Ingezonden persbericht


Boek `Geloven dat het kan'

Prikkelende reflecties over ontwikkeling, macht en verandering

Terwijl de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt, ligt ontwikkelingssamenwerking ­ het voornaamste instrument om deze kloof te dichten ­ onder vuur. Steeds meer mensen twijfelen of hulp helpt. Ontwikkeling blijkt minder `maakbaar' dan we ooit hebben gedacht. En kennelijk zijn er belangrijke dynamieken die verhinderen dat arme regio's, landen, gemeenschappen en individuen emanciperen.
Tegen die achtergrond schreef René Grotenhuis, directeur van de katholieke ontwikkelingsorganisatie Cordaid, een reeks prikkelende reflecties over verschillende aspecten van ontwikkelingssamenwerking.

Grotenhuis constateert een `huiveringwekkend' feit: ontwikkelingssamenwerking ligt onder vuur ligt omdat wereldwijde armoede niet écht een probleem is. We liggen wakker van de vraag of er over tien jaar nog wel genoeg olie is, of we economisch blijven groeien, of we de competitie met het Chinese bedrijfsleven kunnen volhouden. Maar we liggen niet wakker van de armoede in de wereld. Armoede is, om met Jan Pronk te spreken, collateral damage geworden. Zonder oplossing van het armoedeprobleem draait de wereld heus wel door. Zelfs de motieven van verlicht eigenbelang komen niet door. Het gevoel van urgentie ontbreekt.

René Grotenhuis schreef `Geloven dat het kan. Nieuwe perspectieven op ontwikkeling, macht en verandering' uit (ingehouden) verontwaardiging over die marginalisering van het armoedevraagstuk. Kernwaarden als menselijke waardigheid, collectief belang en solidariteit lijken uit de tijd en ontwikkelingsorganisaties zijn geneigd te vluchten in makkelijk meetbare doelstellingen: het bouwen van scholen of weeshuizen, het uitdelen van medicijnen en technische hulp aan de landbouw. Helaas blijven dan de machtsverhoudingen die de groeiende kloof veroorzaken buiten beeld. Wie en wat draagt nu feitelijk bij aan de werkelijke emancipatie van de mensen in minder bedeelde landen?

In zijn boek ontrafelt Grotenhuis talrijke aspecten van het huidige ontwikkelingsdebat. Zijn reflecties leiden tot voorstellen om ontwikkelingssamenwerking op een nieuwe leest te schoeien. De auteur concludeert dat de nadruk moet komen te liggen op het bewerkstelligen van een andere machtsbalans, mondiaal én in ontwikkelingslanden ­ iets wat onmogelijk is zonder actieve betrokkenheid van de mensen zelf. Armoede is niet het gevolg van `bad luck', maar van uitsluiting en marginalisering. Daarom is de strijd tegen armoede in essentie een emancipatiebeweging. En zoals alle emancipatiebewegingen moet de strijd in essentie door de gemarginaliseerden zelf worden gestreden. Ontwikkelingssamenwerking kan een bijdrage leveren door in te zetten op lokale krachten die in eigen land vechten voor maatschappelijke verandering en de machtsmechanismen van uitsluiting aanklagen.

Ontwikkelingssamenwerking is steeds meer een westers, seculier concept geworden. Identiteit, religie en cultuur spelen nauwelijks nog een rol. De sector ontwikkelingssamenwerking dreigt hierdoor de noodzakelijke `waardeoriëntatie' kwijt te raken, en zo aanknopingspunten voor het werk te missen, stelt Grotenhuis. Het katholieke sociale denken vormt met haar principes van menselijke waardigheid, common good, solidariteit en subsidiariteit stevige pijlers onder het werk van Cordaid als katholieke ontwikkelingsorganisatie. Kerken spelen een belangrijke rol in dienstverlening en gemeenschapsopbouw in ontwikkelingslanden, ook al is er op onderdelen (bijvoorbeeld rond HIV-aids) terecht kritiek. De kerken spelen een belangrijke rol bij veranderingsprocessen naar een meer rechtvaardige en duurzame wereld.

Ontwikkelingssamenwerking zal zich moeten bevrijden uit haar gesloten systeem waarbinnen zij zelf doelstellingen, activiteiten en middelen definieert en beheert. De echte antwoorden op vragen van armoede en uitsluiting zijn alleen te vinden door veel meer gebruik te maken van de kennis en inzet die op zoveel plekken in de wereld (Zuid en Noord) te vinden is. Het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking zal zich veel meer als een `netwerkministerie' moeten ontwikkelen, en niet als een beheersministerie dat zuchtend en steunend onder beheersmatige dwang elk jaar vijf miljard euro moet besteden.

Het zijn dit soort thema's die Grotenhuis op heldere en toch diepgaande manier aansnijdt. Zijn analyses leveren stof tot nadenken, en zijn een inspiratie voor ieder wie wil werken aan een betere wereld.

Uitgeverij Ten Have
ISBN nummer: 9789025959425


Bestellen:

Geloven dat het kan
Geloven dat het kan
Grotenhuis, R.