Kamervragen over de gevolgen van de nalatige boekhouding van Lockheed
Martin voor het JSF-project
Vraagsteller: Lid Eijsink (PvdA)
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Eijsink
(PvdA) over de gevolgen van de nalatige boekhouding van Lockheed
Martin voor het JSF-project (ingezonden 9 juni 2008 met kenmerk
2070822300).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE,
drs. J.G. de Vries
Antwoorden op vragen van het lid Eijsink aan de minister en staatssecretaris van Defensie over de gevolgen van de nalatige boekhouding van Lockheed Martin voor het JSF-project (ingezonden 9 juni 2008, kenmerk 2070822300)
1.
Bent u bekend met de inhoud van het rapport 'Post acceptance review for cause compliance report for the Lockheed Martin Aeronautics company'? 1) Wanneer, door wie en hoe bent u voor het eerst over de inhoud van dit rapport geïnformeerd?
Het betreft een Amerikaans document voor intern gebruik, waarin bedrijfsvertrouwelijke informatie is opgenomen die wordt beschermd door Amerikaanse wet- en regelgeving. Mede daarom is de Nederlandse regering niet formeel geïnformeerd over de exacte inhoud van het rapport. Na de ontvangst van het rapport van de Amerikaanse Rekenkamer, het Governmental Accountability Office (GAO), op 11 maart 2008 heeft het JSF Program Office (JPO) Defensie evenwel mondeling geïnformeerd over de strekking van de bevindingen. Dit gebeurde in het kader van een beoordeling van het GAO-rapport door het JPO. In het GAO-rapport wordt herhaaldelijk verwezen naar het door u aangehaalde rapport van het Defense Contract Management Agency (DCMA). Het GAO-rapport en de beoordeling van het JPO zijn geadresseerd in de jaarrapportage 2007 van het project 'Vervanging F-16' en de brief van 7 mei jl. (Kamerstukken 26 488 nrs. 67 en 71), alsmede de beantwoording van vragen van het lid Van Velzen (Aanhangsel der Handelingen 2031 van 17 april 2008).
2.
Hoe beoordeelt u de conclusie van de Defense Contract Management Agency (DCMA), zijnde de Executive Agent for Earned Value Management Systems (EVMS) van het Amerikaanse Department of Defense (DoD), dat Lockheed Martin Aeronautics Company (LM Aero) de Amerikaanse American National Standard Electronic Industries Alliance Earned Value Management Systems richtlijnen op 19 van de 32 punten niet nakomt?
3.
Hoe beoordeelt u de bevinding van het DCMA dat, op significante wijze, dit bij LM Aero leidt tot een tekort aan planning- en beheersingsdiscipline, ook bij het JSF-project?
Pagina 2/5
Ministerie van Defensie
Wilt u hierbij specifiek ingaan op de constatering dat, door gebrek aan deze discipline, er problemen ontstaan bij kostenbeheersing en projectplanning die de betrouwbaarheid van data ondermijnen?
4.
Hoe verhoudt de conclusie van het DCMA dat de ondermaatse interne bedrijfsvoering van LM Aero, resulterend in een geschade betrouwbaarheid van de data die worden gebruikt bij interne en externe besluitvormingsprocessen, het bedrijf niet in staat stelt om complexe wapen verwervingsprojecten ter waarde van miljarden dollars naar behoren te plannen en beheersen, zich tot uw stelling dat "de beperkingen in de oordeelsvorming van de Nederlandse auditdiensten betekent nadrukkelijk niet dat de betrouwbaarheid van de informatie in het geding is. In de Verenigde Staten is er een uitgebreid systeem van checks and balances om de betrouwbaarheid van informatie bij voor grote projecten zoals de JSF te waarborgen"? 2)
Het Earned Value Management System (EVMS) is een projectmanagementmethode die wordt gebruikt door het Amerikaanse ministerie van Defensie. Dit systeem behelst naast procedures voor de eigen organisatie 32 criteria die de betrokken civiele partij in acht moet nemen bij een project. Het DCMA verleent diensten ten behoeve van de contractenadministratie van federale projecten en heeft daarin een rol die enigszins vergelijkbaar is met de Auditdienst Defensie. Het DCMA voert kwaliteitscontroles uit bij de industrie en ziet toe op de uitvoering van de EVMS-regelgeving bij projecten. De uitvoering van de EVMS-regelgeving - bovenop de vele andere standaarden waaraan een grote onderneming moet voldoen - is lastig. Dat blijkt uit het feit dat negentien van de twintig tot dusver uitgevoerde DCMA-audits hebben geleid tot een onvoldoende eerste beoordeling van de desbetreffende bedrijven. Het DCMA-rapport betekent echter niet dat de registratie van financiële informatie of de totale boekhouding van een firma onvoldoende is of dat de firma niet in staat zou zijn complexe projecten te beheersen. Dat zou een onjuiste gevolgtrekking zijn.
Voorts betreft de beoordeling van Lockheed Martin niet specifiek de JSF. De beoordeling bestrijkt ook andere programma's, zoals F-16, F-22 en C-5. Het DCMA-rapport maakt deel uit van het uitgebreide systeem van checks and balances in de Verenigde Staten voor grote materieelprojecten en moet tegen die achtergrond worden beschouwd.
Pagina 3/5
Ministerie van Defensie
Lockheed Martin heeft erkend dat de vastlegging van gegevens ten behoeve van EVMS-rapportages voor verbetering vatbaar is. De aanbevelingen van het DCMA aan Lockheed Martin hebben geleid tot een plan van aanpak dat op 7 februari jl. aan het DCMA is overgelegd. Het DCMA heeft dat plan goedgekeurd. Lockheed Martin ligt op schema bij de uitvoering van de verbeteringen en het DCMA heeft gemeld tevreden te zijn met de tot dusver geboekte vooruitgang.
Zowel het JPO als Lockheed Martin heeft gemeld dat de DCMA-rapportage niet van invloed is op de gegevens waarop de kosteninformatie van het programma als geheel berust. Ook het GAO heeft het DCMA-rapport integraal beschouwd ten behoeve van zijn jaarlijkse rapport over de JSF, maar heeft geen aanleiding gezien er een opmerking over te maken. Op grond van deze overwegingen zie ik geen aanleiding voor bezorgdheid of vervolgstappen.
5.
Hoe beoordeelt u het gegeven dat de Nederlandse regering voor haar informatie over kosten en benodigde budgetten voor het JSF-project in grote mate afhankelijk is van ramingen uit het JSF Program Office (JPO), waar op zijn beurt het JPO bij zijn berekeningen veelvuldig gebruik maakt van informatiewisseling met de leveranciers, waaronder LM Aero? 3)
Het uitgebreide stelsel van checks and balances in de Verenigde Staten en de deskundigheid van het JPO - waarin Nederland is vertegenwoordigd - waarborgen in toereikende mate de betrouwbaarheid van de informatie. De uitwisseling van informatie met leveranciers is een even logisch als noodzakelijk onderdeel van het proces. Bovendien kent Nederland zelf een complementair stelsel van checks and balances voor de beoordeling van informatie over bijvoorbeeld kosten.
6.
Deelt u de mening dat het voor een verdere voortzetting van het JSF-project van cruciaal belang is dat de Kamer beschikt over complete en volledig betrouwbare gegevens? Zo ja, bent u derhalve bereid om:
Pagina 4/5
Ministerie van Defensie
Pagina 5/5
a)
de informatie die binnen het JPO beschikbaar is per direct openbaar te maken, of in ieder geval beschikbaar te maken voor de Algemene Rekenkamer? Zo neen, waarom niet?
b)
informatie die beschikbaar wordt gesteld door het US Governmental Accountability Office over het JSF-project standaard mee te nemen bij ieder te nemen besluit over dit project in Nederland? Zo neen, waarom niet?
De beschikbare JPO-informatie met inbegrip van GAO-informatie over het JSF-programma is reeds beschikbaar voor de Algemene Rekenkamer. GAO-informatie is overigens ook toegankelijk via de website www.gao.gov. Voorts verwijs ik naar de beantwoording van vragen van 7 mei jl. over de jaarrapportage 'Vervanging F-16' over 2007 (Kamerstuk 26 488 nr. 68) en over de deelneming aan de Initiële Operationele Test en Evaluatiefase van de JSF (Kamerstuk 26 488 nr. 69). Beschikbare en relevante GAO-informatie over het JSF-programma wordt standaard betrokken bij besluitvorming over het project 'Vervanging F-16'.
7.
Geeft deze nieuwe informatie aanleiding tot nieuwe inzichten?
Defensie neemt de signalen van het DCMA serieus en zij zal de uitvoering van de aanbevelingen en de voltooiing van de voorgenomen verbeteringen nauwgezet volgen.
1) 'Post acceptance review for cause compliance report for the Lockheed Martin Aeronautics company', op 19 november 2007 gepresenteerd aan het Amerikaanse Office of the Under Secretary for Defence for Acquisition, Technology & Logistics, onder andere te vinden op http://pogoarchives.org/m/ns/jsf/dcma-report-20071119.pdf
2) Antwoorden op vraag 7 van de vaste commissie voor Defensie aan de regering naar aanleiding van de brief van de staatssecretaris van Defensie en de minster van Economische Zaken van 28 maart 2008 over de jaarrapportage Vervanging F-16 (Kamerstuk 26 488 nr. 68).
3) Antwoorden op vraag 7 van de vaste commissie voor Defensie aan de regering naar aanleiding van de brief van de staatssecretaris van Defensie en de minister van Economische Zaken van 28 maart 2008 over de jaarrapportage Vervanging F-16 (Kamerstuk 26 488 nr. 68).
Ministerie van Defensie