abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
27 juni 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGP-2008/6478 -
Onderwerp
Anders Betalen voor Mobiliteit/Partieel uitvoeringsbesluit n.a.v Implementatieplan
kilometerprijssysteem
Geachte voorzitter,
Op 30 mei 2008 heb ik uw Kamer de Basisrapportage Anders Betalen voor Mobiliteit
aangeboden en aandacht besteed aan de verschillende grote beslismomenten in de
komende jaren. Daarbij heb ik aangegeven om voor de zomer aan te sturen op een
partieel uitvoeringsbesluit als een volgend go/no go moment voor die elementen in het
kilometerprijssysteem die tijdkritisch zijn in relatie tot de gewenste invoerdatum voor
vrachtvervoer in 2011 en de uitrol voor het personenvervoer in de jaren direct daarna. Het
gaat dan om elementen die al op korte termijn leiden tot activiteiten als aanbestedingen
en het opzetten van een certificeringsysteem en gepaard gaan met substantiële uitgaven.
Concreet vraag ik u om instemming met het organisatiemodel, de hoofdlijnen van het
functioneel programma van eisen, de aanbestedingsstrategie en daarmee een
aankondiging in het EU publicatieblad voor aanbesteding van de tijdkritische elementen
van het kilometerprijssysteem alsmede de uitvoering van het certificerings- en
testprogramma. Hiermee wordt een eerste richtinggevende keuze vastgelegd met
betrekking tot de verdere uitwerking van het kilometerprijssysteem. In deze brief beschrijf
ik de hoofdlijn van de implementatie die ik voor me zie en benoem ik de besluiten die
samen zorgen voor een voortvarende en zorgvuldige stap op het invoeringspad. Tot slot
geef ik een doorkijk richting de volgende go/no go momenten. In de onderliggende
stukken treft u het uitgewerkte Implementatieplan Kilometerprijssysteem aan inclusief de
bijlagen. Op 2 juli hoop ik met uw Kamer van gedachten te wisselen over deze
implementatie, zodat de tijdkritische onderdelen voor de implementatie voorspoedig in
gang gezet kunnen worden.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGP-2008/6478
Partieel uitvoeringsbesluit:
Organisatiemodel
- Vanuit het oogpunt van tijdigheid in combinatie met de uitdrukkelijke wens om
gebruik te maken van blijvende concurrentie tussen marktpartijen met het oog op
de kosten van het kilometerprijssysteem, zet ik wat betreft organisatiemodel in op
het realiseren van een markt voor meerdere gecertificeerde dienstverleners. Het is
de intentie dat dit het hoofdspoor wordt. Ik zal de markt uitdagen om dit de
komende jaren gezamenlijk te realiseren. Daarnaast zal ik als `garantiespoor' en
als terugvaloptie werken aan een onder publieke regie functionerende dedicated
backoffice in combinatie met gecertificeerde voertuigapparatuur. Omdat de
verantwoordelijkheid voor een tijdige invoering bij mij ligt, zet ik tegelijkertijd op
beide sporen in, zodat de invoering van de kilometerprijs, voorzien in 2011, te
allen tijde gegarandeerd is.
- Daarmee ligt het organisatiemodel vast. De komende maanden laat ik nader
onderzoek doen naar de mogelijkheid om in het model van meerdere
dienstverleners ook de taak van inning en dwanginvordering door private partijen
uit te laten voeren, het zogenoemde `Multiple Service Providers (MSP) model end
to end'.
- Tevens laat ik de publieke regie inclusief de handhaving en het toezicht verder
uitwerken zodat tijdens de certificering en aanbesteding duidelijk is welke rol ik zie
voor publieke partijen.
- Komend najaar neem ik een nader besluit op basis van de uitwerking van de
mogelijkheden van inning en dwanginvordering door marktpartijen en de
uitwerking van de publieke regie en informeer ik uw Kamer daarover.
Functionele eisen, aanbesteding en certificerings- en testprogramma
- Met het oog op de verdere voorbereidingen voor de uitwerking en realisatie van
het kilometerprijssysteem heb ik ten behoeve van het partieel uitvoeringbesluit de
functionele eisen uitgewerkt tot op het daartoe noodzakelijke niveau. Het systeem
ligt daarmee op hoofdlijnen vast. Daarbij plaats ik expliciet de kanttekening dat
door de parallelschakeling van wetgeving en aanbesteding grote scope
wijzigingen tijdens de aanbestedingsprocedure aanbestedingsrechtelijk niet
mogelijk zijn en zullen leiden tot het afbreken van lopende aanbestedingen met
alle mogelijke gevolgen voor kosten en planning van dien. Het komende halfjaar
wordt het functioneel programma van eisen nader uitgewerkt en gereed gemaakt
voor verzending naar de markt (aanbestedingstukken).
- Ik zet de realisatie van een testprogramma in gang samen met de tijdkritische
elementen voor de benodigde certificering en aanbesteding van onderdelen van
het kilometerprijssysteem. Een deel van deze onderdelen van het
kilometerprijssysteem zal pas daadwerkelijk in werking worden gesteld en leiden
tot investeringskosten na het uitvoeringsbesluit dat in 2009 gepland staat. Daarbij
hou ik vooralsnog rekening met de beheersmaatregel, dat voor een tijdige start
met vrachtvervoer besloten moet worden, dat de voertuigapparatuur door de
Staat moet worden verworven.
---
VENW/DGP-2008/6478
- Voor de stappen die ik op basis van dit partieel uitvoeringsbesluit zet (certificering,
aanbestedingen en testprogramma) reserveer ik binnen het Infrastructuurfonds in
totaal 167 mln1.
- In augustus wordt de advertentie in het EU publicatieblad gezet voor de EU
aanbesteding. De aanbestedingsstukken zullen na aanvullende audits aan het
einde van het jaar aan de marktpartijen verstrekt worden.
ACHTERGROND
De implementatie van de kilometerprijs behelst wat mij betreft veel meer dan alleen het
realiseren van een technisch systeem dat in staat is een prijs per kilometer te berekenen in
plaats van de huidige vaste autobelastingen. Het draait ook om mensen en bedrijven die
gaandeweg te maken krijgen met een andere manier van betalen voor mobiliteit en om
overheden en wegbeheerders die de werking hiervan kunnen betrekken in hun
mobiliteitsbeleid. Ik vind het dan ook van belang om u de totale implementatiestrategie te
schetsen voor ik in ga op de besluiten die op dit moment nodig zijn voor de ontwikkeling
en uitrol van het technische gedeelte. Ik zal daarbij ook het verband schetsen met
onderdelen van de uitrol die bijvoorbeeld al in de brief van de Staatssecretaris van
Financiën zijn benoemd rond de afbouw van de bpm (31305, nr. 35).
VISIE OP DE TOTALE IMPLEMENTATIE
Eindbeeld landelijke kilometerprijs
Het kabinet heeft eerder besloten dat de kilometerprijs gedifferentieerd wordt naar tijd,
plaats en milieukenmerken en dat deze geldt voor zowel personen- als goederenvervoer
voor het rijden in Nederland. Daarbij zijn enkele data leidend voor de inrichting van de
gehele implementatie. Belangrijke focus vormt de invoering voor het vrachtvervoer
voorzien in 2011 met daaraan gekoppeld de start met de eerste personenauto's en
bestelwagens een jaar later. Het totale systeem is vervolgens volledig operationeel in 2016
wanneer de mrb in zijn totaliteit is afgeschaft (alle overige voertuigen vallen binnen het
systeem)2. Ervan uitgaand dat de afbouw van de bpm geen onvoorziene effecten
teweegbrengt is twee jaar later ook de bpm in zijn geheel afgebouwd. Het kilometertarief
vervangt dan echt alle vaste autobelastingen en zal dan optimaal effect gaan krijgen in
termen van verbetering van de bereikbaarheid en het milieu. Allereerst op de korte termijn
effecten door dat bijvoorbeeld de weggebruikers op andere momenten gebruik maken
van de weg en minder gaan rijden door bijvoorbeeld alternatieve vervoerswijzen te kiezen.
Gaandeweg ook door de langere termijn effecten zoals het beperkt houden van de
afstanden tussen woon- en werklocaties.
Hoofdsporen implementatie
In de implementatie van de kilometerprijs zelf lopen verschillende lijnen gelijk op:
- Voorbereidingen en uitrol in termen van de fiscale ombouw;
1 In de Basisrapportage is eerder nog gesproken over een reservering van 150 mln. de huidige reservering past
binnen het totale budget. Dit staat overigens los van de eerder gereserveerde 100mln, voor de
mobiliteitsprojecten ABvM.
2 Uiteraard blijft het Europees minimumniveau van de MRB voor vrachtvervoer van kracht.
---
VENW/DGP-2008/6478
- Voorbereidingen en uitrol in termen van het technische systeem voor de
kilometerprijs;
- Ontwikkeling van het wetsvoorstel kilometerprijs;
- Voorbereidingen en uitrol in termen van de communicatie richting weggebruikers
tegen de tijd dat het kilometerprijssysteem gaat werken.
Daarnaast heb ik in de kabinetsbrief van 30 november 2007 al aangegeven dat de
implementatie wordt versterkt door in te zetten op de mobiliteitsprojecten Anders Betalen
voor Mobiliteit op korte termijn. Hierdoor wordt samen met andere overheden en
werkgevers veel meer aandacht besteed aan alternatieven voor het rijden in de spits rond
grote knelpunten. Ik verwacht dat dit allereerst een breder bewustzijn bij weggebruikers
oplevert over de mogelijkheden die er zijn om op een lonende manier het gedrag aan te
passen als de kilometerprijs er straks ook daadwerkelijk is. Dit leidt vervolgens tot een
bijdrage aan verlichting van de filedruk rond de grote steden.
Stappen
Als ik dit vervolgens vertaal in een stappenplan richting volledige uitrol, dan zie ik vier
fases voor me:
Mobiliteitsprojecten en concretisering kilometerprijs (periode 2008 2010)
Er is al een start gemaakt met de voorbereiding van mobiliteitsprojecten op de
korte termijn. Ik zie her en der dat het samenspel tussen overheden, werkgevers
en marktpartijen al steeds meer leidt tot zeer creatieve en doelgerichte initiatieven
die een wezenlijke stap vooruit betekenen op dit vlak. Een afzonderlijke brief over
de precieze uitwerking van de beleidslijn voor de mobiliteitsprojecten ABvM
ontvangt uw Kamer gelijktijdig met deze brief. De ondersteuning aan de
mobiliteitsprojecten wordt gekoppeld aan de initiatieven van de Taskforce
Mobiliteitsmanagement waarin werkgevers en (regionale) overheden samen
optrekken. Hiervoor heb ik eerder aangekondigd 100 mln. beschikbaar te stellen.
De mobiliteitsprojecten, die vanaf 2009 worden uitgevoerd, leveren voor
deelnemende weggebruikers meteen alternatieven voor het rijden in de spits op.
Maar de uitstraling is wat mij betreft veel breder. Ik vind het daarom belangrijk
om in de komende jaren de resultaten van deze projecten regelmatig te belichten
zodat dit ook andere mensen en bedrijven inspireert om zelf een omslag te
maken.
De mobiliteitsprojecten zijn niet alleen van belang voor weggebruikers, maar ook
voor marktpartijen. Deze projecten bieden namelijk de kans innovatieve
technieken uit te proberen (zoals bijvoorbeeld satelliettechnologie) en daaraan
verbonden nieuwe aanvullende diensten (value added services, VAS) te
ontwikkelen. De mobiliteitsprojecten zijn daardoor een mogelijke startmotor voor
een nieuwe markt van dienstverleners die later ook een rol kunnen spelen bij de
uitvoering van het benodigde systeem voor de kilometerprijs. Later in deze brief
kom ik hier op terug.
In dezelfde periode wordt het technische systeem van de kilometerprijs verder
uitgewerkt en ontwikkeld. Dit zal allereerst vorm krijgen door middel van
---
VENW/DGP-2008/6478
specifieke technische tests om de gestelde eisen aan te scherpen en bepaalde
interfaces nauwkeurig te definiëren. Ik denk hierbij aan verschillende
mogelijkheden om bijvoorbeeld de betrouwbaarheid of beveiliging nog verder te
verhogen. Na behandeling van het wetvoorstel in uw Kamer en het nemen van
een uitvoeringsbesluit staan grootschalige praktijktesten gepland om te bezien of
het systeem in staat is om grote hoeveelheden weggebruikers ten dienste te
staan. Dit vraagt niet alleen dat de techniek goed functioneert, het betrekken van
proefpersonen of bedrijven in deze test zal ook al het nodige vragen van de
communicatie. Deze praktijktesten zijn dan ook van grote waarde voor de
communicatie richting weggebruikers rond de uitrol van het systeem, waar het
niet meer gaat om enkele duizenden deelnemers, maar om vrijwel de gehele
Nederlandse bevolking. Het partieel uitvoeringsbesluit dat ik op dit moment wil
nemen richt zich op de technische uitwerking, het uitvoeren van de tests gericht
op de eisen en het voorbereiden van de volumetest.
Een ander onderdeel dat de komende jaren concreet wordt, is het precieze
tariefstelsel inclusief de hoogte en de locaties van het spitstarief. Het kader
daarvoor wordt gevormd door het wetsvoorstel kilometerprijs dat op dit moment
in ontwikkeling is en dat ik in de loop van 2009 met uw Kamer hoop te kunnen
bespreken. Dit wetsvoorstel zal enerzijds de basistarieven (inclusief de
milieudifferentiatie) voor de kilometerprijs vastleggen naast een bandbreedte en
een besluitvormingsproces voor de vaststelling van de tarieven en de precieze
locaties van het spitstarief. Bij Algemene Maatregel van Bestuur worden het
spitstarief en de locaties waar dit tarief geldt, vervolgens op een later moment
vastgesteld. Na instemming van het Parlement met dit wetsvoorstel kunnen
vervolgens de verschillende decentrale wegbeheerders en andere betrokkenen aan
de hand van bijvoorbeeld geactualiseerde netwerkanalyses concrete voorstellen
doen wat betreft de locaties voor het spitstarief in de komende jaren. De rol van
de verschillende overheden, wegbeheerders en andere belanghebbenden zal ik in
het wetsvoorstel nog preciezer duiden.
Modelstudies geven al aan dat het variëren met spitstarieven afhankelijk van de
zwaarte van de congestie het meest optimaal is. Vanuit het belang om de uitrol zo
soepel mogelijk te maken, is het vooralsnog mijn insteek om in de beginjaren het
spitstarief eenvoudig te houden door overal in het land dezelfde hoogte aan te
houden en later aan de hand van de opgedane ervaringen te werken met meer op
maat gesneden verschillende tarieven.
Het moment waarop het wetsvoorstel is geaccordeerd, is het moment waarop
met grootschalige publiekscommunicatie wordt gestart. In het begin zal dit vooral
nog voortbouwen op de huidige lijn waarbij vooral aandacht wordt besteed aan
de oorsprong van de kilometerprijs en de achterliggende principes, om vervolgens
steeds concreter te worden over tarieven, tarieflocaties en de activiteiten die
eventueel van weggebruikers zelf verwacht worden om deel te kunnen nemen
aan het nieuwe systeem. Ik hecht veel waarde aan een dergelijke sobere en vooral
informatieve lijn van communiceren. Dit komt ook voort uit de ervaringen in het
buitenland waarbij het vooral goed heeft gewerkt om `operationele informatie' te
---
VENW/DGP-2008/6478
verschaffen en niet in te zetten op grote campagnes om mensen te willen
overtuigen van de positieve kanten van prijsbeleid.
In deze periode wordt conform afspraak de bpm jaarlijks met 5% omgezet in de
mrb om de invoering van de kilometerprijs soepeler te maken. Dit proces loopt
door tot en met 2012.
Het beeld voor weggebruikers en bedrijven in de eerste jaren wordt dus bepaald
door:
- de inzet op gedragsverandering van weggebruikers om de spits te mijden
via de mobiliteitsprojecten op korte termijn;
- het bieden van kansen aan marktpartijen om via de mobiliteitsprojecten
relevante technieken en aanvullende diensten uit te proberen die van pas
komen bij de uitvoering van het systeem van de kilometerprijs;
- het concreet maken van het technisch systeem voor de kilometerprijs door
middel van tests;
- het bepalen van de eerste locaties voor het spitstarief, en;
- het nemen van de eerste stappen op weg naar afschaffing van de mrb,
het Eurovignet en de bpm, en het wegvallen van de provinciale opcenten
waarvoor een ander belastinggebied wordt gezocht.
Uitrol van het eerste deel van het systeem (2011)
In 2011 komt er een grotere omslag die beduidend meer voeten in aarde heeft:
de start met vrachtvervoer is immers voorzien. Concreet betekent dit dat vanaf
een goedgekeurd implementatiebesluit de eerste fase van de uitrol start. Het
vervoerend bedrijfsleven zal benaderd moeten worden voor de aanschaf en
inbouw van de benodigde apparatuur en op enig moment wordt het
kilometertarief voor vrachtvervoer geïnd, wordt het Eurovignet-verdrag
opgeschort en vervalt de mrb voor vrachtvervoer tot aan het Europees gestelde
minimum. Met deze planning lopen we gelijk op met de planning voor de
invoering van de kilometerprijs in Frankrijk, ook daar is alles erop gericht om in
2011 de knop om te zetten.
Een soepele start met vrachtvervoer vereist de nodige inspanning om in de
aanloopperiode alle bedrijven te bereiken en de juiste informatie te verschaffen
over wat van bedrijven en chauffeurs precies wordt gevraagd. Wat betreft de
communicatie geven projecten in het buitenland, zoals bijvoorbeeld de eerdere
proeven rond Stockholm en de invoering van de LKW-Maut al veel houvast.
Voorafgaand aan de implementatie wordt ook gekeken naar mogelijke
grenseffecten met buurlanden, onder andere op verkeerskundig gebied.
Uitrol van het hele systeem (periode 2012 - 2016)
Al voor dat er sprake is van de eerste voertuigen die rond 2012 deelnemen aan de
kilometerprijs, wordt de aandacht gericht op het personenvervoer. Zo leveren de
grootschalige technische tests en de start met het vrachtvervoer de nodige
belangstelling op onder weggebruikers en is het jaar tussentijds goed te benutten
---
VENW/DGP-2008/6478
in de totale publiekscommunicatie die op gang moet komen richting individuele
weggebruikers.
De technische uitrol voor personenauto's die fiscaal gezien het meest optimaal is
en ook goed aansluit bij wat er mogelijk is, is eerder al verwoord in de brief van de
Staatssecretaris van Financiën van 30 mei 2008 (31305, nr. 35). Bij de afweging
rond de uitrol is vooral van belang dat er geen rechtsongelijkheid ontstaat in
combinatie met het voorkomen van ontwijkgedrag of tactisch handelen door
groepen weggebruikers. Om te weten welke kentekenhouders van Nederlandse
personenvoertuigen en bestelauto's tijdens de uitrol aan de beurt zijn om deel te
nemen aan het systeem van de kilometerprijs zijn de eerste twee cijfers van het
kenteken bepalend. Keer op keer worden nieuwe groepen aangewezen en de
samenstelling van elke nieuw op te nemen groep voertuigen is op deze manier
een mix van alle aanwezige typen en leeftijden voertuigen. Daardoor zal elke
nieuwe groep weggebruikers die deel gaat nemen aan het nieuwe systeem zeer
divers zijn wat betreft gemiddeld kilometrage per jaar, brandstofsoort,
gewichtsklasse, geografische spreiding en leeftijd. Bij de precieze uitwerking wordt
nog gekeken naar manieren om de gebruiksvriendelijkheid van de uitrol zo groot
mogelijk te maken met zo min mogelijk administratieve lasten.
De Staatssecretaris van Financiën heeft in zijn brief van 30 mei 2008 ook
beschreven wat deze wijze van (technische) ingroei betekent in termen van
tarieven voor de kilometerprijs van weggebruikers die al deelnemen aan het
nieuwe kilometerprijssysteem in relatie tot de hoogte van de mrb van mensen die
nog vallen onder het `oude' belastingsysteem en in relatie met de dan nog
resterende bpm. Hier gaat het dus om de fiscale uitrol waarbij in lijn met andere
systeemwijzigingen tijdens de hele periode van afbouw van de bpm geregeld de
vinger aan de pols wordt gehouden of zich geen onvoorziene effecten voordoen
op het gebied van draagvlak, aankoopgedrag, milieu, welvaart en inkomsten voor
het rijk. Van belang hierbij is dat gedurende de gehele periode van de uitrol twee
systemen naast elkaar van kracht zijn. Dit vraagt zeer zorgvuldige en accurate
communicatie richting weggebruikers die gaandeweg van het `oude'
belastingsysteem overstappen naar het nieuwe systeem. Dit element zal al
vroegtijdig worden opgepakt in de brede publiekscommunicatie.
Tijdens het overleg met uw Kamer over de brief van de Staatssecretaris van
Financiën dat binnenkort gepland staat, zal nader over deze constructie worden
gesproken.
Afronding (periode 2016 2018)
De afrondende fase wordt gevormd door de afbouw van het laatste deel van de
bpm. Vanaf 2016 nemen alle voertuigen deel aan het systeem van de
kilometerprijs en bestaat de mrb met uitzondering van het Europees vereiste
minimum voor vrachtvervoer niet meer. In deze periode resteren nog twee laatste
stappen van ordegrootte 12,5% afbouw van de bpm. Dit wordt conform het
---
VENW/DGP-2008/6478
voorstel van de Staatssecretaris van Financiën rechtstreeks verwerkt in een
verhoging van de kilometerprijstarieven in 2017 en 2018.
Vanaf 2016 gelden de spitstarieven in principe voor alle voertuigen. In de periode
daarvoor zijn dan inmiddels de eerste ervaringen opgedaan met het spitstarief in
de Noordvleugel. Dit is ook het moment waarop personenauto's van niet-
ingezetenen met een buitenlands kenteken in het Nederlandse systeem
opgenomen kunnen worden.
IMPLEMENTATIEPLAN KILOMETERPRIJSSYSTEEM
Kern van partieel uitvoeringsbesluit
Zoals ik hierboven heb geschetst, bestaat de eerste fase van de implementatie uit een
aantal parallelle activiteiten waarbij de kern van dit partieel uitvoeringsbesluit wordt
gevormd door de voorbereidingen voor de ontwikkeling en bouw van het technische
systeem. Op dit moment vormen deze activiteiten de tijdkritische elementen in de totale
planning voor de invoering van de kilometerprijs.
Hieronder geef ik u eerst een globale schets van het benodigde systeem voordat ik inga op
de verdeling van verantwoordelijkheden en taken (organisatiemodel) en de eisen die aan
de techniek en organisatie gesteld worden. Daarna vertaal ik de keuzes op dit vlak in
activiteiten gericht op de feitelijke opbouw van het systeem.
Schets onderdelen systeem
In de kabinetsbrief van 30 november jongstleden (31305, nr. 1) en het onderliggende
document `Starten met de Kilometerprijs' heb ik eerder een globaal overzicht gegeven van
de vaste componenten binnen een systeem voor de inning van de kilometerprijs. Het
betreft achtereenvolgens:
- het registreren van de gereden kilometers;
- de overdracht van ritgegevens of eindtotalen naar een rekencentrum (backoffice);
- het berekenen van het te betalen bedrag (facturering);
- de inning van dat bedrag bij de weggebruiker;
- de klantenservice voor de weggebruiker;
- de handhaving en toezicht als vangnet onder het systeem ook om de
rechtsgelijkheid van alle gebruikers te waarborgen.
Bij elk onderdeel zijn nadere eisen te stellen aan de te gebruiken technieken of aan de te
leveren diensten en daarnaast moet worden bepaald aan welk type partij een dergelijke
taak wordt toegewezen of uitbesteed. Het implementatieplan gaat met name hierop
verder in.
ORGANISATIEMODEL
Verschillende modellen mogelijk
Een cruciaal element in het partieel uitvoeringsbesluit wordt gevormd door de keuze voor
een organisatiemodel (ook wel marktmodel genoemd). Hierbij wordt namelijk een
uitspraak gedaan over de mate waarin en ook over de manier waarop private en publieke
---
VENW/DGP-2008/6478
partijen een rol krijgen in de uitvoering van het systeem van de kilometerprijs. De keuze
hierover is van invloed op de uiteindelijke kosten van het systeem en bijvoorbeeld de
tijdige levering, maar ook voor de vervolgstappen richting aanbesteding of certificering
van producten en diensten die nodig zijn om het hele systeem draaiend te krijgen, zoals de
handhaving en de inning.
Mijn insteek is om waar mogelijk marktpartijen te kunnen betrekken bij de uitvoering van
de kilometerprijs met het oog op concurrentie en het gewenste kostenniveau. In de
genoemde brief van 30 november jongstleden heb ik al gerefereerd aan drie mogelijke
organisatiemodellen die destijds zijn onderzocht in een Public Private Comparitor en
waarbij in meer of mindere mate sprake is van het inschakelen van marktpartijen:
- `single service providers model' (SSP): één aanbieder realiseert het hele technische
systeem voor de kilometerprijs. Deze krijgt daarvoor een vergoeding van de staat
en mag als monopolist geen aanvullende diensten ontwikkelen. Dit lijkt op de
situatie in Duitsland voor de LKW-Maut;
- `multiple service providers model' (MSP): meerdere aanbieders leveren diensten
aan weggebruikers en beconcurreren elkaar op kosten maar bijvoorbeeld ook op
aanvullende diensten en kwaliteit. Dit lijkt deels op de huidige markt voor mobiele
telefonie. Binnen dit model zijn nog verschillende varianten mogelijk. Zo kan
bijvoorbeeld alleen het registreren en verwerken van het ritgebruik worden
opengesteld voor meerdere aanbieders, of kan juist het hele systeem tot en met
de inning en dwanginvordering bij meerdere partijen worden belegd. In het
laatste geval wordt gesproken over een `MSP end tot end'-model;
- `dedicated backoffice' met een certificeringtraject voor de voertuigapparatuur
(DBO). Hierbij is er sprake van één centrale inningorganisatie en vindt er
gedurende de exploitatie voornamelijk concurrentie plaats tussen verschillende
aanbieders van voertuigapparatuur.
In de brief van 30 november 2007 heb ik al aangegeven dat de laatste twee modellen
vooralsnog de voorkeur verdienden omdat daarvan meer innovatie en marktwerking
gedurende de exploitatie van het systeem wordt verwacht.
In de afgelopen maanden heb ik aanvullend onderzoek laten doen naar de sterke en
zwakke punten van deze verschillende organisatiemodellen in de vorm van een actualisatie
van de PPC. Het gaat daarbij niet alleen om de kosten; ook leveringszekerheid,
beheersbaarheid en duurzaamheid zijn van belang. Ik zoek daarbij naar een evenwicht
tussen enerzijds de wens om via concurrentie tijdens de exploitatie van het systeem te
zorgen voor continue kostenverlaging en anderzijds de gewenste zekerheid om in 2011 te
kunnen starten met het innen van de kilometerprijs voor de eerste groepen voertuigen.
Aan het onderzoek is daarom een vierde organisatiemodel toegevoegd waarin de twee
voorkeursmodellen zijn gecombineerd tot één model dat wellicht het gewenste evenwicht
kan bereiken. Dit model, gebaseerd op MSP én DBO met gecertificeerde
voertuigapparatuur, heb ik in de Basisrapportage Anders Betalen voor Mobiliteit
gepresenteerd als een voorlopige werkhypothese om aan de hand van dit voorbeeld uw
Kamer vervolgens inzicht te kunnen geven in de kostenraming en planning van het
project.
---
VENW/DGP-2008/6478
Onderdeel van de actualisatie van de PPC is een kwantitatieve doorrekening zodat ook
inzichtelijk is in welke mate de keuze doorwerkt op de uiteindelijke kosten van het
systeem, oftewel de betaalbaarheid. Daarnaast is scherper geworden hoe de modellen
scoren op de criteria robuustheid en duurzaamheid. Voor die modellen waarvoor het
relevant was, is ook gekeken naar het effect van het ontstaan van aanvullende diensten
(value added services) op de te verwachten kosten.
Invloed van aanvullende diensten op kostenbeeld
De actualisatie van de Public Private Comparitor die dit jaar is uitgevoerd geeft wat betreft
de kosten het volgende beeld:
- In het geval van kruissubsidiëring door de ontwikkeling van aanvullende diensten
(VAS) scoort het multiple service providers model het beste en het gecombineerde
model van MSP én DBO als tweede met een miniem verschil in kosten.
- In het geval van tegenvallende ontwikkeling van aanvullende diensten en/of het
wegvallen van de mogelijkheid van kruissubsidiëring komt het gecombineerde model
van MSP én DBO sterker naar voren en scoort het `MSP end to end'-model zwakker.
Aangenomen is dat kruissubsidiëring mogelijk moet zijn doordat het aanbieden van de
dienst kilometerprijs voor private partijen zorgt voor rechtstreeks contact met een grote
groep weggebruikers. Onder die weggebruikers moeten zich grote groepen potentiële
cliënten bevinden voor andere diensten zoals bijvoorbeeld navigatie en het verzekeren per
kilometer. Deze kruissubsidiëring maakt het geven van een vergoeding vanuit de
rijksoverheid aan de private aanbieders overbodig.
Het positieve beeld wat betreft de ontwikkeling van aanvullende diensten naast de
kilometerprijs als extra factor om de totale kosten van het systeem te beperken, is
tegengesproken tijdens de toetsing van dit onderzoek in de ronde tafels met marktpartijen
die zijn georganiseerd in Connekt-verband. Partijen geven aan dat het niet zeker is of
aanvullende diensten in voldoende mate worden ontwikkeld, dan wel dat voor de
kilometerprijs niet op kruissubsidiëring gerekend mag worden en dat een vergoeding voor
kilometerprijsdiensten vanuit de kant van de staat gewenst is. Dit heeft als consequentie
dat van een prijsmatigend effect op de totale systeemkosten niet kan worden uitgegaan.
Als dit beeld wordt geplaatst naast de onderzoeksresultaten dan blijkt dat het Multiple
Service Providers model minder aantrekkelijk wordt ten opzichte van het gecombineerde
model (MSP én DBO).
Hoofdbesluit organisatiemodel
Gezien de onderzoeksresultaten en de reacties daarop van marktpartijen vind ik het
essentieel dat wat betreft de hoofdkeuze voor het organisatiemodel sprake is van een
systeem dat tijdig wordt gerealiseerd en waarin zoveel mogelijk sprake is van blijvende
concurrentie tussen verschillende marktpartijen. Deze concurrentie is van groot belang
vanuit het oogpunt van het kostenniveau van het systeem en gezien de kansen die dit
biedt voor de ontwikkeling van innovatieve toepassingen gericht op het gebruiksgemak
voor weggebruikers. De insteek van blijvende concurrentie leidt tot mijn wens om in te
zetten op een open markt met meerdere aanbieders. Wat betreft de tijdigheid verzekeren
marktpartijen me regelmatig dat een start in 2011 mogelijk moet zijn. Ik realiseer me
echter terdege dat deze uitspraken noch voor mij noch voor uw Kamer de absolute
garantie geven dat er op tijd in een open markt een systeem draait dat geschikt is om
10
VENW/DGP-2008/6478
miljoenen weggebruikers tot dienst te zijn. Het is onverantwoord om zonder garantie op
tijdige levering van start te gaan en tegelijkertijd wel vast te houden aan de gewenste
invoeringsdatum voor vrachtvervoer in 2011. Dit leidt tot mijn wens om vanuit de insteek
van leveringszekerheid via directe regie te sturen op het op tijd beschikbaar zijn van de
benodigde diensten. Vanuit mijn verantwoordelijkheid kies ik er daarom bewust voor twee
sporen in werking te stellen:
- de basis leggen voor gezonde concurrentie tussen marktpartijen tijdens de
exploitatie van het systeem van de kilometerprijs en waar dat kan ook al tijdens de
aanloop, dus inzet op het systeem van multiple service providers;
- de basis leggen voor een volledig `garantie-systeem' dat, net als bij het
hoofdtransportnet voor de elektriciteit, het uitblijven of uitvallen van het systeem
dat aangeboden wordt door marktpartijen direct op kan vangen. Dit zal gebeuren
door afhankelijk van de ontwikkeling van de markt de omvang van dit systeem
aan te passen. Dit tweede spoor plaats ik onder publieke regie zodat ik zelf grip
heb op het tempo van de ontwikkeling van dit extra systeem, kan sturen op
tijdige oplevering en zodat ik ook de opdracht kan geven om taken niet meer uit
te voeren als de markt deze taken voldoende aanbiedt. Dit deel van het systeem
heeft de vorm van de `dedicated backoffice' met gecertificeerde
voertuigapparatuur. Hierbij is ook al sprake van blijvende concurrentie in de vorm
van een open markt voor meerdere aanbieders van de voertuigapparatuur die een
substantieel deel vormt van de totale kosten van het systeem.
Het model dat ik hiermee feitelijk omarm is vergelijkbaar met de werkhypothese in de
Basisrapportage Anders Betalen voor Mobiliteit met dat verschil dat hier uitdrukkelijk
sprake is van een spoor onder publieke regie dat in omvang afhankelijk is van de mate
waarin de private markt tot stand komt.
De kostenraming in de Basisrapportage van 30 mei 2008 is gebaseerd op een centrale
backoffice en kan als representatief worden gezien, omdat de kostenopzet van een MSP
voor de diensten voor de kilometerprijs nagenoeg dezelfde zal zijn met uitzondering van
markteffecten. Aangezien het model van meerdere dienstverleners (MSP) uitgaat van de
initiatieven van de markt, is dat model in termen van kosten voor de Basisrapportage niet
verder uitgewerkt. Vanuit de insteek van het opstellen van een voorzichtige kostenraming
is in de Basisrapportage uitgegaan van het conservatieve scenario dat het model van
meerdere dienstverleners niet van de grond komt en het systeem volledig onder publieke
regie moet worden uitgevoerd.
Besluit precieze taakverdeling volgt
Eerder gaf ik al kort aan dat met name het MSP-model nog verschillende varianten kent
met betrekking tot het aantal taken dat door private dienstverleners wordt aangeboden.
Eerder dit jaar bij de actualisatie van de Public Private Comparator is aangenomen dat het
voor marktpartijen niet interessant zal zijn om de totale keten van ritregistratie tot en met
dwanginvordering aan te bieden, omdat juist de inning veel moeite kost, zeker voor zover
dwanginvordering gepaard zal moeten gaan met extra inspanningen. Recent echter werd
dit beeld in Connekt-verband door enkele marktpartijen weersproken en ook vanuit de
ontwikkelingen in Europa rondom de European Electronic Tollservice (EETS) ontvang ik
---
VENW/DGP-2008/6478
andere signalen. Bij de invulling van het `end to end'-principe wordt in EETS verband
naast de facturering en het klantcontact ook gekeken naar de wijze waarop de
dienstverleners voor de betaling garant staan. Er lijkt dus wel degelijk animo voor deze
inningstaak, inclusief dwanginvordering. Onduidelijk is nog of dit past binnen de geldende
juridische en financiële regelgeving en welke consequenties dit heeft voor het ontstaan
van eventuele extra financiële toezichttaken die belegd moeten worden. Een uitspraak op
dit punt is wenselijk om ervoor te zorgen dat marktpartijen zich tijdig kunnen
voorbereiden op diensten die zij in de toekomst kunnen aanbieden.
Wat betreft de planning is op dit moment een definitieve keuze voor de precieze taken
echter nog niet noodzakelijk. Ik vind het daarom van groot belang voldoende tijd te
nemen om ook op dit punt een zorgvuldige afweging te maken, mede gezien de miljarden
aan gemeenschapsmiddelen die jaarlijks via de kilometerprijs geïnd zullen worden. Ik heb
daarom de opdracht gegeven voor een nadere uitwerking van de voor- en nadelen voor
het uitbesteden van de inning inclusief dwanginvordering aan marktpartijen. Ik zal daarbij
de resultaten van dit aanvullend onderzoek ook toetsen bij relevante maatschappelijke
organisaties en marktpartijen.
Wat betreft de overige taken beschouw ik de handhaving en het toezicht per definitie als
een overheidstaak. Tot het najaar wil ik een verdere uitwerking maken van de manier
waarop ik de publieke regie inclusief de handhaving en het benodigde toezicht voor me
zie.
EISEN TEN AANZIEN VAN HET SYSTEEM VAN DE KILOMETERPRIJS
Functionele eisen
De eisen die uiteindelijk worden gesteld aan het systeem van de kilometerprijs zijn voor
beide sporen (private spoor en spoor onder publieke regie) identiek. Tijdens het opstellen
van de Kostenmonitor 2006 is al gewerkt met een functioneel programma van eisen dat
ervoor zorgt dat marktpartijen nog zoveel mogelijk zelf de ruimte hebben om met een
technische invulling te komen zolang dit maar tot de gewenste prestaties leidt. Deze lijn
van functionele eisen wordt, voor zover dat kan, vastgehouden. Op cruciale onderdelen,
met name bepaalde interfaces, worden technische specificaties opgenomen om te
garanderen dat verschillende onderdelen van verschillende organisaties met elkaar kunnen
samenwerken.
Besluit tot voorlopige vaststelling ten behoeve vervolgstappen
De functionele eisen worden in grote mate bepaald door het wetsvoorstel kilometerprijs
dat ik momenteel ontwikkel en dat rond de jaarwisseling 2008/2009 aan uw Kamer
aangeboden kan worden. Omdat ik met het oog op de tijdkritische onderdelen in het
project nu al voorbereidingen in gang moet zetten gericht op certificering en aanbesteding
vind ik het van uitermate groot belang om u nu al goed te informeren over deze eisen. Bij
de aanbieding van de Basisrapportage heb ik aangegeven dat de parallelschakeling van
wetgeving en aanbesteding als risico heeft dat eisen die pas tijdens de behandeling van
het wetsvoorstel in uw Kamer concreet worden benoemd grote gevolgen hebben in
termen van tijd en meerkosten. Aanvullende ideeën of wensen vanuit uw Kamer verneem
12
VENW/DGP-2008/6478
ik daarom het liefst al in deze fase van het project zodat ik deze met de minste inspanning
en kosten mee kan nemen in de verdere voorbereidingen van de certificeringtrajecten en
aanbestedingen. Een expliciete kanttekening is hierbij op zijn plaats: in lopende
aanbestedingen is het op grond van het aanbestedingsrecht niet mogelijk om ideeën of
wensen mee te nemen die wezenlijke wijzigingen ten aanzien van de scope van deze
aanbestedingen betekenen. Dit houdt concreet in dat lopende aanbestedingen stopgezet
zullen worden met alle consequenties op kosten en planning van dien. Het is daarom van
groot belang om met uw Kamer op korte termijn in ieder geval te spreken over de scope
die ik wil hanteren.
Specifiek vraag ik uw aandacht voor de eisen die een belangrijke factor zijn voor de totale
kosten van het systeem en voor de eisen waaraan maatschappelijke organisaties en
overheden veel belang hechten.
Afbakening van deelnemers aan het systeem
- Tijdens het algemeen overleg met uw Kamer op 6 februari jongstleden heb ik al
aangegeven dat motorrijders vanuit technische en financiële overwegingen niet
deelnemen aan het systeem van de kilometerprijs. In het wetvoorstel
kilometerprijs zal ik nader ingaan op mogelijke uitzonderingsgroepen. Als
algemene lijn hanteer ik dat deze groepen niet worden uitgerust met
voertuigapparatuur.
- Voor wat betreft het vrachtvervoer wordt een secundair systeem opgezet om ook
buitenlandse vrachtwagens te betrekken bij het systeem van betalen naar gebruik.
Het inbouwen van voertuigapparatuur in vrachtauto's met buitenlandse
kentekens is niet afdwingbaar. Er zal dus een alternatief moeten komen voor deze
groep weggebruikers.
- Wat betreft het personenvervoer is eerder in de kabinetsbrief van 30 november
jongstleden al aangegeven dat nader wordt verkend of niet-ingezetenen die rijden
met een auto met een buitenlands kenteken (vooral toeristen) kunnen worden
betrokken bij de reikwijdte van het stelsel. Mijn insteek is dat het betrekken van
deze groep weggebruikers pas aan de orde is na de afronding van de
implementatie voor alle ingezetenen in 2016.
Gebruikerseisen
- Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van het systeem van registratie van de
gereden kilometers. Het gaat bij deze eis om een combinatie van nauwkeurigheid
en een juiste verrekening naar eindtotalen. De betrouwbaarheid moet hoog en
voor elke weggebruiker hetzelfde zijn. Dit zal worden vastgelegd in de
certificeringeisen die aan het systeem worden gesteld.
- Eenvoud voor de gebruiker. Voor de gebruiker is het van groot belang dat hij
inzicht heeft in de geldende tarieven en in zijn verbruik met minimale
administratieve lasten. Daarnaast wordt hier vereist dat er sprake is van een
adequate afhandeling van vragen. Vervolgens is in die gevallen waarbij in de
facturering fouten zijn gemaakt die niet te wijten zijn aan de functionering van het
registratiesysteem, de mogelijkheid om bezwaar en beroep in te dienen. Op deze
manier is sprake van optimale bescherming van de weggebruiker in combinatie
met een beperkte toename van de belasting op de rechterlijke macht.
13
VENW/DGP-2008/6478
- Performance van het systeem. Niet alleen voor de gebruiker maar ook voor de
staat is het van belang dat het systeem optimaal werkt en in staat is om vrijwel
alle gereden kilometers in Nederland daadwerkelijk te registreren, bij de juiste
weggebruiker in rekening te brengen en uiteindelijk te innen. Tegenvallende
prestaties kunnen het draagvlak voor de kilometerprijs ondermijnen en zullen
tegelijkertijd zorgen voor een toename van kosten en terugval in inkomsten voor
de Staat. De performance eisen worden zo hoog mogelijk gesteld.
- Interoperabiliteitseis. In het belang van de weggebruiker besteedt de Europese
Commissie al geruime tijd aandacht aan de interoperabiliteit van betaalsystemen
die te maken hebben met het weggebruik. Basisgedachte is dat het vanuit
gebruiksgemak mogelijk moet zijn om met één en hetzelfde voertuigapparaat deel
te nemen aan meerdere prijssystemen in Europa. Overigens zijn de Europese eisen
momenteel nog in ontwikkeling.
Op dit moment zie ik nog een spanning wat betreft de gebruikerseisen op het gebied van
betrouwbaarheid en nauwkeurigheid in relatie tot de wens om een grote druk op de
rechterlijke macht in het geval van bezwaar en beroep te voorkomen. Op basis van een
onderzoek in 2007 trek ik de conclusie dat nu van het systeem 99% nauwkeurigheid kan
worden gevraagd, terwijl het uitgangspunt in het wetsvoorstel een niveau van bijna 100%
is. Ik vind het daarom van belang om in de komende tijd aan de hand van voldoende te
testen, voertuigapparaten in beeld te brengen wat daadwerkelijk kan worden geëist en
met welk kostenniveau dit gepaard gaat. Tijdens het implementatiebesluit in 2011 is deze
kennis voor handen en kan ik met uw Kamer in gesprek over de kwaliteit van het gehele
kilometerprijssysteem in relatie tot de eis dat de exploitatiekosten van het volledig
draaiende systeem maximaal 5% bedragen van de totale opbrengst van de kilometerprijs.
Voorgeschreven oplossingen
Zoals gezegd is mijn insteek om zoveel mogelijk eisen op een functioneel niveau te
formuleren. Op twee punten wijk ik bewust af van deze algemene lijn. Het betreft hier de
privacy waar ik samen met het College Bescherming Persoonsgegevens veel waarde aan
hecht en de beveiliging in combinatie met de handhaving.
- Privacy. Weggebruikers worden gevrijwaard van een systeem waarmee kan
worden nagegaan waar zij op een bepaald moment zijn geweest, tenzij zij uit vrije
wil kiezen om hun verplaatsingsgegevens bijvoorbeeld wel aan een private
dienstverlener beschikbaar te stellen. Dit houdt concreet in dat in de `dedicated
backoffice' alleen geaggregeerde ritgegevens worden geregistreerd, al dan niet
via tussenkomst van een private dienstverlener. Het betreft dan de totaal verreden
kilometers tegen basistarief en de totaal verreden kilometers tegen het spitstarief.
Alleen in het geval een gebruiker hier expliciet toestemming voor heeft gegeven,
worden detailgegevens verstuurd die door een private dienstverlener commercieel
gebruikt kunnen worden. Hiervoor gelden overigens nog onverkort de
gebruikelijke regels rond de privacy.
- Beveiliging, handhaving en fraudebestendigheid. De mogelijkheden om fraude
tegen te gaan en effectief te kunnen handhaven, zijn vertaald in een integraal
handhavingconcept waarvoor specifieke centraal uitgegeven systeemonderdelen
14
VENW/DGP-2008/6478
nodig zijn. Daarbij is sprake van een zogenaamd `trusted element' in de
registratievoorziening, waaraan hoge beveiligingseisen worden gesteld.
Beheersmaatregelen op systeemrisico's
Op basis van de huidige risicoanalyse zijn de verschillende risico's met betrekking tot de
procesinrichting en systeemarchitectuur geïdentificeerd. Voor de meeste risico's zijn
beheersmaatregelen opgenomen als eisen aan het systeem of eisen aan de inbouw van
apparatuur.
Specifiek voor de fraudebestendigheid zal ik bijvoorbeeld nog nader onderzoek doen in
hoeverre de voorziene beheersmaatregel van een aanvullende registratie van kilometers
door middel van koppeling van de voertuigapparatuur aan een odometer (ofwel de
kilometerteller) van het voertuig noodzakelijk is. Vooralsnog komen eventueel extra
kosten voor deze beheersmaatregel tot uitdrukking in de risicoreservering ten behoeve
van het project Anders Betalen voor Mobiliteit.
De tijdige levering van voertuigapparatuur staat of valt met de mate waarin de markt voor
deze producten zich op tijd ontwikkelt. Wat betreft het risico op een te late levering van
voertuigapparatuur ten behoeve van een start met vrachtvervoer is als beheersmaatregel
voorzien in de aanschaf door het Rijk van ongeveer 200.000 voertuigapparaten voor
vrachtauto's. Gedurende het hele project zal ik bezien in hoeverre de genoemde of
aanvullende beheersmaatregelen daadwerkelijk nodig zijn en u daarover tijdig informeren
via de voortgangsrapportages die ik conform de TCI-regels halfjaarlijks aan uw Kamer zal
voorleggen.
TECHNISCHE TESTS
Eerder in deze brief benoemde ik in de schets van de totale implementatiestrategie in de
komende jaren al kort de technische tests die uitgevoerd dienen te worden. Ik heb dit
eerder in de kabinetsbrief van 30 november 2007 een `Proof of Concept' genoemd. Er
kunnen tenminste twee typen tests worden onderscheiden:
- tests gericht op het aanscherpen van functionele eisen, interfaces en risico's; en
- tests met grote aantallen gebruikers gericht op de werking van het systeem.
Aanscherpen functionele eisen
De tests gericht op de functionele eisen hebben als doel meer inzicht te krijgen in
kostenbepalende factoren en vast te stellen dat de eisen die worden gesteld ambitieus,
maar ook haalbaar zijn. De tests geven me daardoor ook meer inzicht of ik een systeem in
werking kan laten treden dat tegemoet komt aan alle kwaliteitseisen en ook voldoet aan
de randvoorwaarde dat de exploitatiekosten op het moment dat alle weggebruikers
deelnemen, alle belastingen zijn afgebouwd, het marktmodel zich heeft ontwikkeld en de
systeemkosten niet hoger zijn dan 5% van de totale opbrengst vanuit de kilometerprijs.
Deze tests zijn niet alleen van belang voor de aanbesteding van diensten die onder
publieke regie worden uitgevoerd, maar ook voor de certificeringeisen aan diensten en
producten van de aanbieders via het private spoor.
Enkele aandachtsgebieden zijn:
- De beveiligingsarchitectuur inclusief de interface met het Trusted element;
15
VENW/DGP-2008/6478
- De vereiste nauwkeurigheid van geregistreerde kilometers op basis van GNSS met
eventueel additionele sensoren (denk aan de eerder genoemde koppeling met de
odometer);
- Gegevensuitwisseling tussen componenten;
- Het handhavingsconcept;
- Fraude door het verstoren van het GNSS signaal;
- Gebruikers interfaces.
Volumetest, Proof of Concept
Na het uitvoeringsbesluit staat de volumetest gepland. Deze volumetest is primair gericht
op het spoor onder publieke regie: door middel van deze grootschalige proef zullen de
aanbieders die hebben geparticipeerd in de diverse percelen van de aanbesteding moeten
aantonen dat hun systemen samenwerken, daarna kan pas sprake zijn van een besluit tot
inwerkingtreding (implementatiebesluit). Dit geeft ook inzicht in de mate waarin een en
ander bijgesteld moet worden voordat het kilometerprijssysteem van start gaat.
De focus van deze tests op het spoor onder publieke regie zou tot het beeld kunnen leiden
dat de systemen die marktpartijen binnen het private spoor kunnen aanbieden aan
weggebruikers niet getest zijn. Niets is minder waar: om te voldoen aan de
certificeringeisen zullen private aanbieders de certificeringinstantie moeten aantonen dat
ook hun systeem goed werkt bij grote aantallen cliënten en goed functioneert op de
cruciale interfaces, zoals die voor de handhaving.
Ik kies er bewust voor om voldoende tijd te reserveren voor de volumetest van het
systeem, zodat tijdens de uitrol zo min mogelijk verrassingen te verwachten zijn. In totaal
beslaat de volumetest zelf ongeveer een jaar, voorafgegaan door de tests op afzonderlijke
onderdelen. Gezien de doorlooptijd van het totale testprogramma is het van belang om
binnenkort al te starten met de aanbestedingen zodat het mogelijk is eind 2009 na het
gunnen van het testprogramma, de testomgeving te bouwen en vervolgens de tests op
onderdelen te starten en vanaf 2010 de volumetest uit te voeren.
PROCES VAN AANBESTEDING EN CERTIFICERING
Besluit tot start certificering en aanbesteding
Het hoofdbesluit om in te zetten op twee volledige sporen heeft als gevolg dat ik:
- een certificeringsysteem zal ontwikkelen gericht op het creëren van een basis voor
een open markt van meerdere aanbieders van producten en diensten die als zij
voldoen aan alle eisen de markt kunnen betreden;
- tegelijkertijd een aanbestedingstraject doorloop om van enkele aanbieders
diensten en producten te verwerven die wat betreft omvang afhankelijk zijn van
de ontwikkeling van de markt. Onderliggende wens daarbij is om uiteindelijk
zoveel mogelijk van de uitvoering over te laten aan private partijen.
Naast deze hoofdsporen zal ik de nodige aanbestedingen in gang zetten ten behoeve van
het totale testprogramma dat ik eerder in deze brief heb beschreven. Met het
testprogramma, het certificeringsysteem en de aanbestedingen voor het `garantiespoor'
zijn momenteel ook de grootste kosten gemoeid. Met deze brief neem ik het besluit om
deze drie activiteiten na de zomer van 2008 te starten.
16
VENW/DGP-2008/6478
Bij het certificeringsysteem zal ik werken met nog nader te bepalen certificeringinstanties
De certificeringinstanties zullen tegen een vergoeding, van een private partij, een partij
toetsen aan de gestelde eisen. Daarbij is ook expliciete aandacht voor de interfaces tussen
deze private dienstverleners en onderdelen van het systeem onder publieke regie. Ik streef
ernaar om de Nederlandse certificeringeisen in te brengen in het EETS-project waar ik
eerder in deze brief aan heb gerefereerd. Daarmee kunnen te zijner tijd ook buitenlandse
dienstverleners op relatief eenvoudige wijze aan het Nederlandse systeem deelnemen. Bij
de aanbestedingen voor producten en diensten onder publieke regie zal moeten worden
gerekend met een vergoeding van de staat aan geïnteresseerde marktpartijen indien
uiteindelijk geen of minder dan verwacht gebruik gemaakt wordt van de aangeboden
diensten. Deze kosten zijn ook opgenomen in de raming bij de Basisrapportage die ik uw
Kamer op 30 mei jongstleden heb aangeboden.
Tijdkritische stappen aanbesteding en certificering
Niet alle onderdelen van het systeem van de kilometerprijs worden nu al in gang gezet. De
eerste tijdkritische stappen worden gevormd door:
- certificeringproces voertuigapparatuur (registratiefunctie);
- certificeringproces dienstverleners (MSP);
- aanbesteding delen `garantiespoor', waarbij dat deel wordt `afgeroepen' dat
onderdeel uitmaakt van het testprogramma:
o dedicated backoffice;
o handhaving;
o trusted element;
o registratievoorzieningen;
o testinstantie (systeemintegratie).
Processtappen aanbesteding
- aankondiging aanbesteding na partieel uitvoeringsbesluit (2008);
- dialoog met partijen (2008);
- biedingen van partijen (2009);
- contractering (2009).
Voor de aanbesteding met betrekking tot de ontwikkeling en productie van de Proof of
Concept (volumetest) gericht op voertuigapparatuur en voor de beheersmaatregelen om
voertuigapparatuur voor vrachtvervoer te kunnen verwerven zal de
aanbestedingsprocedure nog een prototype fase omvatten gevolgd door een tweede
biedingsfase. Deze aanbestedingsprocedure loopt door tot het eerste kwartaal van 2010.
Bepaalde (vervolg)stappen zullen afhankelijk worden gesteld van de benodigde
goedkeuring en instemming. Het betreft dan de start van de aanbesteding en later de
verdere uitvoering van gegunde overeenkomsten.
Relatie met mobiliteitsprojecten
Eerder heb ik al de mobiliteitsprojecten genoemd als onderdeel van de totale
implementatie. Specifiek voor wat betreft de relatie tussen deze projecten en de
certificering en aanbesteding van het kilometerprijssysteem zijn twee kanttekeningen op
zijn plaats:
17
VENW/DGP-2008/6478
1. De mobiliteitsprojecten van het project Anders Betalen voor Mobiliteit, komen
nadrukkelijk niet in de plaats van de wens om technieken die voor het
kilometerprijssysteem worden gebruikt op landelijk niveau te testen. Het staat
partijen die de mobiliteitsprojecten uitvoeren vrij om eigen technieken toe te
passen die het meest zullen bijdragen aan het primaire doel van de
mobiliteitsprojecten, namelijk een gedragsverandering die bijdraagt aan
vermindering van de filedruk rond grote steden. Er wordt in de tussentijd vanuit
het Rijk wel gezorgd voor voldoende informatie over de toekomstige eisen aan
het kilometerprijssysteem zodat de partijen die willen experimenteren ook in staat
zijn om dat aan die eisen aan te passen.
2. De inzet van marktpartijen bij mobiliteitsprojecten staat los van mogelijke
aanbestedingsprocedures voor het systeem van de kilometerprijs. Partijen
kwalificeren zich uitdrukkelijk niet via de mobiliteitsprojecten, hiervoor loopt een
afzonderlijk traject. Dit ligt ook voor de hand gezien de sterke rol van regionale
overheden bij de keuze van mobiliteitsprojecten, terwijl ikzelf voor het systeem
van de kilometerprijs verantwoordelijk ben en het level playing field moet
bewaken. Wel wil ik de ervaringen van private partijen in de mobiliteitsprojecten
betrekken bij de dialoog die gezocht zal worden in het kader van het
certificeringtraject voor het systeem van de kilometerprijs.
Planning
In de Basisrapportage van 30 mei jongstleden is een eerste overzicht gegeven van de
planning voor het project Anders Betalen voor Mobiliteit op basis van de stand van zaken
begin dit jaar. Naar aanleiding van het onderliggende implementatieplan is deze planning
geactualiseerd omdat het nu ook mogelijk is de tussenstappen scherper te benoemen en
daarmee de risico's concreter te maken. Het beeld dat uit deze nieuwe planning ontstaat is
dat de start met vrachtvervoer in 2011 alleen mogelijk is mits alles meezit en zich dus geen
vertragingsrisico's manifesteren. Tegelijkertijd geven marktpartijen nog steeds aan dat
snellere invoering mogelijk moet zijn. Het gewenste invoeringsmoment houd ik op 2011,
terwijl ik verder inzet op een zorgvuldig invoeringspad. Ook blijkt uit de planning dat de
opleverdatum voor het gehele kilometerprijssysteem van 2016 nog steeds te realiseren
valt. Juist deze tijdige oplevering van dit eerlijke systeem is van groot belang om de
gewenste beleidseffecten op het gebied van bereikbaarheid en milieu te realiseren.
Kostenraming
Ook de kostenraming voor het project Anders Betalen voor Mobiliteit is geactualiseerd
naar aanleiding van het onderliggende implementatieplan. Ten opzichte van de raming die
in de Basisrapportage is gepresenteerd is sprake van een verdere beperking van de
onzekerheidsmarge in de raming: van een bandbreedte van ongeveer +35% tot 35%
naar een bandbreedte van ongeveer +20% en 20%. Het geschatte kostenniveau is
nagenoeg gelijk: er is sprake van een beperkte daling van in totaal 5,9 mld. naar 5,7
mld (2008-2016).
De activiteiten die op basis van dit partieel uitvoeringsbesluit in gang worden gezet,
vragen in totaal een investering van 167 mln. Een nader inzicht in de opbouw van deze
kosten kan ik op dit moment niet vrijgeven vanwege mogelijke aanbestedingsrechtelijke
18
VENW/DGP-2008/6478
consequenties. Marktpartijen kunnen immers een dergelijke begroting inclusief de
gemaakte financiële reservering voor activiteiten die worden aanbesteed benutten voor
hun biedingen. In het implementatieplan staan de precieze activiteiten opgesomd die u
kunt verwachten.
Personele capaciteit tot aan uitvoeringsbesluit 2009
In het kader van dit partieel uitvoeringsbesluit en de daaronder vallende activiteiten die
lopen tot het uitvoeringsbesluit in 2009 wordt geraamd dat voor het project Anders
Betalen voor Mobiliteit in deze periode een bezetting van ca. 48 fte aan ambtenaren
benodigd is naast de totale inhuur die wordt geraamd op ca 85 fte. Door diverse
dienstonderdelen van VenW en andere ministeries zal een inbreng plaatsvinden van ca.11
fte.
De gevraagde kennis en kunde is bij de verdeling van de totale benodigde capaciteit over
inhuur en ambtelijk bezetting van doorslaggevend belang geweest. Deskundigen met
(technische) kennis die vereist zijn voor het project maar die na afloop niet herplaatst
kunnen worden binnen de Rijksdienst worden in beginsel ingehuurd. Voor het formuleren
van het Programma van Eisen en verdere inhoudelijke ondersteuning bij de geplande
aanbestedingen zal mogelijk een beroep moeten worden gedaan op een aantal diensten
die later ook een rol zullen spelen bij de realisatie en de exploitatie van het
kilometerprijssysteem. Deze inzet wordt voor deze fase geraamd op in totaal van 17 fte.
De feitelijke invulling hiervan is mede afhankelijk van de besluitvorming rond het
organisatiemodel waarover in het najaar besluitvorming is voorzien.
Het implementatieplan geeft nader inzicht in de personele capaciteit in de volgende fases
van het project.
VERVOLGPROCES
De invoering van de kilometerprijs is een complex proces dat ik met de gepaste
zorgvuldigheid en ambitie vorm geef. In de Basisrapportage heb ik al de belangrijkste
go/no go momenten aangegeven. Daarnaast heb ik in deze brief verschillende
onderwerpen benoemd die tussentijds aanleiding geven tot een deelbeslissing, zoals de
taken die binnen het domein van het model van meerdere dienstverleners (MSP) kunnen
worden opgepakt. Dit leidt tot de volgende stappen in de komende tijd:
- Najaar 2008 een nadere uitspraak over de vraag in hoeverre inning en
dwanginvordering uitgevoerd kunnen worden door private dienstverleners binnen
het domein van het MSP-model;
- Najaar 2008 uitwerking publieke regie. Ik zal u deze uitkomst per brief
voorleggen;
- Na de zomer 2008 komt de aankondiging van de start van de aanbesteding voor
het testprogramma en andere tijdkritische elementen van het domein onder
publieke regie;
- Rond het najaar 2008 aanbieding van het wetsvoorstel kilometerprijs aan de Raad
van State en rond de jaarwisseling aanbieding aan uw Kamer.
- Na behandeling van het wetsvoorstel kilometerprijs in uw Kamer een
uitvoeringsbesluit (2009);
19
VENW/DGP-2008/6478
- Na behandeling van het wetsvoorstel kilometerprijs start de brede
publiekscommunicatie (2009 en verder);
- Besluit over nieuw provinciaal belastinggebied, in plaats van de provinciale
opcenten (2010);
- Implementatiebesluit na afronding van de grootschalige volumetests met daarbij
de afweging rond de kwaliteit van het systeem in relatie tot de randvoorwaarde
dat de exploitatiekosten op het moment dat het systeem volledig draait maximaal
5% bedragen van de totale opbrengst van de kilometerprijs (2011);
- Start uitrol en start gerichte communicatie richting groepen weggebruikers die
achtereenvolgens deel gaan nemen aan het nieuwe systeem (2011 en verder);
- Opleveringbesluit na volledige uitrol van het technische systeem onder alle
weggebruikers (2016); en
- Afronding afbouw van de BPM (2018).
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
20
Ministerie van Verkeer en Waterstaat