargenomen ten zuiden van Antwerpen.
Zeeland is na de tragische gebeurtenissen in 1953 op veel punten van
karakter veranderd. Veel natuur is verdwenen. Als het de bedoeling is
om dat met dit project terug te draaien, zijn wij nog wel even bezig.
Met andere woorden: het gaat om de precedentwerking. Wat komt hier
allemaal later nog vandaan?
De landbouw- en voedselprijzen zijn sterk gestegen. Het is dus wel een
heel verkeerd moment om nu ook nog eens landbouwgrond te laten
verdwijnen. De commissie-Maljers heeft zeventig alternatieven onder
ogen gezien, maar er ligt er eentje heel dichtbij, als je het over de
Hedwigepolder hebt. Dat is het Verdronken Land van Saeftinghe. En dat
land is niet meer verdronken, het ligt gewoon droog door aanslibbing.
Overigens gebeurt bij ontpoldering bij de Hedwigepolder hetzelfde. Dan
is het na dertig jaar ook weer land. Alleen hebben wij dan eerst de
dijken afgebroken, grond afgegraven enzovoort.
Wij hebben ook gevraagd hoe het aan Vlaamse kant zit met de
ontpoldering. Wij krijgen daarop als antwoord dat 1100 hectare zal
worden gedaan door de Vlamingen en dat dit gebeurt langs de Schelde,
dus tussen de stad Antwerpen en de Nederlandse grens. Dat is echter
onmogelijk. Kan de regering uitleggen hoe ik dat moet zien? Ik heb een
gedetailleerde kaart erbij gehaald, die ik in tweede termijn wel kan
overleggen, maar volgens ons is het onmogelijk. Ik hoor ook graag van
de bewindslieden of zij er onlangs nog geweest zijn. Als je ter plekke
kijkt en dat geweldige haven- en industrielandschap van Antwerpen
ziet, waarvan ik best de charme kan inzien, zou het uit oogpunt van
ruimtelijke ordening heel erg dom zijn om de groene parel die er ligt,
de bestaande Hedwigepolder, om zeep te helpen.
Afsluitend kom ik nog even terug op onze onvrede van december vorig
jaar, toen wij ons afvroegen of wij er nog toe doen. De Tweede Kamer
heeft de ontpoldering wel tegengewerkt, maar niet onmogelijk gemaakt.
Dat betekent dat de sleutel voor deze onzalige plannen in onze handen
ligt. Ik zeg tegen u allen, collega's: als wij willen, kunnen wij
voorkomen dat deze ontpoldering plaats heeft. Dat is misschien voor de
bewindslieden een beetje lastig omdat zij dan allemaal gesprekken
moeten gaan voeren, maar ik denk dat dit alles goed te realiseren
valt. Wij vinden het jammer dat een integrale visie ontbreekt op de
infrastructuur in een groter gebied. Als wij dat echter wegen, willen
wij daar het verdrag niet op laten sneuvelen. Wij vinden het niet
handig van de regering en ook, wat ook zal blijken, niet echt
praktisch. Maar goed, dat is dan zo.
Die ontpoldering ligt ons echter heel zwaar op de maag. Daarover
willen wij toch een scherpere uitspraak doen. Ik heb hier een motie,
voorzitter. Ik weet dat het niet echt gebruikelijk is om daarmee te
strooien in eerste termijn, maar dat geeft ook het gewicht aan dat
onze fractie toekent aan de kern van dit probleem van de ontpoldering.
Bij dezen wil ik de motie, die ik mede indien namens collega Ten Hoeve
en nog een drietal fractiegenoten om aan het vereiste aantal te
voldoen, aan u overhandigen.
¶
De voorzitter: Door de leden Hofstra, Ten Hoeve, Swenker, Duthler en
Dupuis wordt de volgende motie voorgesteld:¶
¶
De Kamer,¶
¶
gehoord de beraadslaging,¶
¶
overwegende dat nut en noodzaak van een diepere vaarweg naar Antwerpen
voldoende zijn aangetoond,
voorts overwegende dat het voorgenomen natuurherstel geen gevolg is
van de vaarwegverdieping,
en dat het voorgenomen natuurherstel in de vorm van ontpoldering, niet
als noodzakelijk kan worden aangemerkt,
spreekt uit dat de koppeling in de verdragen tussen vaarwegverdieping
en natuurherstel in de vorm van ontpoldering ongedaan gemaakt dient te
worden,
en spreekt uit dat de vaarweg naar Antwerpen spoedig dient te worden
verbeterd, zonder enige ontpoldering op Nederlands grondgebied
(Hedwigepolder en het Zwin),
¶
en gaat over tot de orde van de dag.¶
VVD