27-06-2008
Antwoord op Kamervragen over dierproeven voor Defensie
Vraagsteller: Lid Ouwehand (PvdD)
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 26 juni 2008
Ons kenmerk D/2008014096
Onderwerp Antwoorden op vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over
dierproeven voor Defensie
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de
antwoorden aan op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over dierproeven voor Defensie
(ingezonden 25 april 2008 met kenmerk 2070819010).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
drs. J.G. de Vries
Pagina 1/7
Ministerie van Defensie
Antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de ministers van Defensie
en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over dierproeven voor defensie (ingezonden
25 april 2008 met kenmerk 2070819010).
1
Kunt u aangeven welke experimenten met muizen, cavia's en ratten de afgelopen jaren
zijn verricht in het kader van onderzoek naar "Nieuwe ontwikkelingen NBC"? 1) Zo ja,
kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de
experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo
neen, waarom niet?
Ja. Deze dieren zijn in het kader van "Nieuwe ontwikkelingen NBC" betrokken bij onderzoek
naar acute effecten van nieuwe chemische verbindingen die als chemische strijdmiddelen
aangemerkt zouden kunnen worden. Alle experimenten zijn, zoals de Wet op de dierproeven
(Wod) vereist, uitgevoerd na goedkeuring van de dierexperimentencommissie. Hierdoor wordt
geborgd dat er een balans bestaat tussen de noodzaak van het onderzoek en het ongerief
waar de dieren aan bloot staan.
In bijgevoegd overzicht is het aantal dieren en de mate van ongerief weergegeven.
Cat. 1 Cat. 2 Cat.3 Cat.4 Cat.5
2002 2 59 8 0 98
2003 0 31 17 36 19
2004 9 12 0 0 9
Categorie ongerief: 1= gering, 2=gering/matig, 3=matig, 4=matig/ernstig, 5= ernstig. Deze
categorieën zijn conform de richtlijnen van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA).
Alle dieren zijn tijdens het experiment overleden of tijdens of na het experiment
geëuthanaseerd.
Pagina 2/7
Ministerie van Defensie
2
Kunt u aangeven welke experimenten met apen de afgelopen jaren zijn verricht in het
kader van onderzoek naar "slaap/alertheidmanagement"? 2) Zo ja, kunt u daarbij
aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat
er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
Ja. Deze dieren zijn betrokken bij onderzoek naar de effecten van slaapdeprivatie,
slaapmiddelen en waakzaamheid bevorderende middelen (modafinil en cafeïne). Er is
gekeken naar de effecten op het EEG, de taakverrichting en de fysieke prestaties. Alle
experimenten zijn uitgevoerd na goedkeuring van de dierexperimentencommissie.
In bijgevoegd overzicht is het aantal dieren en de mate van ongerief weergegeven.
Cat.1 Cat.2
2002 6 0
2003 7 0
2004 0 7
2005 0 8
Categorie ongerief: 1= gering, 2=gering/matig
Alle dieren waren na afloop van de experimenten nog in leven.
3
Kunt u aangeven welke experimenten met apen, ratten, cavia's en hamsters de
afgelopen jaren zijn verricht in het kader van onderzoek naar zenuwgas? 3) Zo ja, kunt
u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de
experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo
neen, waarom niet?
Ja. Deze dieren zijn in het kader van onderzoek naar zenuwgas betrokken bij studies naar
medische tegenmaatregelen bij zenuwgasvergiftigingen, modellering (verdeling en effecten
Pagina 3/7
Ministerie van Defensie
van zenuwgas) en diagnostiek. Alle experimenten zijn uitgevoerd na goedkeuring van de
dierexperimentencommissie.
In bijgevoegd overzicht is het aantal dieren en de mate van ongerief weergegeven.
Cat.1 Cat.2 Cat.3 Cat.4 Cat.5
2002 46 60 0 55 5
2003 8 11 49 99 0
2004 0 51 55 49 10
2005 0 16 0 56 0
2006 0 10 16 62 14
Categorie ongerief: 1= gering, 2=gering/matig, 3=matig, 4=matig/ernstig, 5= ernstig
Alle dieren zijn tijdens of na het experiment geëuthanaseerd.
4
Kunt u aangeven welke experimenten met varkens de afgelopen jaren zijn verricht in
het kader van "duikmedisch onderzoek"? 4) Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de
betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de
experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
Ja. Deze dieren zijn betrokken bij een studie naar de behandelingsmogelijkheden voor
luchtemboliën in de hersenen. Alle experimenten zijn uitgevoerd na goedkeuring van de
dierexperimentencommissie.
In bijgevoegd overzicht is het aantal dieren en de mate van ongerief weergegeven.
Cat.1
2002 14
Categorie ongerief: 1= gering
Alle dieren zijn tijdens of na het experiment geëuthanaseerd.
Pagina 4/7
Ministerie van Defensie
5
Kunt u aangeven welke experimenten met cavia's en muizen hamsters de afgelopen
jaren zijn verricht in het kader van onderzoek naar mosterdgas? 5) Zo ja, kunt u daarbij
aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat
er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
Ja. Deze dieren zijn betrokken bij het opzetten van immunochemische methoden ten
behoeve van diagnose. Tevens zijn dieren gebruikt in studies naar therapie bij
mosterdgasblootstelling. Alle experimenten zijn uitgevoerd na goedkeuring van de
dierexperimentencommissie.
In bijgevoegd overzicht is het aantal dieren en de mate van ongerief weergegeven.
Cat.2 Cat.3 Cat.4
2004 4 0 8
2005 0 14 4
2006 0 12 0
Categorie ongerief: 2=gering/matig, 3=matig, 4=matig/ernstig
Alle dieren zijn tijdens of na het experiment geëuthanaseerd.
6
Kunt u aangeven welke dierproeven in 2008 (zullen) worden verricht ten behoeve van
defensie en wat voor de komende jaren de verwachtingen zijn omtrent het soort
dierproeven en het aantal gebruikte dieren? Kunt u daarbij aangeven welk doel met de
experimenten wordt gediend en welke dieren ervoor worden opgeofferd?
Voor goed en betrouwbaar onderzoek op het gebied van de bescherming tegen NBC
strijdmiddelen is het gebruik van proefdieren op dit moment nog onontkoombaar. Voor het
jaar 2008 is door TNO een aantal van 725 proefdieren geraamd en voor het duikmedisch
onderzoek 30. Hierbij moet worden aangetekend dat in de afgelopen jaren het daadwerkelijke
Pagina 5/7
Ministerie van Defensie
aantal bij wetenschappelijk onderzoek betrokken proefdieren lager is geweest dan de
prognose. Voor de jaren na 2008 valt op dit moment geen duidelijke prognose te geven.
De experimenten zullen, voor zover nu valt te zien, betrekking hebben op onderzoek naar
medische maatregelen tegen chemische en biologische strijdmiddelen en de diagnostiek
daarvan, duikmedisch onderzoek en alternatieven voor dierproeven. Daarnaast kunnen er in
de komende jaren mogelijk nieuwe onderzoeksbehoeften worden onderkend waarbij voor het
uitvoeren van de experimenten proefdieren kunnen worden betrokken. Het ligt in de
verwachting dat het hierbij zal gaan om dezelfde soorten proefdieren als in de afgelopen
jaren.
7
Kunt u aangeven of er in Nederland dierproeven voor militaire doeleinden van andere
landen worden verricht? Zo ja, om welke landen en om welke experimenten gaat het
dan?
Uit contacten met onderzoeksinstellingen is bij Defensie bekend dat er in Nederland
dierproeven voor militaire doeleinden van andere landen worden verricht. Het is echter niet
aan te geven of dit een volledig beeld is en ook is niet altijd bekend om welke experimenten
het gaat. Dit is een zaak tussen de betreffende landen en de onafhankelijke
onderzoeksinstellingen in Nederland. De onderzoeksinstellingen registreren volgens de
Regeling registratie proefdieren en dierproeven (Staatscourant 1985, 233). De registratie
wordt jaarlijks gerapporteerd in de jaarverslagen van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA)
die op haar website worden gepubliceerd.
8
Kunt u aangeven welke dierexperimenten de afgelopen jaren door defensie zijn
verricht ten behoeve van de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven? Welke
alternatieven zijn hiermee gerealiseerd en in hoeverre worden de ontwikkelde
alternatieven daadwerkelijk toegepast?
Ja. In opdracht van het Ministerie van Defensie is het afgelopen jaar aandacht besteed aan
onderzoek naar alternatieven voor dierproeven. Het uitgevoerde project valt onder de noemer
verfijning van de dierproeven. Het betreft hier onderzoek naar de ultrasone vocalisaties
Pagina 6/7
Ministerie van Defensie
(hoogfrequente geluiden) van de rat bij pijnprikkels om op die manier het ongerief voor de rat
tijdens experimenten te beperken. Daadwerkelijke toepassing is nog beperkt aangezien het
onderzoek zich nog in een ontwikkelingsfase bevindt, maar andere instellingen hebben blijk
gegeven van hun interesse in de toepassing van de ontwikkelde methodiek.
1) In 2002, 2003 en 2004
2) In 2002, 2003, 2004 en 2005
3) In 2002, 2003, 2004, 2005 en 2006
4) In 2002
5) In 2004, 2005 en 2006
Pagina 7/7
---- --
Ministerie van Defensie