European Union



Brussel, 26 juni 2008

Btw: de Commissie betwist Nederlandse vrijstelling voor de terbeschikkingstelling van personeel

De Europese Commissie heeft Nederland formeel verzocht zijn wetgeving met betrekking tot de btw-vrijstelling voor de terbeschikkingstelling van personeel in bepaalde sectoren te wijzigen. Het verzoek heeft de vorm van een met redenen omkleed advies, de tweede stap in de inbreukprocedure op grond van artikel 226 van het EG-Verdrag. Als Nederland binnen twee maanden geen gevolg geeft aan het met redenen omklede advies, kan de Commissie de zaak voor het Europese Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen brengen.

Nederland past een btw-vrijstelling toe op de terbeschikkingstelling van personeel in de sociaal-culturele sector, de gezondheidszorg en het onderwijs. De btw-richtlijn voorziet in een algemene vrijstelling in deze sectoren. Het Hof van Justitie heeft echter herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat de vrijstellingen van de btw-richtlijn strikt moeten worden geĂŻnterpreteerd, aangezien zij uitzonderingen vormen op het algemene principe dat btw wordt geheven op alle diensten die door belastingplichtigen worden geleverd. De Commissie is van mening dat de terbeschikkingstelling van personeel in de genoemde sectoren in dit geval niet valt onder de algemene vrijstellingen die krachtens de btw-richtlijn worden verleend. Met andere woorden, de Commissie vindt dat de btw-vrijstelling voor de sociaal-culturele sector, de gezondheidszorg en het onderwijs door Nederland te ruim wordt toegepast.

Voorts worden de publiekrechtelijke lichamen die personeel ter beschikking stellen aan de euregio's volgens de Nederlandse wetgeving niet beschouwd als btw-plichtigen en bijgevolg zijn de diensten die zij leveren in Nederland niet aan de btw onderworpen. De Commissie is van mening dat deze publiekrechtelijke lichamen als particuliere instanties handelen wanneer zij personeel ter beschikking stellen en daarom als btw-plichtigen moeten worden gekwalificeerd.

Het referentienummer van de Commissie voor deze zaak is 2006/4674.

Voor de recentste informatie over inbreukprocedures, zie:

http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/infringements/infringement
_cases/index_en.htm