Vereniging Nederlandse Gemeenten

VNG over AWBZ: overhaaste overdracht is onverantwoord!


01.07.2008

De plannen van het kabinet om aanspraken uit de AWBZ te schrappen moeten niet overhaast worden genomen. Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn gemeenten bereid om nieuwe taken uit te voeren die door het kabinetsbeleid op hun af komen, maar hebben ze daarvoor voldoende voorbereidingstijd, gegevens over de betreffende doelgroepen en voldoende financiële middelen nodig. In het belang van de burger staat een zorgvuldig proces voorop. Het lijkt erop dat het kabinet eerst wil bezuinigen in de AWBZ en pas daarna wil nadenken over de overdracht aan gemeenten.

De VNG reageert hiermee op de voorstellen van het kabinet om versneld maatregelen te nemen tegen de stijgende kosten van de AWBZ. Per 1 januari 2009 verdwijnt de psycho-sociale grondslag voor alle vormen van begeleiding. Ook worden de op participatie gerichte AWBZ-activiteiten geschrapt en ontvangen de zogeheten lichte gevallen geen begeleiding meer. Het plan is om bestaande ABWZ-cliënten nog een jaar respijt te geven. Nieuwe cliënten moeten zich vanaf 1 januari 2009 tot de gemeente wenden.

De VNG heeft groot bezwaar tegen deze overhaaste werkwijze omdat het tijdpad te kort is. Gemeenten kunnen niet binnen een paar maanden op een fatsoenlijke wijze beleid voor deze nieuwe doelgroep maken. Nieuw beleid maken is geen kwestie van kopiëren van de oude AWBZ-regels. De Wmo is immers geen lokale AWBZ. En gemeenten moeten bij het maken van nieuw beleid ook de lokale cliëntenorganisaties betrekken. Ons bezwaar tegen het korte tijdpad is door ervaring ingegeven. Het schrappen van dezelfde grondslag (psycho-sociaal) voor een deel van de Ondersteunende Begeleiding per 1 januari 2008 heeft een oerwoud aan problemen in de AWBZ zichtbaar gemaakt. Het bleek voor het Rijk onmogelijk om gemeenten duidelijk te maken hoeveel mensen in het verleden aanspraak maakten op begeleiding op deze grondslag en hoeveel geld daarmee gemoeid was. Het Rijk kon niet aangeven welke productie zij van de aanbieders afnam. Uiteindelijk bleken alleen de zorgaanbieders zelf enige cijfermatige onderbouwing te kunnen leveren. Voor bepaalde onderdelen bleek zelfs dat niet mogelijk. De VNG vreest dat een overhaaste invoering leidt tot een herhaling van problemen.

Een ander belangrijk bezwaar is het feit dat de maatschappelijke consequenties van de pakketmaatregel niet goed in beeld zijn. De functie begeleiding in de AWBZ blijkt een grabbelton van activiteiten, waar in de loop van jaren talloze onbenoembare zaken in zijn gestort. Het ontvlechten van deze bonte verzameling moet zorgvuldig gebeuren. Wat moet de burger voortaan zelf regelen? Wat moet voortaan door het onderwijs, de jeugdzorg en de gemeenten worden gedaan? Voorkomen moet worden dat bepaalde groepen in problemen komen doordat zij in de huidige AWBZ onzichtbaar zijn. Botweg schrappen of te weinig middelen overdragen aan de andere sectoren leidt tot vergroting van maatschappelijke problemen.

Het spreekt voor zich dat als het kabinet beslist om burgers voor geschrapte AWBZ-taken naar gemeenten te verwijzen, gemeenten ook voldoende middelen ontvangen om zo'n nieuwe taak adequaat op te pakken. Hiervoor bestaan vaste regels, voortvloeiende uit artikel 2 van de Financiële verhoudingswet.

Sinds 2006 geven gemeenten aan dat zij in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) graag integrale hulp en ondersteuning aan hun burgers willen bieden. Grote delen van de AWBZ-functie Ondersteunende Begeleiding passen heel goed in de Wmo en zouden door gemeenten kunnen worden uitgevoerd. De huidige voorstellen van het kabinet zijn echter niet goed doordacht: ze zijn vooral door geldzorgen ingegeven en dreigen overhaast te worden doorgevoerd.

Den Haag, 1 juli 2008