Brussel, 26 juni 2008
De Commissie roept de lidstaten op om het eerste spoorwegpakket correct toe
te passen
De Europese Commissie heeft vandaag naar 24 lidstaten een schriftelijke
aanmaning gestuurd omdat zij de wetgeving met betrekking tot het eerste
spoorwegpakket niet naar behoren in nationaal recht hebben omgezet. In het
kader van haar taak als toezichthoudster op de omzetting van EU-wetgeving in
nationale wetgeving heeft de Commissie geconstateerd dat de desbetreffende
wetgeving niet of niet naar behoren is omgezet in Oostenrijk, België,
Bulgarije, Duitsland, Denemarken, Estland, Griekenland, Spanje, Finland,
Frankrijk, Hongarije, Ierland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Letland, Polen,
Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Zweden en het Verenigd
Koninkrijk. De totstandbrenging van een geïntegreerde spoorwegmarkt is van
vitaal belang om de efficiëntie en het concurrentievermogen ervan te
verhogen en betekent een verdere stap naar duurzame mobiliteit in Europa.
"Een behoorlijke omzetting van het eerste spoorwegpakket is essentieel
voor de totstandbrenging van concurrentie op de Europese
spoorwegmarkten en het verhogen van het concurrentievermogen van de
spoorwegen ten opzichte van andere vervoerswijzen," verklaarde
vice-voorzitter van de Commissie, de heer Antonio Tajani, die tevens
bevoegd is voor vervoer.
In mei 2006 constateerde de Commissie^ dat, hoewel de lidstaten de
nodige wetgeving hadden ingevoerd, sommige landen nog verdere
maatregelen moesten nemen om te zorgen voor een efficiënt
regelgevingskader en voor een bevredigende werking van de
spoorwegmarkten. De uiterste termijn voor de tenuitvoerlegging van het
eerste pakket was maart 2003.
Na een gedetailleerde analyse van de overeenstemming van de nationale
wetgevingen stootte de Commissie voornamelijk op tekortkomingen zoals:
* onvoldoende onafhankelijkheid van de infrastructuurbeheerder ten
opzichte van de spoorwegexploitanten;
* ontoereikende toepassing van de voorschriften van de richtlijn
inzake de heffing van infrastructuurrechten, zoals het ontbreken
van een prestatieregeling om de prestaties van het spoorwegnetwerk
te verbeteren en het gebrek aan stimulansen voor de
infrastructuurbeheerder om kosten en lasten te drukken;
* ontbreken van een onafhankelijke regelgevende instantie met sterke
bevoegdheden om concurrentieproblemen in de spoorwegsector op te
lossen.
---
Verslag over de tenuitvoerlegging van het eerste spoorwegpakket -
COM(2006) 189 van 3 mei 2006.
European Union