PERSMEDEDELING 2874e zitting van de Raad Milieu Luxemburg, 5 juni 2008 :
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/envir/101458.pdf (your selected language)
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft in het kader van de strijd tegen klimaatverandering een oriënterend debat gehouden
over de belangrijkste aspecten van het pakket inzake klimaataanpak en hernieuwbare energie,
en over een voorstel ter beperking van de CO2 uitstoot door personenauto's in de EU.
De Raad heeft ook van gedachten gewisseld over genetisch gemodificeerde organismen.
Hij heeft zonder debat een verordening betreffende de in en uitvoer van gevaarlijke chemische
stoffen aangenomen.
9959/08 (Presse 149) 2
L
5.VI.2008
I HOUD1
DEEL EMERS..................................................................................................................................4
BESPROKE PU TE
PAKKET INZAKE KLIMAATAANPAK EN HERNIEUWBARE ENERGIE ................................6
CO2 UITSTOOT VAN AUTO'S ......................................................................................................10
GENETISCH GEMODIFICEERDE ORGANISMEN......................................................................11
DIVERSEN........................................................................................................................................12
A DERE GOEDGEKEURDE PU TE
MILIEU
In en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen.................................................................................................. 14
Walvissen .............................................................................................................................................................. 15
I TER E MARKT
Typegoedkeuring van motorvoertuigen................................................................................................................. 15
1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
9959/08 (Presse 149) 3
L
5.VI.2008
DEEL EMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
mevrouw Hilde CREVITS Vlaams minister van Openbare Werken, Energie,
Leefmilieu en Natuur
Bulgarije:
de heer Chavdar GEORGIEV viceminister van Milieu en Waterbeheer
Tsjechië:
de heer Jan DUSÍK eerste viceminister van Milieubeheer, sectie internationale
betrekkingen, wetgeving en overheidszaken
Denemarken:
de heer Troels Lund POULSEN minister van Milieubeheer
mevrouw Connie HEDEGAARD minister van Klimaat en Energie
Duitsland:
de heer Sigmar GABRIEL minister van Milieubeheer, Natuurbehoud en
Reactorveiligheid
Estland:
de heer Jaanus TAMKIVI minister van Milieubeheer
Ierland:
de heer John GORMLEY minister van Milieubeheer, Nationaal Erfgoed en
Plaatselijk Bestuur
Griekenland:
de heer Stavros KALOGIANNIS staatssecretaris van Milieubeheer, Ruimtelijke Ordening
en Openbare Werken
Spanje:
mevrouw Elena ESPINOSA MANGANA minister van Milieu, Platteland en Marien Milieu
de heer José Ramón GARCIA minister van Milieu, Waterbeheer, Stadsplanning en
Huisvesting van de Autonome Gemeenschap Valencia
Frankrijk:
de heer Jean Louis BORLOO minister van staat, minister van Ecologie en van
Duurzame Ontwikkeling en Landinrichting
mevrouw Nathalie KOSCIUSKO MORIZET staatssecretaris, belast met Ecologie bij de minister van
staat, minister van Ecologie en van Duurzame
Ontwikkeling en Landinrichting
Italië:
mevrouw Stefania PRESTIGIACOMO minister van Milieu en Landschapsbeheer en de Zee
Cyprus:
de heer Panicos POUROS staatssecretaris, ministerie Landbouw, Natuurlijke
Rijkdommen en Milieubeheer
Letland:
de heer Raimonds VJONIS minister van Milieubeheer
Litouwen:
de heer Aleksandras SPRUOGIS vice staatssecretaris, ministerie van Milieubeheer
Luxemburg:
de heer Lucien LUX minister van Milieubeheer, minister van Vervoer
Hongarije:
de heer Lajos OLÁH ministerie van Milieubescherming en Waterstaat
Malta:
de heer George PULLICINO minister van Hulpbronnen en Plattelandszaken
9959/08 (Presse 149) 4
L
5.VI.2008
ederland:
mevrouw Jacqueline CRAMER minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer
Oostenrijk:
de heer Josef PRÖLL minister van Land en Bosbouw, Milieubeheer en
Waterhuishouding
Polen:
de heer Maciej NOWICKI minister van Milieubeheer
Portugal:
de heer Humberto ROSA staatssecretaris van Milieubeheer
Roemenië:
de heer Silviu STOICA staatssecretaris, ministerie van Milieubeheer en Duurzame
Ontwikkeling
Slovenië:
de heer Janez PODOBNIK minister van Milieubeheer en Ruimtelijke Ordening
Slowakije:
de heer Jaroslav JADUS staatssecretaris, ministerie van Milieubeheer
Finland:
mevrouw Paula LEHTOMÄKI minister van Milieubeheer
Zweden:
de heer Andreas CARLGREN minister van Milieubeheer
Verenigd Koninkrijk:
de heer Hilary BENN minister van Milieubeheer, Voedselvoorziening en
Plattelandszaken
Commissie:
de heer Stavros DIMAS lid
9959/08 (Presse 149) 5
L
5.VI.2008
BESPROKE PU TE
PAKKET I ZAKE KLIMAATAA PAK E HER IEUWBARE E ERGIE
De Raad heeft een openbaar debat gehouden over kernaspecten van het wetgevingspakket inzake
klimaatverandering en hernieuwbare energie.
Dit debat werd gevoerd op basis van een voortgangsverslag van het voorzitterschap met de stand
van zaken van de onderhandelingen (9648/08). Hetzelfde verslag werd overgemaakt aan de EU
ministers van Energie in hun zitting van 6 juni, met name als bijdrage voor de bespreking van de
aspecten in verband met het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.
De ministers bevestigden dat er in de strijd tegen klimaatverandering, ambitieuze doelstellingen
moeten worden gehaald waarbij tevens het Europees potentieel voor economische groei moet
worden gevrijwaard.
De lidstaten van de EU en de Commissie benadrukten dat het belangrijk is tijdig tot een akkoord te
komen teneinde een grotere convergentie op mondiaal niveau te faciliteren in de aanloop naar de
internationale bijeenkomst die in december 2009 in Kopenhagen zal plaatsvinden.
De besprekingen waren geconcentreerd op de kernaspecten van het pakket, namelijk:
wat de EU regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (ETS) betreft,
de toewijzingsmethode; herverdeling en gebruik van de veilingopbrengsten en veilings
voorschriften,
risico's van een "weglekeffect": overplaatsen van energie intensieve industrieën naar derde
landen;
bovengrens voor de gehele EU: vervanging van het huidige stelsel van nationale
toewijzingsplannen door een bovengrens voor de gehele EU,
voor geverifieerde emissiegegevens te gebruiken referentiejaar of referentieperiode,
9959/08 (Presse 149) 6
L
5.VI.2008
reserve voor nieuwkomers: hoeveelheid voor nieuwkomers gereserveerde emissierechten,
kleine installaties: omvang van de installaties die mogelijkerwijze worden uitgesloten uit
het ETS;
wat de verdeling van de inspanningen (over de lidstaten in de sectoren die niet onder de EU ETS
vallen) betreft,
werkingssfeer: sectoren die niet onder de EU ETS vallen,
referentiejaar of periode voor de berekening van de beperkingsstreefcijfers per land,
tussentijdse streefcijfers: doeltreffendheid van het gebruik van indicatieve of verplichte
tussentijdse streefcijfers;
wat de gemeenschappelijke punten tussen de herziening van de EU ETS en de verdeling van de
inspanningen betreft,
van 20 naar 30%: aanpassingsclausule die de EU de mogelijkheid biedt van de zelfstandige
verbintenis van 20% over te gaan naar een ambitieuzer streefdoel waar de EU door een
toekomstige internationale overeenkomst aan zal worden gehouden,
enige soepelheid opdat de lidstaten hun verbintenissen op kosteneffectieve wijze kunnen
nakomen;
wat de afvang en opslag van kooldioxide (CCS) betreft,
opslagvergunningen,
CO2 stroom,
overdracht van de verantwoordelijkheid na sluiting van een opslaglocatie,
bepalingen inzake de door de aanvrager van een opslagvergunning te stellen financiële
zekerheid,
9959/08 (Presse 149) 7
L
5.VI.2008
voorwaarden voor toegang tot transportnetwerken,
gereedheid voor afvang;
wat duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen betreft,
eis inzake minimale broeikasgasreducties,
ecologische en maatschappelijke criteria,
methode voor de berekening van de broeikasgasreducties. Op 23 januari 2008 heeft de
Commissie een pakket uitvoeringsmaatregelen voor de doelstellingen van de EU inzake
klimaatverandering en hernieuwbare energie ingediend.
Het pakket bevat de volgende voorstellen:
· een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in
broeikasgasemissierechten van de EU te verbeteren en uit te breiden ("ETS herziening")
(5862/08).
· een beschikking inzake de inspanningen van de lidstaten van de EU om hun broeikasgasemissies
terug te dringen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het
terugdringen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen ("lastenverdeling exclusief emissiehandel")
(5849/08).
· een richtlijn betreffende de geologische opslag van kooldioxide ("richtlijn afvangen en opslaan
van kooldioxide") (5835/08).
· een richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen ("richtlijn
hernieuwbare energiebronnen") (5421/08).
In het voorjaar van 2007 heeft de Europese Raad erop gewezen dat een geïntegreerd klimaat en
energiebeleid nodig is om de EU te kunnen omvormen tot een economie die zeer energiezuinig is en
weinig broeikasgassen uitstoot (7224/1/07). De Europese Raad heeft daartoe de volgende
verbintenissen, doelstellingen en streefcijfers bepaald:
een zelfstandig streefcijfer van de EU voor de reductie van de broeikasgasemissies,
tegen 2020, met 20% ten opzichte van 1990;
9959/08 (Presse 149) 8
L
5.VI.2008
een reductie van de broeikasgasemissies, tegen 2020, met 30% ten opzichte van 1990 als
bijdrage van de EU tot een brede mondiale overeenkomst voor de periode na 2012 indien
andere ontwikkelde landen zich op hetzelfde streefcijfer vastleggen en de ontwikkelings
landen zich verbinden tot een vermindering van de broeikasgasemissies overeenkomstig
hun vermogens en verantwoordelijkheden;
20% minder energieverbruik van de EU ten opzichte van de prognoses voor 2020;
20% hernieuwbare energie ten opzichte van het totale EU energieverbruik in 2020;
een minimumstreefcijfer voor 2020 van 10% biobrandstoffen ten opzichte van het totale
EU verbruik van benzine en diesel in de vervoersector;
het ontwikkelen van een technisch, economisch en regelgevingskader om, indien mogelijk
tegen 2020, de technologie voor het milieuveilig afvangen en vastleggen van kooldioxide
te kunnen toepassen in nieuwe, met fossiele brandstoffen gestookte krachtcentrales.
9959/08 (Presse 149) 9
L
5.VI.2008
CO2 UITSTOOT VA AUTO'S
De Raad heeft een oriënterend debat gehouden over een ontwerp verordening tot vaststelling van
emissienormen voor nieuwe personenauto's, in het kader van de communautaire geïntegreerde
benadering om de CO2 emissies van lichte voertuigen te beperken.
De Raad had waardering voor de vorderingen die in de eerste zes maanden van 2008 zijn gemaakt,
en die een degelijke basis vormen voor de verdere besprekingen. Hij onderstreepte ook het belang
van dit voorstel in de context van de strijd tegen klimaatverandering.
Het debat werd gevoerd op basis van een voortgangsverslag van het voorzitterschap betreffende de
stand van zaken van de onderhandelingen (9343/08).
Het was toegespitst op de belangrijkste aspecten van de ontwerp verordening in het voortgangs
verslag van het voorzitterschap, waaronder de nutsparameter, de hellingshoek van de curve, het
sanctiestelsel, de startdatum en de langetermijndoelstellingen.
In januari 2007 heeft de Commissie een mededeling ingediend inzake de communautaire strategie
om de CO2 uitstoot van auto's en lichte bedrijfsvoertuigen te verminderen.
In de mededeling wordt benadrukt dat wij weliswaar enigszins dichter bij de doelstelling zijn
gekomen om de CO2 uitstoot van auto's te verminderen, maar dat de communautaire doelstelling
van gemiddeld 120 g CO2 uitstoot per km voor nieuwe auto's in 2012 zonder aanvullende maat
regelen niet zal worden gehaald. Daarom werd in de mededeling voorgesteld een geïntegreerde
benadering te volgen en de indiening aangekondigd van een wetgevingskader om de communau
taire doelstelling te halen door de nadruk te leggen op een verplichte vermindering van de CO2
emissies, zodat de gemiddelde emissies van nieuwe wagens worden beperkt tot 130 g CO2/km
dankzij verbeteringen van de motortechnologie, en een verdere vermindering van 10 g CO2/km door
andere technologische verbeteringen.
Met de aanneming van conclusies in juni 2007 heeft de Raad zijn steun bevestigd voor de doelstel
ling van gemiddeld 120 g CO2/km voor nieuwe in de EU verkochte auto's in 2012 (130 g CO2/km te
halen door verbeteringen van de motortechnologie en 10 g CO2/km door extra maatregelen), zonder
dat zich verstoringen voordoen en met inachtneming van economische en maatschappelijke
redelijkheid 1.
1 http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/07/st11/st11483.nl07.pdf
9959/08 (Presse 149) 10
L
5.VI.2008
GE ETISCH GEMODIFICEERDE ORGA ISME
De Raad heeft een gedachtewisseling gehouden om het beraad over een aantal beleidskwesties in
verband met genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) op een hoger plan te tillen.
Een grote meerderheid van de delegaties en de Commissie hebben de bijdrage van de Franse
delegatie (9615/08) en die van de Hongaarse delegatie (10254/08) verwelkomd, die een
meerwaarde aan het debat moeten geven met het oog op een verder onderzoek van de onopgeloste
aspecten in verband met GGO's, namelijk:
verbetering van de procedures ter evaluatie van de risicobeoordelingen en van de werking
van wetenschappelijke expertise betreffende GGO's, met name wat de milieubescherming
betreft;
het uitdenken van nieuwe middelen om de samenwerking tussen de lidstaten van de EU, de
Commissie en relevante Europese en nationale wetenschappelijke organen te versterken;
flexibiliteit voor de lidstaten van de EU om, binnen een gemeenschappelijke aanpak, de
controle van toegelaten GGO's beter te kaderen.
Een aantal delegaties heeft er nogmaals op gewezen dat een gemeenschappelijke vaststelling van
drempelwaarden voor de etikettering van GGO zaad op Europees niveau moet worden overwogen.
Verder hebben verschillende delegaties gezegd dat zij wensen dat rekening wordt gehouden met de
sociaaleconomische effecten van GGO's.
De Franse delegatie heeft het voornemen geuit om de besprekingen over dit onderwerp voort te
zetten onder het volgende voorzitterschap van de EU.
De Raad heeft in zijn zitting van 3 maart ook een korte gedachtewisseling gehouden op verzoek van
de Franse delegatie (7128/08).
9959/08 (Presse 149) 11
L
5.VI.2008
DIVERSE
De Raad heeft nota genomen van informatie over de volgende punten:
Ontwerp verordening betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met
betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie
en onderhoudsinformatie (5127/08)
Het voorzitterschap heeft informatie verstrekt over de stand van zaken met betrekking tot dit
voorstel (10094/08).
Doel van de ontwerp verordening, die in december van vorig jaar door de Commissie is ingediend,
is geharmoniseerde voorschriften voor de constructie van zware bedrijfsvoertuigen vast te stellen
teneinde de goede werking van de interne markt te waarborgen en tegelijkertijd te zorgen voor een
hoog niveau van milieubescherming wat emissies in de atmosfeer betreft.
Het dossier zal tijdens het volgende voorzitterschap verder worden besproken, in samenwerking
met het Europees Parlement.
Bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (6297/07)
Het voorzitterschap heeft de Raad geïnformeerd over het op 21 mei 2008 met het Europees
Parlement in eerste lezing bereikte akkoord over het voorstel voor een richtlijn inzake de
bescherming van het milieu door middel van het strafrecht.
Zodra deze tekst door beide instellingen formeel is aangenomen, zal de richtlijn een minimale reeks
handelingen vaststellen die in de gehele EU als misdrijven moeten worden beschouwd als zij
onwettelijk en opzettelijk of ten minste uit grove nalatigheid worden begaan. Aanzetten tot en
medeplichtigheid aan deze handelingen zal eveneens als een misdrijf worden beschouwd.
Vergaderingen in het kader van het Verdrag inzake biologische diversiteit en het Protocol van
Cartagena inzake bioveiligheid (Bonn, 12 tot en met 30 mei 2008)
De Raad heeft nota genomen van de informatie van het voorzitterschap (10274/08) en van de
Commissie (10274/08 ADD1) over het resultaat van de 9e gewone vergadering van de Conferentie
van de partijen (COP 9) bij het Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD) en van de 4e vergade
ring van de Conferentie van de partijen die als vergadering van de partijen bij het Protocol van
Cartagena inzake bioveiligheid fungeert (COP MOP 4).
9959/08 (Presse 149) 12
L
5.VI.2008
Vergadering in het kader van het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grens
overschrijdend verband (Boekarest, 19 21 mei 2008)
De Roemeense delegatie heeft de Raad geïnformeerd over de 4e vergadering van de partijen bij het
Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (10218/08).
Vooruitgang in verband met de routekaart van Bali
De Raad heeft nota genomen van de informatie van het voorzitterschap en de Commissie
(10207/08) over de huidige internationale situatie met betrekking tot het actieplan van Bali voor een
integratief onderhandelingsproces, dat tegen eind 2009 tot een brede mondiale overeenkomst over
de klimaatregeling voor de periode na 2012 moet leiden.
Resultaten van de Conferentie "Bridging the gap" (Portoroz, 14 16 mei 2008) (9930/08)
De Raad heeft nota genomen van de resultaten van deze conferentie, waar conclusies werden
bereikt op drie belangrijke gebieden. Ten eerste moeten er dringend maatregelen worden genomen
om de snelle milieuveranderingen af te remmen, hetgeen een ommezwaai in de ontwikkeling en
planning van het economisch en het sociaal beleid inhoudt. Ten tweede moet het milieu centraal
staan in de economische besluitvorming, waarbij zowel particuliere als openbare instellingen
verplichtingen op zich moeten nemen en de integratie van de activiteiten en sectoren en de
verbanden daartussen moeten worden verbeterd. Ten derde is een betere communicatie tussen
wetenschappers, beleidsmakers, politici, bedrijven en het maatschappelijk middenveld van vitaal
belang opdat openbare informatie en gegevens vanuit sociaal en economisch oogpunt volledig
kunnen worden geëxploiteerd, een uitgebreide nieuwe ecohandelseconomie kan worden
gefaciliteerd en de ontwikkelingslanden ervan kunnen worden overtuigd dat het model dat de
ontwikkelde wereld welvaart heeft gebracht, onhoudbaar is en dat er dus in de toekomst een andere
weg moet worden ingeslagen.
Actieprogramma voor de uitvoering van de territoriale agenda van de EU
De Raad heeft nota genomen van de informatie van het Sloveense voorzitterschap over de aanvang
van de uitvoering van de territoriale agenda van de EU en het eerste actieprogramma daarvan
(9932/1/08).
Duurzame productie en consumptie
De Commissie heeft informatie verstrekt over de lopende voorbereiding van het actieplan inzake
duurzame productie en consumptie.
9959/08 (Presse 149) 13
L
5.VI.2008
A DERE GOEDGEKEURDE PU TE
MILIEU
In en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen
De Raad heeft een verordening betreffende de in en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen
aangenomen ter verbetering van de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu op
internationaal niveau en in het bijzonder in de ontwikkelingslanden (3604/08).
Deze verordening stelt de voorwaarden voor de in en uitvoer van bepaalde chemische stoffen in en
uit de EU vast. Ze geeft ook uitvoering aan het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met
betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke
chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel.
De verordening voorziet in drie verschillende procedures die de exporteurs en de nationale autori
teiten moeten toepassen, afhankelijk van de status van de betrokken chemische stof:
de procedure voor kennisgeving van uitvoer moet worden toegepast voor gevaarlijke
chemische stoffen die in de EU verboden of aan strenge beperkingen onderworpen zijn,
maar niet in aanmerking komen voor kennisgeving in het kader van het Verdrag;
het voorschrift inzake uitdrukkelijke toestemming van het invoerende land voorafgaand
aan de uitvoer geldt voor gevaarlijke chemische stoffen die voor kennisgeving in
aanmerking komen, maar nog niet onder het Verdrag vallen en
de volledige Verdragsprocedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toe
stemming moet worden toegepast ten aanzien van chemische stoffen die onder het Verdrag
vallen. Tot dusver gaat het om 39 chemische stoffen, maar dat aantal zal naar verwacht
toenemen.
Deze verordening is in het kader van de medebeslissingsprocedure van de Raad en het Europees
Parlement in eerste lezing goedgekeurd.
9959/08 (Presse 149) 14
L
5.VI.2008
Walvissen
De Raad heeft een besluit aangenomen tot vaststelling van het communautaire standpunt met het
oog op het handhaven van de instandhoudingsmaatregelen voor walvissen, waarover een besluit zal
worden genomen in de volgende vergadering van de Internationale Commissie voor de Walvisvaart
(IWC).
De IWC is de organisatie die op mondiaal niveau bevoegd is voor de instandhouding en het beheer
van de walvisbestanden. Ze is opgericht bij het in 1946 ondertekende Verdrag tot regeling van de
walvisvangst.
Momenteel zijn eenentwintig lidstaten van de EU partij bij het ICRW 1. De Europese Gemeenschap
heeft de status van waarnemer in de IWC.
De 60e vergadering van de IWC zal in juni 2008 in Santiago, Chili, plaatsvinden.
De commerciële walvisvangst is in 1986 opgeschort op grond van een moratorium dat door de
meeste in de IWC vertegenwoordigde landen is goedgekeurd.
I TER E MARKT
Typegoedkeuring van motorvoertuigen
De Raad heeft besloten zich niet te verzetten tegen de aanneming door de Commissie van een
verordening en een richtlijn tot uitvoering en wijziging van de voorschriften betreffende de
typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen en
bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie en onderhoudsinformatie.
1 België, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije,
Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije,
Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden.
9959/08 (Presse 149) 15
L
5.VI.2008
Overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van de EU kan de Raad bezwaar maken
tegen de aanneming van wetgevingsbesluiten van de Commissie, met als argument dat
de voorgestelde maatregelen de uitvoeringsbevoegdheden waarin het basisbesluit voorziet,
overschrijden;
zij niet verenigbaar zijn met het doel of de inhoud van het basisbesluit; of dat
zij niet stroken met het subsidiariteits of het evenredigheidsbeginsel.
Dat houdt in dat, tenzij het Europees Parlement er bezwaar tegen maakt, de Commissie de
voorgestelde wetgevingsbesluiten kan aannemen.
9959/08 (Presse 149) 16
L
---- --
Raad van de Europese Unie