Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk Uw kenmerk
30 juni 2008 MLB/M/29698 208 - 306 en 208 - 336
Onderwerp Bijlage(n)
Verzoek tot het sturen van een brief over salarissen 2
bij de publieke omroep
Bij brief van 16 juni jl. heb ik u laten weten (kenmerk MLB/M/23239) dat het Commissariaat voor de
Media uiterlijk 23 juni 2008 een door mij gevraagd onderzoek naar de topinkomens bij de publieke
omroep zou afronden. Verder had ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, toegezegd om uw Kamer onmiddellijk te informeren zodra ik de rapportage van het
Commissariaat heb ontvangen. Hierbij voldoen wij aan deze toezegging.
Inleiding
In het spoeddebat van 18 juni jl. over dit onderwerp heb ik uw Kamer toegezegd het Commissariaat een
aantal aanvullende vragen voor te leggen. Die vragen zijn aan het Commissariaat doorgeleid. Op 23
juni jl. heeft het Commissariaat zijn bevindingen uitgebracht, maar op het punt van de
ontslagvergoedingen was deze rapportage in mijn ogen nog wat te summier. Ik heb daarom het
Commissariaat gevraagd nader feitenmateriaal te verzamelen. Op 30 juni jl. heeft het Commissariaat
me de gevraagde nadere informatie toegestuurd.
Het onderzoek van het Commissariaat geeft een algemeen overzicht over 2007, bevat een vergelijking
met 2006 en gaat in op de specifieke vragen die ook in het spoeddebat aan de orde waren:
- achtergronden en vergelijking met kantonrechterformule bij ontslagvergoedingen;
- geschiedt betaling van de vergoedingen uit publieke of private middelen.
1. Vergelijking 2006 2007
Het Commissariaat heeft een overzicht gemaakt van de vergoedingen die op basis van de Wet
openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) zijn opgenomen in de
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/3
financiële jaarverslagen 2007 van de landelijke publieke omroepen. Waar nodig heeft het
Commissariaat de betrokken omroep om aanvullende informatie gevraagd. Om de gegevens van de
jaren 2006 en 2007 vergelijkbaar te maken heeft het Commissariaat vervolgens de `bijzondere'
gevallen naast elkaar gelegd. Het Commissariaat komt dan tot 42 functionarissen die in 2006 boven de
Wopt-norm 2006 ( 171.000) uitkwamen. In 2007 zijn er 44 functionarissen die boven de Wopt-norm
2007 ( 169.000) uitkomen. Beide jaren laten grosso modo een gelijk beeld zien. De berichten in de
media over een enorme stijging van salarissen in 2007 kunnen vooral worden verklaard uit een
onvolledige rapportage over 2006 en een aantal ontslagvergoedingen die in 2007 zijn getroffen.
2. Ontslagvergoeding
Het Commissariaat constateert verder dat van de zeven ontslagvergoedingen die in 2007 leidden tot
regelingen die boven de Wopt-norm uitkwamen in twee gevallen de kantonrechter de hoogte van de
vergoeding heeft bepaald. In de vijf andere gevallen leidt de getroffen regeling tot ongeveer dezelfde
bedragen als de kantonrechterformule zou hebben opgeleverd. Het Commissariaat is in de door mij
gevraagde aanvullende brief ook ingegaan op de achtergronden van de getroffen ontslagregelingen (en
de specifieke regeling voor de voormalige voorzitter van de TROS).
Zoals het Commissariaat in zijn bevindingen opmerkt, is in de code Goed bestuur en integriteit van de
publieke omroep de hoogte van een ontslagvergoeding voor een topfunctionaris op dezelfde wijze
bepaald als is geregeld in de CAO voor de omroepmedewerkers, tenzij dit naar de omstandigheden
kennelijk onredelijk uitwerkt. Indien een functionaris niet valt onder de CAO voor omroepmedewerkers
bedraagt de ontslagvergoeding niet meer dan éénmaal het functieloon per jaar vermeerderd met de
vaste bijzondere beloning, tenzij dit tot kennelijk onredelijke uitkomsten leidt.
Bij ontslagen die niet in der minne kunnen worden geschikt, leidt dat tot een gang naar de
kantonrechter. Deze hanteert de zogenoemde kantonrechterformule om tot een vergoeding te komen.
Daarbij wordt o.a. gekeken naar de duur van het dienstverband, leeftijd en de mate van
verwijtbaarheid richting werkgever en werknemer. Dat kan er toe leiden dat een ontslagvergoeding
hoger uitvalt dan een jaarsalaris.
Ik ben van mening dat de financiële middelen van publieke omroeporganisaties moeten worden ingezet
voor de uitvoering van de publieke taak (programmering); het is de taxatie van de leiding (directie of
bestuur) van de betreffende omroep geweest dat de getroffen regelingen bij de ingezette
beleidswijzigingen en daaruit voortvloeiende reorganisatie nodig en proportioneel waren. Het overzicht
laat zien dat de kantonrechterformule leidend is geweest om de hoogte van de vergoeding te bepalen.
Ik onthoud me van een oordeel of deze taxatie juist is.
3. Publieke en private middelen
Het Commissariaat geeft aan dat hij niet heeft kunnen vaststellen of salarissen en/of
ontslagvergoedingen uit de private middelen van een vereniging of uit de publieke middelen zijn
blad 3/3
bekostigd. Zoals ik in het spoeddebat al heb aangegeven vind ik dat onderscheid er ook niet toe doen.
Het financieringssysteem van de publieke omroep is zo ingericht dat alle middelen na aftrek van de
kosten voor gerichte verenigingsactiviteiten ten goede moeten komen aan de publieke taak.
4. Maatregelen
a. Bestuurders
Met de mij thans ter beschikking staande middelen voer ik beleid om de beloning van bestuurders bij de
publieke omroep en andere OCW-sectoren binnen het (verhoogde) ministersalaris (ook wel de
Balkenende-norm genoemd) te brengen. Ik spreek daarbij besturen aan op hun verantwoordelijkheid
om zich in hun beloningen te matigen en dat begint, zie bijvoorbeeld het salaris dat onlangs is
vastgesteld voor de nieuwe voorzitter van de raad van bestuur van de NOS en de voorzitters van het
college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen en Technische Universiteit Delft, zijn weerslag
te krijgen in de salarisstructuur voor nieuw te benoemen bestuurders.
Vrijdag jl. heeft het kabinet besloten om de topinkomens in de semipublieke sector aan banden te
leggen. Het advies `Normeren en waarderen' van de adviescommissie rechtspositie politieke
ambtsdragers en topambtenaren (commissie Dijkstal) wordt op hoofdlijnen overgenomen. Voor
bestuurders in de verschillende OCW-sectoren zal het (verhoogde) ministersalaris als maximum gaan
gelden. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal u binnenkort nader informeren.
b. Andere functionarissen
Voor wat betreft andere functionarissen werkzaam bij de publieke omroep (waaronder presentatoren
en deejays) heeft de ministerraad besloten het regime van de zogenoemde `beloningscode' van
toepassing te verklaren. Dat brengt met zich mee dat een door de sector op te stellen code (waarin ook
een maximum salaris moet worden opgenomen) door mij, na overleg met de omroep, goedgekeurd
moet worden.
c. Ontslagvergoedingen
In het regeerakkoord is opgenomen dat bij topverdieners in de publieke- en semi-publieke sector de
hoogte van de ontslagvergoeding wordt gemaximeerd op één jaarsalaris. De commissie Dijkstal is
gevraagd advies uit te brengen over ontslagvergoedingen en arrangementen in de (semi)publieke
sector. Het kabinet maakt werk van dit onderwerp, maar een en ander moet zorgvuldig worden
overdacht en uitgewerkt.
Mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk