Antwoorden op kamervragen van Ouwehand over experimenten met ongewervelde dieren
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP-K-U-2849041
26 juni 2008
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Ouwehand over experimenten
met ongewervelde dieren ( 2070818990).
Vraag 1
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is rondom de uitvoering van de
motie-Ouwehand c.s. over het inventariseren van proeven die gedaan
worden met ongewervelde dieren? 1)
Antwoord 1
De uitvoering van de motie is op 9 juni 2008 naar de Tweede Kamer
gestuurd.
Vraag 2
Kunt u aangeven wat de reden is van de vertraging van het onderzoek
dat door de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) is ingesteld 2), onder
andere naar het gebruik van ongewervelde dieren bij dierproeven, dat
eind 2007 gereed zou zijn?
Antwoord 2
Er is vertraging opgetreden aangezien de VWA extra werkzaamheden heeft
moeten uitvoeren in het kader van het rapport Hoekstra.
Vraag 3
Kunt u aangeven wanneer de resultaten van dit onderzoek aan de Kamer
zullen worden gestuurd?
Antwoord 3
Zie vraag 1.
Vraag 4
Kunt u aangeven welke onderzoeken er bij u bekend zijn naar de
pijnbeleving en stresservaring bij ongewervelde dieren? Welke
conclusies verbindt u aan de uitkomsten van deze onderzoeken?
Antwoord 4
Zie vraag 1.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe de regelgeving rondom de bescherming van
ongewervelde dieren zich in de komende jaren zal ontwikkelen, mede
gelet op het wetsvoorstel dieren dat begin dit jaar naar de Kamer is
gestuurd?
Antwoord 5
In het kader van biotechniologische toepassing is de brief van 22
oktober 2008
richtinggevend. In het wetsvoorstel dieren wordt ten aanzien van
ongewervelden geen regelgeving overwogen. De Wet op de dierproeven zal
worden gewijzigd nadat de Europese dierproevenrichtlijn (86/609/EG)
herzien is. Wat dit voor het wettelijk kader voor ongewervelden zal
betekenen is nu nog niet aan te geven.
1) Kamerstuk 30 800 XVI, nr. 111
2) Kamerstuk 28 286, nr. 96, blz. 73