ChristenUnie
27 juni 2008
Esmé Wiegman: Nieuwe brief zet zeven stappen in de goed richting
Betere regeling voor embryoselectie
De ChristenUniefractie in de Tweede Kamer is ingenomen met het kabinetsbesluit om een wettelijke regeling op te stellen voor preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD). Kamerlid Esmé Wiegman - Van Meppelen Scheppink: ,,De ruimte die sinds 2003 bestaat voor toepassing van embryoselectie, wordt nu ingekaderd door een reeks zorgvuldigheidscriteria waarop ieder individueel geval wordt beoordeeld. Toetsing en rapportage worden gewaarborgd. Daardoor kan de praktijk niet op een glijdende schaal belanden, en kunnen overheid en maatschappij een vinger aan de polst houden.''
Vorige maand ontstond politieke commotie over een brief van staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid) aan de Tweede Kamer, waarin zij aankondigde PGD (embryoselectie) te zullen toestaan bij een achttal erfelijke kankersoorten. De brief werd door het kabinet hernomen. Vandaag heeft het kabinet een nieuw standpunt vastgesteld.
Met de nieuwe brief zet het kabinet volgens Wiegman zeven stappen in de goede richting:
1. Vorige maand ging het alleen over uitbreiding, nu vooral over inkadering en normering van de praktijk van embryoselectie; dat geeft deskundigen en 'wensouders' houvast bij hun vaak moeilijke afwegingen;
2. Het aantal criteria wordt uitgebreid van één naar vier: behalve ernst en aard van de ziekte, worden ook de behandelmogelijkheden en -perspectieven, aanvullende medische criteria en psychologische en morele factoren gewogen. Ook is de leeftijd waarop een erfelijke ziekte zich manifesteert onderdeel van de afweging;
3. Een landelijke richtlijnencommissie werkt deze criteria uit in richtlijnen en oordeelt over toepassing van embryoselectie bij aandoeningen waar nu nog geen PGD wordt toegepast;
4. Er komt een aparte wettelijke regeling voor preïmplantatie genetische diagnostiek, waarmee de zeer open regeling in het Planningsbesluit van 2003 wordt vervangen;
5. Toepassing van PGD wordt niet categorisch toegestaan bij erfelijke aandoeningen waarvan niet vaststaat dat deze zich zullen manifesteren. Per geval wordt beoordeeld of het risico en de ernst van de aandoening vergelijkbaar zijn met de (bijna zeker optredende) ziekten waarvoor PGD nu al is toegestaan;
6. Er komt dus geen stigmatiserende lijst van erfelijke aandoeningen waarbij PGD zonder meer wordt toegestaan. Zo'n lijst zou ook ten onrechte de indruk kunnen wekken dat, los van de individuele afweging, er een automatisch recht ontstaat op PGD voor dragers van de betreffende genetische aandoening;
7. De nieuwe brief benoemt en erkent de beschermwaardigheid van ieder embryo en houdt rekening met nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen zoals mogelijk embryosparende alternatieven.
Wiegman: ,,De regeling die nu door het kabinet wordt voorgesteld, is niet het ethische en politieke ideaal van de ChristenUnie. Daar willen wij eerlijk over zijn. Maar het is ook eerlijk te constateren dat dit onder de gegeven maatschappelijke en politieke omstandigheden een belangrijke verbetering is van de bestaande situatie. De deur voor embryoselectie staat sinds 2003 wagenwijd open, en het was wel duidelijk dat de praktijk niet langer halt zou houden bij de huidige toepassing. Zowel voor medici als voor 'wensouders' is er nu voor de lange termijn duidelijkheid over de mogelijkheden en beperkingen van preïmplantatie genetische diagnostiek. Voor de situatie van ouders met een ernstige erfelijke ziekte bestaat geen eenvoudige oplossing; ook aan PGD kleven belangrijke complicaties. Deze kabinetsbrief rekent af met het beeld dat PGD een simpele oplossing is voor een ingewikkeld probleem. Ook dat is eerlijk tegenover de mensen die PGD overwegen.''
////////////