Alternatieve identificatiemiddelen voor runderen
02 juli 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister meldt dat er wat haar betreft geen bruikbaar alternatief is voor de oormerken die worden gebruikt bij de identificatie van runderen. Er zijn zes alternatieven onderzocht.
In de nota Dierenwelzijn van december 2007 heb ik u toegezegd te onderzoeken wat de
mogelijke alternatieven zijn voor de huidige oormerken ter identificatie van runderen en
binnen Europa te pleiten deze alternatieven toe te staan. Mijn onderzoek heeft er in
geresulteerd dat er in mijn ogen geen bruikbare alternatieve identificatiemiddelen voor
regulier gebruik in de rundveehouderij zijn.
De alternatieven die bekeken zijn, worden hieronder genoemd, met een korte onderbouwing
waarom ze niet bruikbaar zijn.
Elektronische maagbolus
De elektronische maagbolus is niet wenselijk als vervanging van een oormerk, omdat de
leeftijd waarop deze kan worden aangebracht veel hoger ligt dan de huidige merktermijn.
Oprekken van de merktermijn is ongewenst, omdat dit de kwaliteit van de geregistreerde
gegevens zal verslechteren.
Injecteerbare transponder
Injecteerbare transponders kunnen zwerven door het lichaam. Dit bemoeilijkt het
verwijderen van de transponder op het slachthuis. Dit laatste is nodig om te zorgen dat de
transponder niet in de voedselketen komt. Alle runderen komen uiteindelijk in de voedselketen
terecht. Het kunnen verwijderen bij de slacht van de transponder is daarom van
groot belang. Tot op heden is er nog niet tot in detail verder gezocht naar een geschikte
plaats voor een onderhuidse transponder voor runderen, omdat er vanuit de sector ook
geen actieve vraag naar is.
Een ander bijkomend probleem is dat een injecteerbare transponder niet door een houder
zelf mag worden toegepast. Gezien de merktermijn zou een houder dan bijna wekelijks of
misschien vaker iemand op zijn bedrijf moeten vragen om het injectaat in te brengen.
Gezien de kosten die daar aan verbonden zijn, is niet te verwachten dat de sector deze
kant uit wil.
Koudmerk
Een koudmerk op het lichaam met 11 tekens, inclusief de landencode, is vrijwel onmogelijk
te plaatsen. Ook als de nummers kleiner zouden zijn dan die in het verleden gebruikt
werden voor het bedrijfsmanagement. Het is ook de vraag of het aanbrengen van zoveel
tekens welzijnsvriendelijker zou zijn dan het aanbrengen van een oormerk.
Een tweede punt is dat de koudmerken die voor managementdoeleinden gebruikt werden
vaak door ingehuurde personen werden uitgevoerd. Evenals bij injectaten is het, gezien de
merktermijn bij runderen, noodzakelijk maar schier onmogelijk hiervoor wekelijks iemand
te laten komen.
Tatoeage
Een tatoeage in het oor bij runderen lijkt onmogelijk, omdat runderen veelal gekleurde,
c.q. zwarte oren hebben. Een tatoeage is dan zeer slecht leesbaar.
De vraag is of de houder dit zelf zou kunnen uitvoeren en of dit dan wel zo welzijnsvriendelijk
zou zijn. Vooralsnog wordt een tatoeage welzijnsonvriendelijker geacht. Om
met zekerheid vast te stellen of dit werkelijk toegepast zou kunnen worden en of het niet
welzijnsonvriendelijker zou zijn, zou er een onderzoek naar gedaan moeten worden. Deze
optie lijkt mij echter niet reëel.
Pootband
Het gebruik van pootbanden lijkt niet goed mogelijk, omdat de poot groeit in dikte en de
pootband zou moeten kunnen mee groeien, zonder dat sprake kan zijn van verwisseling
naar een ander dier.
Halsband
Halsbanden worden veel gebruikt bij rundveehouders, maar deze zijn niet individueel en
onvervalsbaar aan een dier gekoppeld.
Aangezien geen van deze middelen bruikbaar lijken, zal ik deze middelen ook niet als
officieel identificatiemiddelen bij de Europese Commissie bepleiten.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit