Antwoord op Kamervragen over nevenfunties staatssecretaris van Defensie
Kamerstuk | 25-06-2008
Antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Raak
en Van Velzen (beiden SP)
Deze vragen werden toegezonden op 16 juni 2008, nr. 2070822990.
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Van Raak en Van Velzen (beiden SP) over de
nevenfuncties van de staatssecretaris van Defensie.
Deze vragen werden mij toegezonden op 16 juni 2008, nr. 2070822990.
De minister-president
Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
Antwoorden van de minister-president op vragen van de leden Van Raak
en Van Velzen (beiden SP) over de nevenfuncties van de
staatssecretaris van Defensie, ingezonden 16 juni 2008, nr.
2070822990.
1. Klopt het dat de staatssecretaris van Defensie de regels voor
nevenfuncties heeft overtreden door u geen toestemming te vragen voor
het aanvaarden van een functie bij de Public Space Foundation, een
denktank die zich wil mengen in discussies over het functioneren van
de publieke sector en van publieke diensten? 1)
Ja.
2. Klopt het dat de Public Space Foundation is opgericht op initiatief
van een voormalige werkgever van de staatssecretaris van Defensie?
Op de website van Public Space Foundation staat de volgende
informatie: "Public SPACE is an independent think tank and research
centre and is associated with the Boer & Croon Strategy and Management
Group". Dat laatste bedrijf is een voormalig werkgever van de
staatssecretaris van Defensie.
3. Hoe kwalificeert u het optreden van de staatssecretaris van
Defensie?
Ik ben het eens met de staatssecretaris van Defensie die in een
reactie heeft gesteld dat zijn betrokkenheid bij de 'Public Space
Foundation' zich bij nader inzien niet goed verhoudt met zijn
staatssecretarisschap.
4. Acht u het wenselijk dat ministers en staatssecretarissen lid zijn
van organisaties die zich willen mengen in de publieke meningsvorming
over het publieke bestuur?
In het algemeen geldt voor eventuele nevenfuncties van ministers en
staatssecretarissen uiterste zorgvuldigheid die verankerd is in
duidelijke afspraken, zoals beschreven in mijn brief aan uw Kamer d.d.
20 december 2002. Zie verder het antwoord op vraag 3.
5. Waarom acht u het wenselijk dat de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding lid is van Public Space Foundation?
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding is sinds najaar 2007
geen lid meer van de Public Space Foundation. Overigens gelden voor
nevenactiviteiten van ambtenaren andere regels dan voor
bewindspersonen.
6. Waarom acht u het wenselijk dat de voorzitter van de VNG lid is van
Public Space Foundation?
Voor eventuele nevenfuncties van de voorzitter van de VNG draagt het
kabinet geen verantwoordelijkheid.
7. Kunt u een volledig overzicht geven van alle nevenfuncties van alle
ministers en staatssecretarissen?
Zoals in mijn brief aan uw Kamer d.d. 23 februari 2007 (Kamerstuk nr
30 891, nr 9) vermeld, hebben alle ministers en staatssecretarissen
verklaard dat zij alle betaalde en onbetaalde (neven-) functies hebben
neergelegd voorafgaand aan de beëdiging van het kabinet.
Sinds die brief heb ik goedgekeurd dat:
- de staatssecretaris van Economische Zaken gedurende zijn
staatssecretarisschap het voorzitterschap van de Young Captains Award
bekleedt;
- de minister van Buitenlandse Zaken zitting heeft in het erecomité
van het XVe driejaarlijkse congres van de Asociación de Historiadores
Latinoamericanistas in Leiden van 26 t/m 29 augustus 2008;
- de minister van Buitenlandse Zaken beschermheer is van het Wiener
Ball.
De ministers van Defensie en Verkeer en Waterstaat en ikzelf zijn
uitgenodigd zitting te nemen in het comité van aanbeveling van Sail
2010. Gegeven de historische context ligt het in de rede dat deze zal
worden aanvaard.
8. Welke maatregelen neemt u om in de toekomst te voorkomen dat
ministers en staatssecretarissen u geen toestemming vragen voor het
aanvaarden van nevenfuncties?
De afspraken terzake zijn duidelijk en behoeven geen aanpassing.
1) 'Jack de Vries overtrad regels nevenfuncties', www.nrc.nl, 12 juni
2008
Ministerie van Algemene Zaken