Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen over het doden van vossen in de kraamtijd

01 juli 2008 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister antwoordt op Kamervragen over het doden van vossen in de kraam- en zoogperiode. De vos staat op de landelijke vrijstellingslijst ter voorkoming en bestrijding van schade

Meer informatie

* Kamervragen over het doden van vossen in de kraamtijd Kamerstuk | 01-07-2008 | PDF-Document, 49 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel


Geachte Voorzitter,
Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Thieme (PvdD) over het doden van vossen in kraamtijd naar aanleiding van het artikel 'Vos al kopje kleiner'.
1
Kent u het artikel 'Vos al kopje kleiner', waarin bericht wordt over het doden van een vos met haar vijf jongen door jagers?
Ja.

2
Deelt u de mening dat het doden van (jonge) vossen in de kraamtijd onethisch is? Zo neen, kunt u dit toelichten? Zo ja, bent u bereid deze weerloze dieren bescherming te bieden tegen lieden die burchten uitgraven zoals gebeurt in Lage Zwaluwe? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
Indien er geen noodzaak voor is, keur ik het doden van jonge vossen in de kraam- en zoogperiode af. Echter in het geval van schade en overlast kan het noodzakelijk zijn om beheersmaatregelen te treffen. De vos bij Lage Zwaluwe veroorzaakte naast schade aan pluimveehouders ook schade aan de weidevogels. De burcht lag namelijk dichtbij een belangrijk weidevogelgebied. Volgens Faunabeheereenheid Noord-Brabant is in lijn met de Flora- en faunawet gehandeld tegen deze vos. Verder verwijs ik u naar mijn antwoord op eerdere Kamervragen over het doden van vossen1. Ik zie dus geen reden voor extra bescherming van de vos.

3
Kunt u uiteenzetten of en zo ja, welke (wettelijke) restricties gelden bij het doden van jonge vossen zoals in onderhavig geval? Mogen de vossen wettelijk gezien worden dood geschoten? Is dood knuppelen eveneens toegestaan? Zijn er bepaalde dodingsmethoden uitgesloten? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke?

1 DN.2008/1789
Het wettelijk kader in deze heb ik geschetst in mijn antwoord op eerdere Kamervragen over het doden van vossen1. Uitsluitend vang- en dodingsmiddelen die zijn opgenomen in artikel 5 van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren zijn toegestaan. De provincies kunnen echter toestemming geven om andere middelen in te zetten. Daarbij moet wel aangetoond zijn dat de instandhouding van de soort geen gevaar loopt, alternatieve middelen ontoereikend zijn en dat onnodig lijden wordt voorkomen.
4 en 5
Bent u bereid een schoontijd in te stellen voor vossen en andere dieren in de periode dat ze jongen te verzorgen hebben? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet? Kunt u uiteenzetten welk redelijk belang het bejagen van vossen in de draag- en zoogtijd zou kunnen rechtvaardigen? Zo neen, waarom niet? Acht u in dat licht het belang in eerdergenoemd bericht redelijk? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, bent u voornemens vervolging in te (laten) stellen in deze zaak?
De diersoorten op de landelijke vrijstellingslijst zijn in deze lijst opgenomen ter voorkoming en bestrijding van schade of dreigende schade. Het broedseizoen van weidevogels kan samenvallen met de draag-, kraam- en zoogperiode van de vos. Het voorkomen van schade aan weidevogelpopulaties was een belangrijke reden om de vos op de landelijke vrijstellingslijst te plaatsen2. Ik zie derhalve geen reden tot aanpassing van de wet- en regelgeving.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg