Ministerie van Verkeer en Waterstaat

'. 1 ·

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat

de heer ir. B.K. van der Chijs

Contactpersoon Doorkiesnummer Datum Bijlage(n) 18juni2oo8
Ons kenmerk Uw kenmerk 4777
Onderwerp
Beantwoording vragen A4 DS Geachte heer van der Chijs, Uw brief van 2 mei j.1. heb ik in goede orde ontvangen. Naar aanleiding van deze brief kan ik u het volgende berichten. U stelt in uw brief een aantal zaken aan de orde, die betrekking hebben op de inhoud van onderzoeken die zijn uitgevoerd in het kader van de lopende Trajectnota/MER procedure. Zoals u weet is stap 1 van Trajectnota/MER recent opengebaar gemaakt en is Rijkswaterstaat momenteel doende de onderzoeken voor stap 2 van de Trajectnota/MER, het inrichtings-MER, uit te voeren. Deze twee stappen vormen samen de Trajectnota/MER, die naar verwachting in het tweede kwartaal 2009 ter inzage zal worden gelegd.
De Tracéwet voorziet er in dat - naar aanleiding van de ter inzage gelegde Trajectnota/MER - zienswijzen kunnen worden ingediend. Deze zienswijzen zullen in de op de Trajectnota/MER volgende stappen in de tracé/MER procedure worden behandeld. Gezien de wettelijke procedure die hiervoor beschreven is, acht ik het op dit moment niet aan de orde om in te gaan op uw vragen en opmerkingen m.b.t. de inhoud van het onderzoek. Ik geef u in overweging om, indien u naar aanleiding van de definitieve Trajectnota/MER nog steeds vragen en opmerkingen heeft, deze te zijner tijd als zienswijze in te dienen.
Rijkswaterstaat Zuid-Holland Telefoon 010 4026200 Postadres Postbus 556, 3000 AN Rotterdam Fax 010 404 79 27 Bezoekadres Boompjes 200

t ..

Uit uw brief blijkt uw zorg op belangrijke punten als verkeersdoorstroming, samenhang met onder andere verkeersontwikkelingen in de regio (onder meer het Trekvliettracé), consequenties voor lucht en geluid, de ombouw van het Kethelplein en tunnelveiligheid. Ik vind het van groot belang dat deze zorgpunten zorgvuldig en transparant in de tracé/MER procedure aan de orde komen. Juist daarom is het van belang dat we hierover komen te spreken op een moment dat we ons een totaalbeeld kunnen vormen van de problematiek en ondersteund door onderliggende cijfers en onderzoeken. Dit totaalbeeld is naar verwachting in het tweede kwartaal van 2009 in de Trajectnota/MER beschikbaar. Dit laat onverlet het aanbod dat u in een eerdere brief, d.d. 25 maart 2008, is gedaan om het komende jaar enkele malen overleg te hebben met Rijkswaterstaat waarbij u geïnformeerd kunt worden over de voortgang van de studie. Uw suggestie dat de 'notitie Winsemius' niet openbaar zou zijn deel ik niet. Zoals in de brief van 25 maart jl. is vermeld betreft dit een notitie waarin de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van de Zuidvleugel worden geschetst. Een kopie van deze notitie heeft u toen reeds ontvangen.
Ten aanzien van uw verzoek om een gerectificeerde brief naar omwonenden te sturen het volgende. Het doel van de brief was om de bewoners rechtstreeks te informeren over de voortgang van het project. De brief is gestuurd aan alle omwonenden in het studiegebied. Dat komt neer op een mailing naar ruim 300.000 adressen. Uit het feit dat inmiddels 10.000 bewoners hebben aangegeven op de hoogte te willen blijven van de voortgang van het project. kan worden opgemaakt dat de brief voorziet in een behoefte bij de omwonenden. Juist vanwege de zorgvuldigheid bleef de bewonersbrief zo dicht mogelijk bij de verwoording die is opgenomen in mijn brief aan de Tweede Kamer van 16 januari j.1. en in het persbericht van dezelfde datum. Ik acht het dan ook niet nodig om een herziening op de brief naar omwonenden te sturen. Met betrekking tot het proces van de totstandkoming van de brief was in lOOS verband afgesproken dat lOOS-leden de brief eerder dan omwonenden zouden ontvangen. Dit is niet gebeurd. Dit betreur ik en ik zal er op toezien dat een goede afstemming met 10DS leden over informatie aan omwonenden in de toekomst beter zal verlopen. Gelet op het voorgaande zie ik geen gronden om verder in te gaan op de verzoeken die u in uw brief van 2 mei j.1. gedaan heeft. Zoals ik hiervoor reeds heb aangegeven, zal in de nog af te ronden Trajectnota/MER een totaalbeeld worden gegeven van alle aspecten, die voor de besluitvorming omtrent het project A4 Delft-Schiedam relevant zijn, en zal de inhoudelijke discussie op basis van deze gegevens worden voortgezet. Een afschrift van deze brief zend ik aan de griffier van de vaste kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat.

---

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

Hoogachtend.
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
namens deze,
DE+IOOFDINGENIELIR-DIRECTELIR RI.IKSWATERSTAAT ZUID-HOLLAND,


---