Antillenhuis
Slavernijverleden Nederland herdacht in Amsterdam
Paul Comenencia op weg naar het monument om de krans neer te leggen
Een groot publiek heeft dinsdagmiddag in het Oosterpark in Amsterdam
het feit herdacht dat Nederland 145 jaar geleden de slavernij
afschafte. Bij de herdenking waren aanwezig premier Jan Peter
Balkenende, de burgemeester van Amsterdam Job Cohen, de Gevolmachtigde
Minister van de Nederlandse Antillen Paul Comenencia, de
Gevolmachtigde Minister van Aruba Frido Croes en de ambassadeurs van
Suriname en Ghana. Allen legden kransen bij het Nationaal Monument
Slavernijverleden.
Bijzonder tijdens de kranslegging was de klederdracht van de jongeren
die de kransleggers begeleiden. De jongeren waren creatief gekleed in
kleding die de vlaggen van respectievelijk Suriname, de Nederlandse
Antillen en Ghana moest uitbeelden. Premier Balkenende, burgemeester
Cohen en de heer Campbell, voorzitter van NINSEE, voerden tijdens de
herdenking het woord. Het geheel ging vooraf door een `plengoffer'
naar Surinaamse traditie door Marianne Markelo. Ter afsluiting volgde
een muzikaal optreden door de Antilliaanse zangeres Giovanca.
Op 1 juli 1863 schafte Nederland na tweehonderd jaar de slavernij af
in de toenmalige koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen. In
Suriname kregen toen 33.000 mensen de vrijheid, op de Antillen waren
dat er volgens NINSEE 12.000 personen.
Ook elders in het land vonden herdenkingen plaats. Maandagavond op het
Surinamerplein in Amsterdam en dinsdagmorgen in Middelburg. Daar werd
de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen
vertegenwoordigd door respectievelijk de heer Wilson St.Jago en Mavis
Brooks-Salmon