De natuur een handje helpen
23 juni 2008
Ecologe Marijke van Kuijk heeft het herstel van tropisch bos in
Vietnam onderzocht. Verlaten landbouwgrond regenereert maar langzaam
terug naar tropisch bos. Om de natuur hierbij te helpen worden twee
hulpmiddelen gebruikt: het vrijkappen van bomen en het aanplanten van
gewenste boomsoorten. Met behulp van het PHOLIAGE-model kon ze de
juiste maatregelen berekenen. Van Kuijk promoveert op 25 juni 2008 aan
de Universiteit Utrecht.
Marijke van Kuijk meet de hoogte van een jonge boom. Vooral in de
tropen zijn mensen afhankelijk van de diensten en producten die door
het bos worden geleverd. Echter het natuurlijke herstelproces van
landbouwgrond naar bos stagneert vaak in het stadium van
struiklandschap. Bepaalde planten en struiken groeien hard en worden
dominant, waardoor jonge bomen niet genoeg licht krijgen om te
groeien.
Vrijhakken
Het vrijhakken van jonge bomen resulteert over het algemeen in een
toename in groei. Van Kuijk ontdekte dat de reactie van bomen op een
opening in de vegetatie verschilde per soort. Dit heeft te maken met
boomhoogte, het bladoppervlak, de kroondimensies en de mate waarin de
bomen lichtbehoevend zijn. De ideale grootte van de opening die in de
omringende vegetatie moet worden gehakt is dus verschillend voor elke
soort en afhankelijk van de hoogte en dichtheid van de vegetatie. Het
PHOLIAGE-model kan de groei van bomen nauwkeurig voorspellen. Zo kan
per boom en per bos bepaald worden wat het beste tijdstip is, wat de
beste opening is en wat de effecten zijn van vrijhakken.
Aanplanten
Het PHOLIAGE-model is ook toepasbaar bij het plannen van aanplanten
van nieuwe bomen. Het succes van aanplanting is afhankelijk van
factoren als licht in de bestaande vegetatie, boomsoort, etc. Over het
algemeen gaven berekeningen aan dat schaduwtolerante soorten sneller
(met minder ingrijpen) maximale groei kunnen bereiken dan
lichtbehoevende soorten. Het is echter niet altijd wenselijk om de
vegetatie zodanig open te kappen dat alle boomsoorten maximaal kunnen
groeien. Dat kan ten koste gaan van het bestaande bos en kost
daarnaast veel arbeid. Met het PHOLIAGE-model kan per aanplant
berekend worden hoeveel toename in groei er is bij een bepaalde mate
van kap.
Secundaire bossen
Nadat landbouwgrond is verlaten begint de regeneratie van een bos. De
vegetatie die dan ontstaat heet secundair bos. De vegetatie wordt
eerst gedomineerd door niet-houtige planten en struiken, die na enkele
jaren worden vervangen door pionierbomen. Na enkele decennia sterven
de pioniers af en krijgen de climaxsoorten de kans om door te groeien
en samen vormen ze later het bos. Dit proces, waarbij soorten elkaar
opvolgen in de tijd, heet successie en is de natuurlijke manier waarop
een bos zich herstelt. Vaak stagneert dit herstelproces al tijdens
vroege stadia van successie. Niet-houtige planten en struiken groeien
hard na verstoring en worden dominant, waardoor jonge bomen niet
voldoende licht krijgen om te groeien. Wat overblijft is een
struiklandschap van weinig biologische, economische, sociale en
culturele waarde.
..............................
Meer informatie:
* Marijke van Kuijk (Universiteit Utrecht)
* t.: +31(0)6 4225 3288, m.vankuijk@uu.nl
* promotie: 25 juni
* promotor: prof. dr. M.J.A. Werger, co-promotor: dr. ir. N.P.R.
Anten
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek