Brussel, 25 juni 2008
Commissie start debat over betrekkingen met landen en gebieden overzee
De Commissie heeft vandaag een groenboek uitgebracht over de toekomstige
betrekkingen met de landen en gebieden overzee. Zij wil daarmee een brede
discussie over de relatie tussen de EU en de LGO op gang brengen. In
aansluiting op de openbare raadpleging zal de Commissie een voorstel doen
voor een nieuw partnerschap dat beter rekening houdt met de bijzondere
kenmerken en de huidige economische situatie van de 21 eilandgebieden .
Volgens Europees commissaris voor ontwikkeling en humanitaire hulp
Louis Michel:
"De landen en gebieden overzee zijn voor Europa van grote waarde. We
moeten erkennen dat betrekkingen die uitgaan van het klassieke
ontwikkelingssamenwerkingsmodel gezien de globalisering niet meer van
deze tijd zijn. De relatie tussen de EU en de landen en gebieden
overzee moet daarom hoognodig worden gemoderniseerd, zodat we beter
kunnen inspelen op de nieuwe realiteit, de globalisering en de
liberalisering van de internationale handel."
Door hun bijzondere betrekkingen met Denemarken, Frankrijk, Nederland
en het Verenigd Koninkrijk zijn de landen en gebieden overzee nauw
verbonden met de EU. Om historische redenen zijn de huidige
betrekkingen sterk geïnspireerd op de relatie met de landen in Afrika,
het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. Dat doet echter geen recht
aan de specifieke sociale, economische en ecologische uitdagingen waar
de landen en gebieden overzee nu voor staan.
Het groenboek moet een brede discussie op gang brengen over de vraag
of de huidige regeling moet worden vervangen door een innovatief
partnerschap met de landen en gebieden overzee. Een toekomstig
partnerschap moet worden afgestemd op hun specifieke status,
behoeften, problemen en potentieel. Tegelijkertijd moeten de nauwe
banden, de wederzijdse belangen en de solidariteit tussen de landen en
gebieden overzee en de EU worden erkend. Zo'n partnerschap moet geheel
of gedeeltelijk in de plaats komen van de huidige regeling wanneer het
LGO-besluit op 31 december 2013 verstrijkt.
De Commissie organiseert van 1 juli tot en met 17 oktober van dit jaar
een online raadpleging over dit onderwerp.
---
In bijlage II bij het EG-Verdrag worden alle 21 betrokken landen
en gebieden opgesomd: Groenland, Nieuw-Caledonië en onderhorigheden,
Frans-Polynesië, Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden, Wallis en
Futuna, Mayotte, Saint-Pierre en Miquelon, Aruba, Nederlandse Antillen
(Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten), Anguilla,
Caymaneilanden, Falklandeilanden, South Georgia en de Zuidelijke
Sandwicheilanden, Montserrat, Pitcairneilanden, Sint-Helena met
onderhorigheden, Brits Antarctica, Brits gebied in de Indische Oceaan,
Turks- en Caicoseilanden, Britse Maagdeneilanden en Bermuda.
Overeenkomstig de wensen van de regering van Bermuda is de
associatieregeling echter nooit toegepast op Bermuda.
European Union