SGP



02 - 07 - 08 | Bijdrage SGP embryodebat

De PvdA krijgt de praktijk, de CU de theorie. Dat is volgens de SGP de essentie van het compromis dat in het kabinet is gesloten over de embryoselectie. Er is in de praktijk u meer mogelijk dan tot voor kort het geval was. De SGP vindt dat teleurstellend. "Zo ken ik mijn medestrijders van de ChristenUnie niet," zei SGP-voorman Van der Vlies. Hij riep de regering op deze brief te hernemen en met een goed, ethisch verantwoord standpunt te komen.

________________________________________

Nieuwe brief embryoselectie

2 juli 2007
B.J. van der Vlies

Voorzitter! Is het afbreken van het leven van embryoâs verantwoord als dit via allerlei procedurele waarborgen gebeurt? Het antwoord op deze vraag is voor de SGP-fractie duidelijk: nee. Of we het nu hebben over abortus, euthanasie, embryoselectie of andere inbreuken op de beschermwaardigheid van het leven, voor de SGP staat voorop dat met het leven niet mag worden gemarchandeerd. Mensen moeten niet gaan knutselen aan het leven, laat staan het afbreken.

Het selecteren van embryoâs en het vernietigen van dit jonge menselijk leven is voor de SGP in strijd met de waardigheid van de mens. God, onze Schepper, geeft het nieuwe leven, wij mensen mogen daar onze vingers niet aan branden. Ieder embryo is een unieke creatie die volledige bescherming verdient.

Het compromis dat er nu ligt, is ronduit teleurstellend. We kunnen er niet omheen. Hoe je het ook wendt of keert: wat vóór dit kabinetsbesluit niet kon, mag nu wel. Dat is de praktijk, en die telt. Wat pregnant geformuleerd: de PvdA krijgt de praktijk, de ChristenUnie de theorie. Voorzitter, ik loop hier al wat langer rond, en ik heb dat helaas vaker gezien en gehoord! Er komt meer ruimte voor selectie van embryoâs en daarmee voor het weggooien van menselijk leven. Een maand geleden werd door onder meer vice-premier Rouvoet en door fractievoorzitter Slob benadrukt dat de brief van Bussemaker van tafel moest. Iedereen die de nieuwe brief aandachtig en serieus leest, moet erkennen dat die nu weer gewoon op tafel ligt.

Wat blijkt? Het Academisch Ziekenhuis Maastricht is tevreden. Ook artsenorganisatie KNMG is er verheugd over. Dat is veelzeggend. Het is ook logisch dat zij tevreden zijn, want de bestaande praktijk wordt in regels vastgelegd en embryoselectie wordt tegelijkertijd voor veel meer ziekten mogelijk.

Uitgangspunt van het beleid was tot nu toe de brief van staatssecretaris Ross. Tot mijn grote verbazing wordt met droge ogen beweerd dat die brief nog geen onderwerp van behandeling is geweest en daarom juridisch geen bindende werking heeft. Deze opvatting is pertinent in strijd met ons staatsrecht. We kennen in dit land de duidelijke regel dat beleid dat niet door de Tweede Kamer is geblokkeerd, gewoon geldt. Als dat niet zo zou zijn, dan zou er heel wat beleid nooit van kracht geworden zijn omdat de Tweede Kamer er niet over heeft gesproken!

Voorzitter, ik zei het al: het compromis is naar mijn mening een stevige verslechtering van het beleid rond embryo-selectie. Wat in de lijn van Ross niet mogelijk was, wordt onder het bewind van deze staatssecretaris van dit kabinet wél mogelijk. Met de woorden van een duidelijk NRC-commentaar van vorige week: âDe kwestie is geherformuleerd, van alle emoties ontdaan, gedepolitiseerd en teruggebracht tot een juridische procedure.â

Vice-premier Rouvoet had een paar weken geleden gelijk toen hij zei: dit is in strijd met het regeerakkoord. De SGP kan daar helemaal in meevoelen. Daarom ben ik zo verbaasd dat de ChristenUnie nu ineens tevreden is over dit compromis. Voorzitter, zo ken ik mijn medestrijders van de CU niet!

De deur stond op een kier en is nu verder open gezet met een bordje erbij âPas op: afstapje!â. Anders gezegd: er staan nu verkeersborden, maar wel op een weg waar we niet eens in mogen gaan! Met andere woorden: Er is sprake van een typisch Nederlands compromis op een ethisch beladen terrein. Met als uitkomst, ik zei het al, dat de PvdA feitelijk gedaan krijgt wat ze wil: embryo-selectie wordt mogelijk bij borst- en eierstokkanker en zelfs ook nog via een toetsingscommissie bij allerlei andere ziekten. Het is dus een compromis in de verkeerde richting en daarmee in strijd met het regeerakkoord. Ik herinner collega Wiegman nog maar eens aan haar eigen woorden van november vorig jaar, toen ze zei dat met de mogelijkheden die de huidige Embryowet en de Wet bijzondere medische verrichtingen (WBMV) bieden, al cruciale grenzen zijn overschreden.

De SGP-fractie heeft dit goed op zich laten inwerken. Daarom hebben we de teksten nog maar eens met elkaar vergeleken. Waar zitten de verschillen? Eerst stond in het Planningsbesluit dat er sprake moest zijn van een âindividueel verhoogd risico op een kind met een ernstige genetische aandoening of ziekte.â Nu gaat dat worden: âeen hoog individueel risico op een ernstige genetische aandoening of ziekteâ. We hebben gezocht naar de verschillen, maar het is ons niet gelukt om die te vinden. Een âhoog individueel risicoâ of een âindividueel verhoogd risicoâ is een woordenspel, géén principieel verschil. In feite is er geen sprake van een aanscherping. Dit klemt temeer nu dat hoge individuele risico niet nader wordt toegelicht. De duidelijkheid die er zou moeten zijn, wordt dus niet gegeven.

Wanneer we daarbij ook nog bedenken dat er over de schadelijkheid van de diagnostische methode niet met zekerheid uitspraken te doen zijn, dan is de conclusie duidelijk: Embryoselectie is gevaarlijke route.

In het voorliggende standpunt liggen de bouwstenen voor een ruimere toepassing van de methode van selectie al opgeborgen. Graag verneemt de SGP van de staatssecretaris of onze interpretatie klopt dat preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) hierdoor in principe voor elke ziekte mogelijk is, zolang er maar aan de voorwaarden van het toetsingskader wordt voldaan?

Ook is de SGP erg geïnteresseerd in de reikwijdte van de zin dat op termijn kan worden bekeken of deze werkwijze met de toetsingscommissie ook in de verdere toekomst wenselijk is. Wat wordt hiermee bedoeld? Wanneer vindt die toetsing plaats? Is het dus nu al duidelijk dat het om een tijdelijke constructie gaat?

Bij de âernst en aard van de ziekteâ wordt ook meegewogen of een ziekte zich op latere leeftijd zal openbaren. Betekent dit dat het kabinet voorstelt om ziekten die pas op het vijftigste jaar optreden minder snel in aanmerking komt dan een ziekte die in de kindertijd op zal treden? Maar hoe hard is deze grens? Moet niet met het AZM worden gezegd dat de regels erg flexibel zijn en dus op veel manieren uitgelegd kunnen worden?

Het spreekt voor zich dat de SGP uitziet naar embryobesparende alternatieven. Maar wat gaat de staatssecretaris doen om de ontwikkeling daarvan te bevorderen?

Voorzitter! Afsluitend wil ik een dringende oproep doen op de staatssecretaris om deze brief te hernemen en met een goed en ethisch verantwoord standpunt te komen!

Bijdrage SGP embryodebat