D66
Politiek, kom niet in de spreekkamer bij embryoselectie
2 juli 2008
D66-Kamerlid Fatma Koser Kaya is blij dat het kabinet pre-implantatie
genetische diagnostiek (PGD), oftewel embryoselectie, zal toestaan. Op
deze manier kunnen draagsters van het erfelijke borstkankergen
voorkomen dat zij dit gen doorgeven aan hun kinderen. Een eerdere
brief van staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid, PvdA) werd
onder druk van de ChristenUnie ingetrokken. "Hoewel een
medisch-ethische kwestie een `principekwestie' was, heeft de
ChristenUnie over eigen schaduw heen kunnen stappen. Hiermee komt er
eindelijk een einde aan de onzekerheid van de ouders om wie het gaat."
Criteria voor embryoselectie
D66 wil dat de politiek geen vaste criteria stelt voor de toepassing
van PGD. De staatssecretaris legt in de nieuwe brief uit dat de
politiek beoordelingscriteria omschrijft, waarmee de professionals
samen met de ouders een goed afgewogen beslissing kunnen maken. Fatma
Koser Kaya: "Ik ben blij dat de politiek wegblijft uit de spreekkamer.
Vanuit Den Haag moeten wij niet met percentages of lijsten van ziekten
bepalen wanneer ouders wel of geen gebruik mogen maken van PGD. De
overheid moet alleen de kaders scheppen, zoals nu gebeurd is." Wel
heeft D66 vragen over het besluit van de staatssecretaris om een
richtlijnencommissie in te stellen. Deze commissie bestaande uit
professionals zal bij wetenschappelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld
wanneer een nieuwe ziekte voor PGD in aanmerking kan komen, de
bestaande richtlijnen toetsen. Volgens Koser Kaya kan de huidige
Gezondheidsraad deze taak op zich nemen: "Waarom haken we niet aan bij
de bestaande structuren en vragen we de Gezondheidsraad de rol van
richtlijnencommissie te vervullen?" Bovendien wil de sociaal-liberale
dat de politiek zich niet bemoeit met de benoeming van de
commissieleden. "De samenstelling van de richtlijnencommissie moeten
we aan de beroepsgroep zelf laten. We moeten politieke benoemingen
voorkomen".