Gemeente Utrecht
SV 2008, nr. 67 inzake een 'uitgekookt' evenement op het Lepelenburg.
2008 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
67 vragen van de heer drs. W.G. Rietkerk en mevrouw M.C. Mos
(ingekomen 25 juni 2008)
Het Lepelenburg is onlangs mooi opgeknapt. Het wordt dagelijks door talloos veel mensen gebruikt als plaats van ontspanning in een drukke stad. Voor vele kamerbewoners in m.n. de Binnenstad is het de enige plaats waar zij op de ligweide van de zon kunnen genieten. Wij kunnen ons voorstellen dat het ook soms voor een evenement wordt gebruikt. Wat zich echter dit weekend van 20-22 juni afspeelde roept bij ons vele vragen op.
Het evenement " Uitgekookt" waarvoor vergunning was verleend had het gehele Lepelenburg met een twee meter hoge niet transparante afzetting afgesloten.
Dit begon al drie dagen voor vrijdag 20 juni en werd op de avond van dinsdag de 24e beëindigd. Er werd 7.50 euro toegang gevraagd. Er was een zware bezetting van het net nieuw aangelegde grasveld met tenten en aggregaten. De omwonenden (met uitzondering van de bewoners van het Apartementengebouw Lepelenburg een paar dagen voor het evenement) zijn niet op de hoogte gesteld. De aanvraag van de vergunning is wel gepubliceerd op 5 maart 2008 in Gemeentemededelingen. Daarbij is niet meegedeeld dat het park gedurende negen dagen aan het publieke gebruik onttrokken zou zijn en is de activiteit van dit evenement nauwelijks aangegeven. De vergunning zelf is pas verleend op 11 juni. In het AD/UN van maandag 23 juni jl. wordt het evenement als succesvol beschreven - er waren vele honderden betalende gasten en het wordt voor herhaling aanbevolen. Dit alles brengt de ChristenUnie en Groen Links tot de volgende vragen:
1. Een druk bezochte openbare locatie werd gedurende acht dagen voor publiek ontoegankelijk en aan het oog onttrokken: was het de gemeente bekend dat deze private ondernemers, die zich verenigen in het evenement ' Uitgekookt' zo' n totale claim op het Lepelenburg zouden leggen?
2. .
a. Bent u met ons van mening dat zo'n vergunning moet worden geweigerd, indien:
. de aard van de activiteit zich niet verdraagt met het karakter van de locatie (zie de vastgestelde Beheervisie Singelgebied)
. de kans op beschadiging van het park groot is door de aard van de activiteit
. er -in oppervlakte en tijd- een onevenredig beslag op de openbare ruimte wordt gelegd (zie APV, artikel 121)
b. Kunt u duidelijk maken welke afwegingen bij bovengenoemde punten hebben plaatsgevonden?
3. Bij de verlening van een vergunning mogen omwonenden inspraak hebben en bezwaar maken.
a. Vind u dat zij die mogelijkheid voldoende gekregen hebben?
b. Hoe beoordeelt u het feit dat de vermelding van de aanvraag onvoldoende informatie bevatte (er werd bijvoorbeeld niet verteld dat dit evenement minstens acht dagen het gehele Lepelenburg aan het gebruik zou onttrekken en ook niet precies waarvoor het was) en het feit dat de vergunning pas vlak voor het evenement is verleend (volgens de stukken op 11 juni) wat alleen op aanvraag bekend werd?
4. Bij het verlenen van een evenementvergunning wordt de vergunninghouder verplicht de omgeving tijdig te informeren. Dat is hier geheel niet of slechts zeer selectief en gebrekkig gedaan. Heeft u dit op tijd opgemerkt? Welke sancties neemt u tegen een vergunninghouder die in gebreke blijkt te zijn?
5. Er is vrij zwaar materieel ingezet. Beschikt u over middelen om de staat van het grasveld van voor dit evenement te vergelijken met de staat van het grasveld daarna? Zo ja welke en wat is de uitslag van die vergelijking? Zo nee, hoe denkt u dan eventuele schade aan het gebied vast te stellen?Grote delen van het net aangelegde groene gras zijn geel en aan vernieuwing toe. In hoeverre overweegt u eventuele kosten voor herstel in rekening te brengen bij de organisator?
6. Vind u gezien de genoemde bezwaren dat dit evenement in deze opzet voor herhaling vatbaar is op het Lepelenburg?
7. En tenslotte (zeven is het getal van de volheid): Welke lessen trekt u hieruit ten aanzien van het verstrekken van evenementenvergunningen? Bent u bereid bij evenementenvergunningen in de beoordeling ook de hoeveelheid openbare ruimte die ter beschikking wordt gesteld en het aantal dagen dat er beslag wordt gedaan op die openbare ruimte mee te wegen? Zo nee, waarom niet en zo ja, vraagt dat dan een aanpassing van het beleid en de verordening? Wanneer kunnen wij die tegemoet zien?
---- --