Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
30 juni 2008 1
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGTL-2008/2597 -
Onderwerp
Vakbekwaamheid beroepschauffeurs
Geachte voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg Transportraad op 2 april 2008 heb ik toegezegd u nader te
informeren over de vakbekwaamheidseisen voor beroepschauffeurs en de kosten die
daarmee samenhangen. Hierbij ontvangt u een beschrijving van het systeem van
basiskwalificatie en nascholing waarmee beroepschauffeurs hun vakbekwaamheid vanaf
10 september dit jaar behalen en behouden, vergezeld van de bijbehorende kosten. Op
basis van de thans beschikbare informatie is tevens een vergelijking gemaakt met de
kosten in andere lidstaten van de Europese Unie.
Tevens ontvangt u hierbij, conform mijn toezegging in het Algemeen Overleg CBR en
Verkeersveiligheid van 25 juni 2008, een afschrift van de richtlijn 2003/59/EG
(vakbekwaamheid beroepschauffeurs).
Achtergrond, inhoud en consequenties
Momenteel bestaan er slechts in een paar lidstaten verplichte bestuurderskwalificaties. De
meeste chauffeurs in de Europese Unie oefenen hun beroep uitsluitend uit op basis van
hun rijbewijs. Om chauffeurs in de gehele Unie in staat te stellen om te voldoen aan de
moderne vereisten in de vervoersmarkt, heeft de Europese Commissie nieuwe
gemeenschappelijke regels ten aanzien van de kwaliteit van beroepschauffeurs vastgelegd
in een richtlijn: de richtlijn `vakbekwaamheid' (2003/59/EG).
De hoofddoelstelling van deze richtlijn is de kwaliteit van de bestuurder in het goederen-
en personenvervoer te verbeteren. De nieuwe communautaire regelgeving is daartoe
gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid, de veiligheid van de bestuurder, het
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGTL-2008/2597
imago van het beroep van chauffeur en de kennis van de vervoersmarkt. De richtlijn is
grotendeels gebaseerd op Franse ervaringen met de opleiding van chauffeurs en de
structuur achter het huidige Nederlandse chauffeursdiploma.
Concreet stelt de richtlijn eisen aan de kennis en vaardigheden van de chauffeur op het
gebied van:
· Rationeel rijden op basis van de veiligheidsvoorschriften. Hierbij dient onder andere
aandacht te worden besteed aan de krachtoverbrenging van een vrachtauto en bus,
veiligheidsvoorzieningen die nodig zijn om het voertuig onder controle te houden,
slijtage beperken, brandstofverbruik optimaliseren en het zekeren en veilig vervoeren
van goederen en personen;
· Het toepassen van de geldende regelgeving in het goederen- en personenvervoer
over de weg;
· Gezondheid, verkeers- en milieuveiligheid, dienstverlening en logistiek. Hierbij komen
onderwerpen aan bod als het voorkomen van fysieke risico's en arbeidsongevallen,
vermoeidheid en gezondheid, criminaliteit, vervoer van illegalen en het bijdragen aan
het imago van een onderneming.
De richtlijn treedt op 10 september 2009 in werking voor vrachtautochauffeurs. Met de
komst van de richtlijn zal het papieren Nederlandse chauffeursdiploma verdwijnen. Dit
wordt vervangen door een code op het rijbewijs. Deze code is vijf jaar geldig, in
tegenstelling tot de oneindige geldigheid van het huidige chauffeursdiploma. Uw Kamer
heeft begin 2007 ingestemd met de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 naar
aanleiding van de richtlijn. Voor meer informatie over de richtlijn en de code op het
rijbewijs verwijs ik u dan ook naar de memorie van toelichting op deze wetswijziging
(Kamerstukken 2006/2007,30 827 nr. 3).
Naast de komst van de code op het rijbewijs vinden er ook wijzigingen plaats in de
structuur van noodzakelijke examens voor de toegang tot het beroep van chauffeur: de
basiskwalificatie `vakbekwaamheid'. Tenslotte introduceert de richtlijn een stelsel van
verplichte nascholing voor beroepschauffeurs, om de voor hen noodzakelijke kennis en
vaardigheden periodiek te actualiseren. Middels het volgen van minimaal 35 uur aan
gecertificeerde nascholingscursussen per periode van vijf jaar kan de chauffeur zijn `code
vakbekwaamheid' op het rijbewijs verlengen. In het vervolg van deze brief sta ik verder stil
bij deze wijzigingen en geef ik inzicht in de bijbehorende kosten.
Basiskwalificatie
Onder de huidige wetgeving behalen kandidaten het rijbewijs C en het bijbehorende
chauffeursdiploma door met goed gevolg de volgende examens af te leggen:
o theorie-examen `verkeer';
o theorie-examen `techniek';
o theorie-examen `administratie';
o praktijkexamen `rijbewijs en vakbekwaamheid C'.
---
VENW/DGTL-2008/2597
De onderdelen voor het praktijkexamen `vakbekwaamheid' worden geïntegreerd met
het praktijkexamen voor rijbewijs C afgelegd.
De richtlijn bepaalt dat het theorie-examen voor de basiskwalificatie
`vakbekwaamheid' minimaal vier uur duurt. Daarnaast verplicht de richtlijn een
theorie-examen waarin casestudies aan de orde komen. Ook de duur van het
praktijkexamen `vakbekwaamheid' is in de richtlijn vastgesteld. Inhoudelijk
introduceert de richtlijn twee praktische toetsen die in aansluiting op de opleiding bij
een opleider kunnen worden afgelegd. Om de consequenties voor transportsector en
chauffeur naar aanleiding van deze eisen zo beperkt mogelijk te houden, zijn in de
nieuwe examenstructuur enkele efficiencymaatregelen getroffen:
· de hierboven genoemde onderwerpen voor basiskwalificatie en nascholing zijn
grotendeels gebaseerd op de ervaring die Nederland heeft met het stellen van
beroepskwalificaties aan chauffeurs. Hierdoor heeft de richtlijn nauwelijks inhoudelijke
consequenties voor de totale inhoud van de theorie-examens;
· de oude theorie-examens `verkeer' en `techniek' zijn samengevoegd tot het nieuwe
theorie-examen `Rijbewijs en vakbekwaamheid 1'. Het oude examen `administratie'
blijft bestaan en er wordt conform de eisen uit de richtlijn een theorie-examen
toegevoegd waarbij kandidaten enkele case-studies moeten doorlopen;
· opleiders zullen de nieuwe praktische toetsen afnemen. Dit gebeurt onder toezicht
van de divisie CCV van het CBR. De verwachting is dat door concurrentie tussen
opleiders een marktconform tarief zal ontstaan;
· het praktijkexamen voor de vakbekwaamheid wordt net als in de huidige situatie
geïntegreerd met het examen voor rijbewijs C/D afgenomen.
Op basis van deze efficiencymaatregelen is in nauw overleg met de transportsector en
de divisie CCV van het CBR tot de volgende examenstructuur gekomen:
· theorie Rijbewijs en vakbekwaamheid 1 (oude examens `verkeer' en `techniek');
· theorie Vakbekwaamheid 2 (het oude examen `administratie');
· theorie Vakbekwaamheid 3 (nieuw, casestudies);
· praktische toets D of C, gericht op o.a. beroepshouding, veiligheid, voorkomen
van fysieke risico's;
· toets op besloten terrein of simulator, o.a. gericht op manoeuvreren en controle
over het voertuig;
· praktijkexamen rijbewijs D(E) of C(E).
Nascholing
De richtlijn stelt dat beroepschauffeurs iedere vijf jaar minimaal 35 uur aan gecertificeerde
nascholingscursussen moeten volgen. Hierboven zijn de algemene onderwerpen genoemd
waarop nascholingscursussen kunnen worden ontwikkeld. De nascholing dient volgens de
richtlijn speciale nadruk te leggen op verkeersveiligheid en rationeel brandstofverbruik.
Nederlandse chauffeurs kunnen voor hun nascholing kiezen uit een uitgebreide lijst van
gecertificeerde cursussen die in Nederland door de transportsector zelf is samengesteld.
---
VENW/DGTL-2008/2597
Momenteel bestaat deze lijst uit ruim 60 cursussen. Elke chauffeur kan cursussen kiezen
die aansluiten bij zijn specifieke dagelijkse beroepspraktijk. Om speciale nadruk op
verkeersveiligheid en rationeel brandstofverbruik te realiseren, is in Nederland in overleg
met de transportsector afgesproken dat chauffeurs in de nascholing in ieder geval een
praktijktraining van minimaal 7 uur (1 dag) op het gebied van verkeersveiligheid of zuinig
rijden volgen. Om te voorkomen dat chauffeurs door drukte bij opleiders aan het einde
van elke nascholingsperiode hun code vakbekwaamheid niet tijdig kunnen vernieuwen,
wordt in de communicatie rond de nieuwe regelgeving chauffeurs geadviseerd om tijdig
(bijvoorbeeld één dag per jaar) nascholing te volgen.
Ontwikkeling van nascholingscursussen vindt in Nederland plaats in de markt van
opleiders. Het is de verwachting dat door de werking van vraag en aanbod passende
cursussen tegen een concurrerend tarief worden ontwikkeld. De keuze voor marktwerking
zorgt bovendien voor aansluiting bij het Europese uitgangspunt dat nascholing optimaal
aansluit bij de specifieke werkzaamheden van de individuele chauffeur.
De richtlijn bepaalt dat nascholingscursussen worden gecertificeerd door het bevoegd
gezag. In Nederland zal deze certificering worden uitgevoerd door de divisie CCV van het
CBR. Door een nauwe samenwerking tussen CCV en de sociale partners in de
transportsector, vertegenwoordigd in de CCV Raad, wordt een goede aansluiting tussen
nascholingscursussen en de behoefte in de sector gerealiseerd. Niet alleen professionele
opleiders, maar ook transportbedrijven kunnen hun interne opleidings- en
bijscholingsprogramma ter certificering bij CCV indienen. CCV is tevens verantwoordelijk
voor de registratie van de gevolgde nascholingsuren van chauffeurs.
Kosten
Nederland is reeds lange tijd bekend met het opleiden en examineren van chauffeurs
in het kader van hun vakbekwaamheid. De consequenties van de nieuwe Europese
richtlijn vakbekwaamheid zijn daardoor grotendeels beperkt tot het stelsel van
nascholing. In het overgrote deel van de lidstaten van de Europese Unie heeft de
richtlijn vakbekwaamheid forse consequenties. Daar dient een compleet nieuw
systeem van opleiding, examinering en nascholing te worden opgezet. Deze
ontwikkelingen zijn momenteel nog in volle gang. Een derde van de lidstaten heeft de
richtlijn nog niet in nationale wetgeving geïmplementeerd. Hierdoor bestaat nog
nauwelijks inzicht in de financiële consequenties van de richtlijn. In combinatie met het
feit dat in veel landen de opleiding en nascholing van chauffeurs tot stand komt via
marktwerking, is betrouwbare informatie, vanuit concurrentieoverwegingen,
momenteel nauwelijks te achterhalen. Op basis van de thans beschikbare informatie
kan het volgende worden gesteld.
---
VENW/DGTL-2008/2597
Nederland
In Nederland kost de basisopleiding tot beroepschauffeur onder de nieuwe
regelgeving zo'n 2500 tot 4000.1 Een kandidaat haalt daarbij het rijbewijs CE en
het bijbehorende getuigschrift `vakbekwaamheid'. Hierbij is omwille van de
vergelijking met andere lidstaten geen rekening gehouden met subsidiemogelijkheden
vanuit SOOB en ESF.2 Bedrijven kunnen hun kandidaat-chauffeurs momenteel via het
project `Extra Chauffeurs' van VTL, een groot kennisbedrijf in het vakgebied van
transport en logistiek, met SOOB- en ESF-subsidie volledig laten opleiden. De
basisopleiding kost dan in totaal ongeveer 900.
Omdat nascholingscursussen voor vrachtautochauffeurs in het kader van de richtlijn
vakbekwaamheid pas vanaf september 2009 zullen worden gegeven, is in Nederland
nog nauwelijks inzicht in de kosten voor nascholing. De verwachting is dat een
complete vijfdaagse nascholing 1000 tot 1500 euro gaat kosten. 3
Andere lidstaten van de Europese Unie
In tabel 1 zijn de geschatte kosten uit een aantal andere lidstaten weergegeven, die op
dit moment (globaal) inzicht hebben in de wijze waarop de richtlijn vakbekwaamheid
in hun land wordt geïmplementeerd.
1 Hierbij is rekening gehouden met 16 tot 32 rijlessen en alle noodzakelijke examens.
2 De Stichting Opleidings- en Ontwikkelfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van
Mobiele Kranen (SOOB) stimuleert in Nederland ontwikkeling door het subsidiëren van opleiding van
werknemers. Werkgevers die gebruik willen maken van dit fonds, storten jaarlijks een bijdrage in dit fonds.
In ruil voor deze bijdrage kunnen werkgevers tot maximaal 75 procent subsidie krijgen op opleidingen en
cursussen die hun werknemers volgen. Ook krijgen werkgevers een loonsuppletie (bijdrage in de
loonkosten voor opleidingsuren in werktijd) van 25 per dagdeel. Naast SOOB bestaan er in het
beroepsgoederenvervoer mogelijkheden voor het verkrijgen van subsidie uit het Europees Sociaal Fonds,
dat tot doel heeft de werking van de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te
verbeteren.
3 Inschatting door VTL en afhankelijk van de specifieke inhoud van de cursus en eventuele toekenning van
subsidies uit het SOOB-fonds en ESF.
---
VENW/DGTL-2008/2597
ië
Belg Tsjechië Denemarken Duitsland Spanje Frankrijk Nederland Polen Finland Verenigd Koninkrijk Luxemburg
Basiskwalificatie n.n.b 3000 450 2500 n.n.b. 2500 2000 3000 50 n.n.b 4000
inclusief - - 5
rijbewijs 3000 35004
Nascholing (5 400 300 73 800 1000 700 1000 200 750 1750 n.n.b.
dagen) - - -
1750 1200 1500
Tabel 1: kosten voor basiskwalificatie en nascholing in enkele lidstaten van de EU.
Uit de beschikbare gegevens blijkt dat de kosten voor basiskwalificatie in Nederland
vergelijkbaar zijn met die in andere lidstaten van de Europese Unie. Op het gebied van
nascholing kan op basis van de beschikbare informatie worden geconcludeerd dat de
kosten in Nederland naar verwachting vergelijkbaar zullen zijn met de kosten in België,
Duitsland, Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Vanwege het feit dat de
rijksoverheid in Denemarken en Finland het overgrote deel van de opleiding van
chauffeurs voor haar rekening neemt, zijn de kosten voor basiskwalificatie en
nascholing voor chauffeurs en bedrijven in deze landen lager. Ook in Polen en Tsjechië
liggen de kosten voor nascholing lager. Dit wordt naar verwachting allereerst
veroorzaakt door het verschil in welvaartsniveau. Daarnaast kan onervarenheid met
het opleiden en examineren van beroepschauffeurs zorgen voor initieel lagere kosten
in die landen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
4 Via SOOB-aangesloten bedrijven kan de basiskwalificatie voor 2000 worden afgerond.
5 In Finland draagt de rijksoverheid alle kosten voor basiskwalificatie en betaalt de kandidaat uitsluitend het
examentarief.
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat