Vlaamse Overheid

van gelijke kansen

Onderwijsdecreet 18 zet 2008-2009 in teken van gelijke kansen

Frank Vandenbroucke vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming

woensdag 25 juni 2008
Vandaag stemt het Vlaams parlement Onderwijsdecreet 18. Dat verzameldecreet bevat de noodzakelijke bepalingen om tal van nieuwe maatregelen te laten ingaan tijdens het komende school- en academiejaar. Blikvangers zijn dit jaar de maatregelen die gericht zijn op meer gelijke kansen, nl. de verdeling 21 miljoen extra middelen voor zorg, de versterking van het pakket GOK-uren en het optrekken van de schooltoelagen. Maar het decreet bevat ook tal van andere grote en kleinere maatregelen. Verschillende maatregelen zijn een uitvoering van de meest recente onderwijscao's.

LEERPLICHTONDERWIJS

Uitbreiding budget zorg in basisonderwijs Volgend schooljaar stijgt het budget voor zorguren in basisonderwijs van 29 naar 50 miljoen euro. Zorguren zijn bestemd voor leerlingen met functiebeperkingen. Dit decreet bepaalt hoe de middelen verdeeld en gebruikt worden. Tegelijk wordt het hele mechanisme van de puntenenveloppen voor "zorg" vereenvoudigd en geïntegreerd in één enveloppe die toegekend wordt aan de scholengemeenschappen.

Met de ene enveloppe kunnen scholengemeenschappen basisonderwijs de volgende opdachten aanpakken:

- de coördinatie van alle zorginitiatieven op het niveau van de school en de scholengemeenschap;

- het ondersteunen van het onderwijzend personeel;
- het begeleiden van leerlingen;

- de bevordering van de kleuterparticipatie.

Extra GOK-uren voor basis- en secundair onderwijs Vanaf 1 september 2008 gaat het aantal uren voor gelijke onderwijskansen (GOK) in het basis- en secundair onderwijs fors omhoog. GOK-uren zijn extra uren die scholen ontvangen op basis van hun kansarmoedeprofiel en waarmee ze leraren kunnen aanwerven om een gelijkekansenbeleid te voeren. Het totale GOK-budget stijgt van 83,1 miljoen euro dit schooljaar naar 101 miljoen volgend schooljaar. Dat is een toename van meer dan 20% en stemt overeen met 200 extra voltijdse jobs in het basisonderwijs en 280 extra voltijdse jobs in het secundair onderwijs.

De uitbreiding van de middelen gaat gepaard met een vereenvoudiging van het systeem voor het secundair onderwijs. Voortaan zullen in de tweede en de derde graad dezelfde indicatoren gehanteerd worden als in de eerste graad. Dat moet leiden tot een meer samenhangende aanpak en perverse effecten vermijden (scholen kregen tot nu minder in de tweede graad, naarmate ze meer succes boekten in de eerste graad).

Optrekken van de schooltoelagen
De schooltoelagen voor het kleuter- en leerplichtonderwijs zullen volgend schooljaar hoger liggen dan oorspronkelijk was voorzien. Het bedrag per kleuter wordt opgetrokken van 45 naar 80 euro. Voor een kind in het lager onderwijs stijgt de gemiddelde toelage van 77 naar 116 euro. De gemiddelde toelage voor een leerling voltijds secundair gaat van 240 naar 377 euro, in deeltijds secundair gaat ze dan van 149 naar 234 euro.

Experimenten rond aanmeldingsprocedures bij inschrijvingen Het decreet laat toe dat de komende twee jaar lokaal geëxperimenteerd wordt met de aanmeldingsprocedures die gebruikt worden bij de inschrijvingen. Het is de bedoeling om via deze experimenten alternatieven te ontwikkelen voor de wachtrijen die vandaag aan sommige schoolpoorten ontstaan en die soms met kampeertoestanden gepaard gaan.

Over de procedure en de duur van de aanmeldingsperiode moet een akkoord bestaan in het Lokaal Overleg Platform. Er moet ook een reeks wettelijke voorwaarden gerespecteerd worden, zoals:
- de filosofie van het 'gelijke onderwijskansendecreet' dat de gelijke behandeling van alle leerlingen bij de inschrijving verzekert;
- De procedures moeten vertrekken van een systeem van "rangorde zonder uitsluiting". Het mag met andere woorden niet gaan om een 'binair' systeem waarbij één groep voorrang krijgt op een andere.
- De criteria moeten objectief te rechtvaardigen zijn, in verhouding staan tot de vooropgestelde doelen en moeten gekozen worden met respect voor de non-discriminatieregels.
- Aangezien men enkel in het basisonderwijs een redelijke spreiding kent van de scholen is het hanteren van het criterium "buurt" of "afstand tot de school" een criterium dat niet kan worden weerhouden in het secundair onderwijs.

Modularisering beroepsonderwijs
Het experiment modulair beroepsonderwijs wordt verlengd voor het gewoon en buitengewoon onderwijs. Modulair onderwijs deelt een opleiding op in stukjes die afzonderlijk geattesteerd worden en soepel gecombineerd. We testen uit of we op deze wijze moeilijke leerlingengroepen beter kunnen motiveren en doen uitstromen met meer studiebewijs.

Voor de verlenging wordt 824000 euro uitgetrokken. Met dat geld kunnen de scholen die nu al in het experiment zaten ook de volgende twee jaren verderwerken. Ze krijgen 4u per studiegebied dat meedoet en 0,1u per leerling die betrokken is.

Ondersteuning autisme in buitengewoon onderwijs Voor de periode 2008-2011 komt er een extra pakket uren voor de begeleiding van scholen voor buitengewoon onderwijs die werken met jongeren met autisme. Deze ambten worden in de eerste plaats ingevuld door orthopedagogen en psychologen.

Er zal een convenant opgesteld worden met de het Gemeenschapsonderwijs en de koepels waarin de doelstellingen en engagementen bepaald zullen worden. De actie bestaat uit het detacheren van 22,5 voltijdse opdrachten die instaan voor de begeleiding van in hoofdzaak type 3 scholen.

Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs Voortaan wordt het mogelijk dat kinderen op een andere plaats dan hun woon- of verblijfplaats kunnen worden opgehaald, bv. bij de grootouders of andere familieleden en dat hun rechten vanop die ophaalplaats wordt bekeken.

Verder wordt verduidelijkt dat het collectieve leerlingenvervoer aan enkele kwalitatieve en kwantitatieve eisen dient te voldoen: het vervoer dient steeds te gebeuren onder toezicht van een busbegeleider, met voldoende vervoerscapaciteit. Er wordt bv. gesteld dat de bussen die gebruikt worden voor het leerlingenvervoer een minimaal aantal gewone zitplaatsen, zoals vastgesteld bij de originele technische keuring, moeten hebben. Bij vervoer van rolstoelgebruikers kan hier uiteraard van worden afgeweken.

Inspraak personeel op niveau scholengemeenschap Het decreet regelt voor het eerst juridisch hoe de inspraak op het niveau scholengemeenschap moet verlopen. Het voert zo een belangrijke afspraak uit cao VIII uit. Het overleg op niveau scholengemeenschap is bevoegd om te onderhandelen over de aangelegenheden waarvoor de scholengemeenschap bevoegd is voor zover deze aangelegenheden te maken hebben met de arbeidsomstandigheden personeel van de onderliggende scholen en/of van de scholengemeenschap zelf.

De leden van het overleg hebben een informatierecht met betrekking tot alle aangelegenheden waarvoor de scholengemeenschap bevoegd is. Ze hebben ten minste jaarlijks recht op inlichtingen in verband met de tewerkstelling.

Er zijn ook een aantal bepalingen opgenomen inzake bemiddeling van centrale instanties bij lokale conflicten van collectieve aard in scholen.

ONDERSTEUNENDE STRUCTUREN

Kwaliteitszorg in centra voor leerlingenbegeleiding Het is de bedoeling om het systeem van doorlichtingen te vereenvoudigen tot een model met twee pijlers. De eerste pijler is de interne kwaliteitszorg. De tweede pijler is de externe evaluatie door doorlichtingen. De inspectie zal de doorlichting, samen met externe deskundigen, uitvoeren. Ook het decreet inspectie en begeleiding wordt in deze zin aangepast.

Begeleidingsdiensten slaan handen in elkaar voor kleuterparticipatie Om de taalvaardigheid van de kleuters te verhogen wordt onderwijskundige ondersteuning van het onderwijspersoneel uitgebouwd. Deze "tweedelijnsondersteuning" zal vooral bestaan uit een intensieve begeleiding van de kleuteronderwijzer en gericht zijn op hun pedagogisch didactisch handelen. De vzw SNPB (Samenwerkingsverband Netgebonden Pedagogische Begeleidingsdiensten) zal deze tweedelijnsondersteuning concreet vormgeven en krijgt daarvoor jaarlijks een subsidie.

DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS

Soepeler organisatie schooljaar deeltijds kunstonderwijs Er wordt nu voor het eerst voorzien in overdracht van lestijden naar het volgende schooljaar voor het deeltijds kunstonderwijs. Dit houdt een vereenvoudiging in voor de scholen omdat ze nu beter kunnen inspelen op de noden per schooljaar. De voorwaarden zijn dat de over­ dracht maximum 2% van het urenpakket kan bedragen en dat dit aantal uiterlijk 1 november wordt vastgelegd. Dit maakt de regelgeving identiek aan deze in het gewoon secundair onderwijs.

VOLWASSENENONDERWIJS

Technische aanpassingen aan hervorming volwassenenonderwijs Het decreet bevat een aantal technische aanpassingen om de introductie van het nieuwe decreet volwassenenonderwijs te ondersteunen:
- de 70% effectieve aanwezigheid bij het aanduiden van de regelmatige aanwezige cursisten in het volwassenenonderwijs, wordt omwille van de administratieve planlast geschrapt;

- er is een vrijstelling van het inschrijvingsgeld in het CVO volwassenenonderwijs voor leerlingen die reeds ingeschreven zijn in het deeltijds beroepsonderwijs;

- de consortia worden meegenomen in de organisatie van de ICT-coördinatie in het volwassenenonderwijs;
- de overheveling van de afdeling volwassenenonderwijs van het KTA Moeskroen naar het CVO Vlaamse Ardennen wordt geregeld;
- er is een mogelijkheid voorzien om twee halftijdse directeurs aan te stellen in een centrum voor volwassenenonderwijs;
- er worden toelatingsvoorwaarden ingeschreven voor taalopleidingen; In principe moet een cursist de basiscompetenties hebben van de voorgaande opleiding.

HOGER ONDERWIJS

Stabielere loopbanen
Er wordt binnen het zelfstandig academisch personeel van de universiteiten een stelsel van "tenure track" ingevoerd voor docenten. Dit statuut moet een duidelijker loopbaanperspectief bieden voor jonge wetenschappers die zich nu vaak lang in onzekere statuten bevinden. Het gaat om een tijdelijke aanstelling die beperkt is tot maximaal vijf jaar, maar met uitzicht op een vaste benoeming als hoofddocent. Dit concept is ontwerpen samen met de Vlaamse Minister van Wetenschap en Innovatie.

Maatregelen tegen malafide instellingen en valse diploma's Naast de traditionele universiteiten en hogescholen kunnen ook private instellingen voor hoger onderwijs onder bepaalde voorwaarden diploma's uitreiken. Daartoe moeten zij zich eerst laten registreren en vervolgens hun opleiding(en) aan de kwaliteitscontrole onderwerpen. Sommige instellingen maakten van die registratie misbruik om zich alvast als universiteit of hogeschool kenbaar te maken zónder dat hun opleidingen het kwaliteitslabel hadden gekregen. Een registratie van een instelling voor hoger onderwijs wordt voortaan slechts toegekend als:

- ten minste één opleiding de `toets nieuwe opleidingen' door het Nederlands Vlaams Accreditatieorgaan met positief gevolg heeft ondergaan.

- bij een buitenlandse instelling geldt daarenboven dat ze reeds in het land waar haar hoofdzetel is gevestigd moet erkend zijn door de bevoegde overheid.
De registratie van hoger onderwijsinstellingen vervalt automatisch indien gedurende een termijn van twee jaar geen enkele geaccrediteerde of nieuwe opleiding daadwerkelijk aangeboden wordt.

Erkenning en financiering instellingen De erkenning van de Universiteit Antwerpen Management School als autonome instelling is nu decretaal verankerd. De UAMS krijgt een gelijkaardig statuut als de Vlerick Leuven Gent Management School. Aan die verzelfstandiging is een werkingsuitkering van jaarlijks 1 miljoen euro gekoppeld.

Ook voor de Evangelische Theologische Faculteit te Leuven en de Faculteit Protestantse Godgeleerdheid te Brussel wordt in een structurele financiering voorzien.

De Pop & Rockopleiding van de Provinciale Hogeschool Limburg wordt ingeschoven in het nieuwe financieringssysteem voor het hoger onderwijs. De PHL wordt voor deze opleiding gefinancierd op een gelijkaardige basis als de andere instellingen voor hun hogere kunstopleidingen.

Beweging in opleidingsaanbod
Eerder was al geregeld dat de opleiding Gezinswetenschappen overgeheveld wordt naar het hoger onderwijs en zo een bachelorstatuut krijgt. Nu is bepaald dat ook wie een diploma van deze opleiding behaalde vóór deze overdracht plaatsvond, zich officieel bachelor mag noemen.

De onderwijsbevoegdheid van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst voor de studiegebieden economie en toegepaste taalkunde (opleidingen in de departementen HONIM en VLEKHO) wordt overgedragen aan de EHSAL. Deze overdracht kadert in de opstart van de HUB.

In het domein kinesitherapie zijn voortaan associatie-overstijgende samenwerkingen mogelijk tussen een universiteit en een hogeschool. De K.U.Leuven en de Provinciale Hogeschool Limburg zijn alvast van plan om hier gebruik van te maken.

Verbetering van studietoelagen
Behalve de schooltoelagen in het basis- en secundair onderwijs, worden ook de bedragen voor studenten hoger onderwijs wat verbeterd: het gemiddelde bedrag stijgt van 1530 naar 1571 euro.

Leerlingen secundair kunnen proeven van hoger onderwijs Leerlingen van het secundair onderwijs kunnen zich aan een voordelig tarief (27,5 euro) inschrijven om al een paar vakken te volgen aan een universiteit of in een hogeschool. De inschrijving mag maximum 10 studiepunten bedragen.

Omdat deze leerlingen nog niet over een diploma secundair onderwijs beschikken is, voorafgaand aan de inschrijving, toestemming van de hogeschool of universiteit vereist. Verder is uiteraard ook de toestemming van ouders en/of schooldirectie noodzakelijk.

Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:

Ward Verhaeghe, woordvoerder van minister Vandenbroucke Tel: 02 552 68 00
GSM: 0476 60 02 15
Email: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be