-Economische en Financiële Zaken:
PERSMEDEDELING 2872e zitting van de Raad Economische en Financiële Zaken Luxemburg, 3 juni 2008 :
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ecofin/101451.pdf (
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft beschikkingen aangenomen tot afsluiting van de buitensporigtekortprocedures die
hij in 2004 en 2005 jegens Tsjechië, Italië, Portugal en Slowakije had geopend, nu deze landen
hun begrotingstekort onder de in het stabiliteits en groeipact van de EU vastgestelde
maximumdrempel van 3% van het bruto binnenlands product (BBP) hebben gebracht.
Terwijl drie jaar geleden tegen een meerderheid van de lidstaten een buitensporigtekortprocedure
liep, blijven er na deze besluiten nog maar twee procedures open. u Italië en Portugal hun tekort
hebben verlaagd, vertoont geen van de 15 leden van de eurozone nog een buitensporig tekort.
Wat Slowakije betreft, is de sluiting van de buitensporigtekortprocedure een noodzakelijke
voorwaarde voor de aanneming van de euro als munt per 1 januari 2009, zoals voorgesteld door
de Commissie. Daarom heeft de Raad de vorderingen van Slowakije bij de vervulling van de
convergentiecriteria beoordeeld.
Het daartoe strekkende voorstel zal aan de staatshoofden en regeringsleiders worden voorgelegd
ter bespreking in een Raadszitting in de marge van de Europese Raad op 21 en 22 juni.
De Raad heeft ook conclusies aangenomen over de clearing en afwikkeling van effectentransacties
en over schadelijke belastingconcurrentie.
10014/08 (Presse 152) 2
L
3.VI.2008
I HOUD1
DEEL EMERS..................................................................................................................................4
BESPROKE PU TE
BUITENSPORIGTEKORTPROCEDURE SLUITING VAN VIER PROCEDURES ....................6
Tsjechië, Italië, Portugal en Slowakije.................................................................................................6
ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE .......................................................................................7
CONVERGENTIEVERSLAGEN.......................................................................................................8
ONTWIKKELINGEN VAN DE VOEDSELPRIJZEN ......................................................................9
CLEARING EN AFWIKKELING VAN EFFECTEN Conclusies van de Raad............................10
VERZEKERINGEN DE SOLVABILITEIT VAN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN.......11
BANKWEZEN DEPOSITOGARANTIESTELSEL.......................................................................12
BTW BEHANDELING VAN VERZEKERINGS EN FINANCIELE DIENSTEN.......................13
ALGEMENE REGELING INZAKE ACCIJNS................................................................................14
SCHADELIJKE BELASTINGCONCURRENTIE GEDRAGSCODE conclusies van de
Raad...................................................................................................................................................15
DIVERSEN........................................................................................................................................16
BIJEENKOMSTEN IN DE MARGE VAN DE RAAD....................................................................17
A DERE GOEDGEKEURDE PU TE
FISCALE AA GELEGE HEDE
Portugal Accijnstarief voor in Madeira geproduceerd bier................................................................................. 18
O TWIKKELI GSSAME WERKI G
Voedselhulpverdrag............................................................................................................................................... 18
1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
10014/08 (Presse 152) 3
L
3.VI.2008
DEEL EMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België
de heer Didier REYNDERS vice eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen
Bulgarije:
de heer Plamen Vassilev ORESHARSKI minister van Financiën
Tsjechische Republiek
de heer Tomás ZÍDEK onderminister van Financiën
Denemarken:
de heer Lars Løkke RASMUSSEN minister van Financiën
Duitsland:
de heer Thomas MIROW Staatssecretaris, ministerie van Financiën
Estland
de heer Raul MÄLK Permanent Vertegenwoordiger
Ierland
de heer Brian LENIHAN minister van Financiën
Griekenland
de heer Georgios ALOGOSKOUFIS minister van Economische Zaken en Financiën
Spanje
de heer Carlos BASTARRECHE SAGÜES Permanent Vertegenwoordiger
Frankrijk
mevrouw Christine LAGARDE minister van Economische Zaken, Financiën en
Werkgelegenheid
Italië
de heer Giulio TREMONTI minister van Economische Zaken en Financiën
Cyprus:
de heer Nicholas EMILIOU Permanent Vertegenwoordiger
Letland
de heer Atis SLAKTERIS minister van Financiën
Litouwen
mevrouw Valentinas MILTIENIS viceminister van Financiën
Luxemburg
de heer Jean Claude JUNCKER minister president, minister van staat, minister van
Financiën
de heer Jeannot KRECKÉ minister van Economische Zaken, Buitenlandse Handel en
Sport
Hongarije:
de heer János VERES minister van Financiën
Malta:
de heer Tonio FENECH minister van Financiën, Economie en Investering
ederland
de heer Wouter BOS minister van Financiën, viceminister president
Oostenrijk:
de heer Wilhelm MOLTERER vice kanselier en minister van Financiën
Polen
de heer Jacek DOMINIK staatssecretaris, ministerie van Financiën
Portugal:
de heer Fernando TEIXEIRA DOS SANTOS minister van Staat, minister van Financiën
Roemenië
de heer Varujan VOSGANIAN minister van Economie en Financiën
10014/08 (Presse 152) 4
L
3.VI.2008
Slovenië
de heer Andrej BAJUK minister van Financiën
de heer Ziga LAVRIC Staatssecretaris, ministerie van Financiën
Slowakije
de heer Ján POCIATEK minister van Financiën
Finland:
de heer Jyrki KATAINEN viceminister president, minister van Financiën,
Zweden
de heer Anders BORG minister van Financiën
Verenigd Koninkrijk
mevrouw Yvette COOPER eerste secretaris van de Schatkist
Commissie
de heer Joaquin ALMUNIA lid
de heer László KÓVACS lid
de heer Charlie McCREEVY lid
Overige deelnemers:
de heer Lucas PAPADEMOS vice president van de Europese Centrale Bank
de heer Philippe MAYSTADT president van de Europese Investeringsbank
de heer Xavier MUSCA voorzitter van het Economisch en Financieel Comité
de heer Christian KASTROP voorzitter van het Comité voor de economische politiek
10014/08 (Presse 152) 5
L
3.VI.2008
BESPROKE PU TE
BUITE SPORIGTEKORTPROCEDURE SLUITI G VA VIER PROCEDURES
Tsjechië, Italië, Portugal en Slowakije
De Raad heeft overeenkomstig artikel 104, lid 12, van het Verdrag beschikkingen aangenomen tot
intrekking van de beschikkingen die hij in 2004 en 2005 overeenkomstig artikel 104, lid 6, had
genomen betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Tsjechië, Italië, Portugal en
Slowakije (docs 9590/08, 9587/08, 9588/08 + 9589/08).
Deze vier landen hebben hun begrotingstekort immers onder de in het Verdrag vastgestelde drempel
van 3% van het bruto binnenlands product (BBP) gebracht.
Voor bijzonderheden, zie persmededeling 10127/08.
Terwijl in mei 2005 tegen een meerderheid van de lidstaten een buitensporigtekortprocedure liep,
blijven er na deze beschikkingen nog maar twee procedures open. Nu Italië en Portugal hun tekort
hebben verlaagd, vertoont geen van de 15 leden van de eurozone nog een buitensporig tekort.
Wat Slowakije betreft, is de sluiting van de buitensporigtekortprocedure een noodzakelijke
voorwaarde voor de aanneming van de euro als munt per 1 januari volgend jaar, zoals voorgesteld
door de Commissie (zie blz. 8).
10014/08 (Presse 152) 6
L
3.VI.2008
ECO OMISCHE E MO ETAIRE U IE
De Raad heeft nota genomen van de presentatie door de Commissie van een mededeling met als
titel "Tien jaar Economische en Monetaire Unie: successen, knelpunten en nieuwe uitdagingen"
(doc. 9385/08) en heeft daarover een gedachtewisseling gehouden.
Hij hechtte ook zijn goedkeuring aan een brief met de samenvatting van de besprekingen, die de
voorzitter aan de voorzitter van de Europese Raad zal toezenden
Op 2 mei 1998 hebben de Europese leiders het historische besluit genomen om de euro, de
eenheidsmunt van de EU, in te voeren. De Europese Centrale Bank is in juni 1998 opgericht en
sedertdien is de eurozone uitgebreid van 11 tot 15 landen. Tien jaar later is de euro duidelijk een
eclatant succes, hoewel de Commissie van mening is dat de oorspronkelijke verwachtingen op een
aantal punten nog niet geheel uitgekomen zijn.
In haar mededeling wijst de Commissie op een aantal problemen waarmee de Economische en
Monetaire Unie (EMU) geconfronteerd wordt.
De Raad heeft nota genomen van het standpunt van de Commissie en is overeengekomen de werk
zaamheden de komende maanden voort te zetten.
10014/08 (Presse 152) 7
L
3.VI.2008
CO VERGE TIEVERSLAGE
De Raad heeft van gedachten gewisseld over verslagen van de Commissie en de Europese Centrale
Bank over de tien niet euro lidstaten met een afwijking1, en heeft zich gebogen over de vooruitgang
die zij hebben geboekt bij de vervulling van de EU convergentiecriteria en bij de nakoming van hun
verplichtingen ten aanzien van de economische en monetaire unie (docs 9384/08 en 9117/08).
Hij nam tevens nota van een presentatie door de Commissie van een voorstel voor een besluit van
de Raad dat Slowakije in staat moet stellen vanaf 1 januari 2009 lid te worden van de eurozone.
Wat het voorstel betreffende Slowakije betreft, hechtte de Raad zijn goedkeuring aan de tekst van
een brief van zijn voorzitter voor de staatshoofden/regeringsleiders, met het oog op hun bespreking
van deze aangelegenheid in een zitting van de Raad in de marge van de Europese Raad op 19 en
20 juni. Naar verwacht zal tijdens de zitting van de Raad van 8 juli een besluit worden genomen.
Vijftien van de 27 lidstaten van de EU hebben thans de euro als munt: België, Cyprus, Duitsland,
Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Portugal,
Slovenië en Finland. In twaalf van deze landen werden op 1 januari 2002 eurobiljetten en munten
ingevoerd; in Slovenië gebeurde dit op 1 januari 2007 en in Cyprus en Malta op 1 januari 2008.
1 Het gaat om Bulgarije, de Tsjechische Republiek, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije,
Polen, Roemenië, Slowakije en Zweden. (Denemarken en het Verenigd Koninkrijk hebben
niet de wens uitgesproken de euro aan te nemen).
10014/08 (Presse 152) 8
L
3.VI.2008
O TWIKKELI GE VA DE VOEDSELPRIJZE
De Raad heeft van gedachten gewisseld over de recente stijging van de voedselprijzen met het oog
op een verdere bespreking tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad op 19 en 20 juni.
Hij hechtte ook zijn goedkeuring aan een brief met de samenvatting van de besprekingen, die aan de
voorzitter van de Europese Raad zal worden toegezonden.
De Europese Raad zal de stijging van de voedselprijzen beoordelen en de beleidsimplicaties ervan
bespreken, met name de mogelijke gevolgen voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het
ontwikkelingsbeleid, de handelspolitiek, het energiebeleid en de klimaatverandering.
De wereldeconomie heeft de jongste jaren af te rekenen met een explosie van de grondstoffen
prijzen. Na dertig jaar daling van de wereldvoedselprijzen in reële termen is de trend in 2006
omgeslagen, hoewel de voedselprijzen vandaag gemiddeld nog steeds lager liggen dan in de jaren
tachtig. De prijzen van tarwe en zuivelproducten zijn tussen september 2006 en februari 2008 in
Europa met 96% respectievelijk 30% gestegen. Het effect van de inflatie verschilt per lidstaat.
De stijging van de voedselprijzen is hoofdzakelijk te wijten aan factoren buiten de EU, waaronder
de stijging van de mondiale vraag die vooral samenhangt met hogere inkomens in opkomende
economieën, zoals China en India, gekoppeld aan het effect van de groei van de wereldbevolking.
Hogere olie en energieprijzen zorgen voor een stijging van de inputkosten in de landbouw en
leiden tot hogere kosten voor vervoer en be en verwerking van levensmiddelen, terwijl de
productie van biobrandstoffen een verschuiving van het aanbod van voedselgewassen naar
energiegewassen meebrengt. Tijdelijke factoren aan de aanbodzijde hebben de trend versterkt.
De Raad uitte zijn bezorgdheid over de aanhoudende stijging van de olieprijzen en heeft manieren
besproken om de maatschappelijke en economische gevolgen ervan op te vangen. Hij onderstreepte
de noodzaak om energie efficiëntie en alternatieve energiebronnen te bevorderen, de oliemarkten
transparanter te maken, te zorgen voor concurrentie op de energiemarkten en de dialoog met de
olieproducerende landen te intensiveren.
Hij bevestigde de afspraak die in september 2005 in Manchester tijdens een informele bijeenkomst
van de ministers is gemaakt dat verstorende fiscale en andersoortige beleidsinterventies moeten
worden vermeden, aangezien zij een hindernis vormen voor de noodzakelijke aanpassingen door de
economische actoren. Eventuele maatregelen om de effecten van hogere olieprijzen op de armere
delen van de bevolking te verzachten, moeten gericht zijn en voor de korte termijn worden genomen
en mogen geen verstorende effecten met zich brengen.
De Raad heeft de Commissie aangespoord de ontwikkeling van grondstofgerelateerde markten
verder te bestuderen en na te denken over beleidsmaatregelen om de prijsvolatiliteit te beperken
10014/08 (Presse 152) 9
L
3.VI.2008
CLEARI G E AFWIKKELI G VA EFFECTE Conclusies van de Raad
De Raad heeft conclusies aangenomen over de clearing en afwikkeling van effectentransacties, naar
aanleiding van de besprekingen door de ministers op een informele bijeenkomst in Brdo bij
Llubljana op 4 en 5 april.
In deze conclusies wordt bekeken hoe ver het staat met vier afzonderlijke voorstellen om de
fragmentering van de Europese effectentransactieverwerkende sector aan te pakken die momenteel
volgens een door de Raad in november 2006 vastgesteld tijdpad worden besproken:
· een gedragscode voor clearing en afwikkeling die door de Commissie wordt gepromoot en door
het bedrijfsleven wordt uitgevoerd;
· het TARGET2 Effecten project voor de afwikkeling in centralebankgeld van effectentransacties
in euro's, dat uitgaat van de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de
eurozone;
· het opheffen van de technische belemmeringen voor de integratie van de effectenmarkten, die in
het zogenaamde Giovannini rapport1 zijn beschreven en waaraan momenteel wordt
verdergewerkt in de raadgevende groepen van de Commissie;
· de voltooiing van de werkzaamheden betreffende de veiligheid en soliditeit van Europese trans
actieverwerkingsregelingen op basis van vroegere concept normen voor clearing en afwikkeling
van effecten die zijn opgesteld door het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) en het
Comité van Europese effectenregelgevers (CEER).
De conclusies van de Raad staan in document 9720/08.
1 De in 1996 opgerichte Giovannini groep onder leiding van Alberto Giovannini (president
van Unifortune Asset Management SGR) adviseert de Commissie in verband met
inefficiënties van de financiële markten in de EU en maatregelen om de marktintegratie te
verbeteren. Over clearing en afwikkeling heeft de groep twee rapporten opgesteld
(november 2001 en april 2003).
10014/08 (Presse 152) 10
L
3.VI.2008
VERZEKERI GE DE SOLVABILITEIT VA VERZEKERI GSMAATSCHAPPIJE
De Raad heeft op basis van een verslag van het voorzitterschap (doc. 9673/1/08 REV 1) nota
genomen van de voortgang met betrekking tot het voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van
nieuwe solvabiliteitsregels voor verzekeringsmaatschappijen ("Solvabiliteit II").
De voorstel heeft ten doel een nieuw kader te creëren voor de regelgeving en het toezicht op EU
niveau in de verzekeringssector. Het wordt tevens aangegrepen om 13 bestaande verzekerings
richtlijnen tot één enkele wetgevingstekst te herschikken. Hiermee wordt een grotere integratie van
de EU verzekeringsmarkt, een betere bescherming van verzekeringnemers en begunstigden, een
versterking van het concurrentievermogen van EU verzekeraars en herverzekeraars, en het
bevorderen van een betere regelgeving in de verzekeringssector beoogd.
Sedert het laatste voortgangsverslag, dat in december aan de Raad is voorgelegd, is het aantal
bepalingen waaraan nog veel moet worden gewerkt sterk verminderd en het voorzitterschap is een
gedachtewisseling begonnen met vertegenwoordigers van het Europees Parlement.
Vooral het toezicht op verzekeringsgroepen die in verschillende lidstaten werkzaam zijn leverde
discussiestof op wegens de innovatieve aanpak ervan in het Commissievoorstel, de diversiteit van
de omstandigheden in de lidstaten en de uiteenlopende visies op de bescherming van de
verzekeringnemers. Andere aangelegenheden waarvoor de besprekingen nog niet afgerond zijn,
omvatten de behandeling van het aandelenrisico, het minimumkapitaalvereiste, reserves en
deelnemingen.
10014/08 (Presse 152) 11
L
3.VI.2008
BA KWEZE DEPOSITOGARA TIESTELSEL
De Raad heeft een oriënterend debat gehouden over de werking van depositogarantiestelsels en de
rol die zij spelen in het garanderen van financiële stabiliteit, vooral voor de banksector.
Naar verwacht zal de Commissie in september hierover een rapport presenteren dat als uitgangspunt
zal dienen voor een gerichter debat later in het jaar.
Depositogarantiestelsels helpen paniekreacties bij de depositohouders te voorkomen wanneer een
bank moeilijkheden ondervindt of het vertrouwen van het publiek verliest. Het Forum voor
financiële stabiliteit, een internationaal forum van centrale banken, toezichthoudende autoriteiten,
nationale ministeries en internationale financiële instellingen heeft, in het licht van de recente
moeilijkheden in de banksector, aanbevolen de depositogarantiestelsels opnieuw te bekijken. Op het
niveau van de EU is de kernvraag of er reden is gemeenschappelijke beginselen uit te werken en/of
het regelgevingskader ter versterken.
Overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG moeten de lidstaten ervoor zorgen dat er een of meerdere
depostitogarantiestelsels zijn die deposito's voor minimaal 20.000 binnen drie maanden kunnen
vergoeden wanneer een bank niet in staat is deposito's terug te betalen. Het stelsel moet door de
banken zelf worden bekostigd, maar de richtlijn harmoniseert de financieringswijzen niet.
Zij laat de lidstaten keuze bij de toepassing van de regels, waardoor de stelsels in de gehele EU
aanzienlijk verschillen. De belangrijkste verschillen hebben betrekking op de taakverdeling tussen
de overheden en de particuliere sector, de criteria voor uitbetaling, de soorten gedekte deposito's,
het aan de klanten geboden beschermingspeil en de financiering van het stelsel.
10014/08 (Presse 152) 12
L
3.VI.2008
BTW BEHA DELI G VA VERZEKERI GS E FI A CIELE DIE STE
De Raad heeft nota genomen van een voortgangsverslag van het voorzitterschap over een voorstel
voor een richtlijn betreffende de btw behandeling van verzekerings en financiële diensten
(doc. 9929/08).
Hij heeft het inkomende voorzitterschap verzocht op de gemaakte vorderingen voort te bouwen en
voor het einde van het jaar verslag te doen aan de Raad.
Het voorstel beoogt de definities en regels voor verzekerings en financiële diensten die vrijgesteld
zijn van btw te verduidelijken en te updaten om de marktdeelnemers en belastingdiensten meer
rechtszekerheid te bieden en de administratieve lasten en het effect van verborgen btw op de kosten
van dienstverleners te beperken. De bestaande definities zijn in de jaren 1970 vastgesteld en hebben
geleid tot een verschillende uitlegging door de lidstaten
Het voorstel strekt tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke
BTW stelsel. Het hangt nauw samen met een voorstel voor een verordening tot vaststelling van
maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de behandeling van verzekerings
en financiële diensten.
10014/08 (Presse 152) 13
L
3.VI.2008
ALGEME E REGELI G I ZAKE ACCIJ S
De Raad heeft nota genomen van een voortgangsverslag van het voorzitterschap over het voorstel
voor een richtlijn houdende een algemene regeling inzake accijns (doc. 9928/08).
Hij heeft het inkomende voorzitterschap verzocht op de gemaakte vorderingen voort te bouwen met
het oog op de spoedige aanneming van de richtlijn zodat een nieuw systeem voor het verkeer van en
de controle op accijnsgoederen zo spoedig mogelijk in werking kan treden.
Doel van het voorstel is een rechtsgrondslag te bieden voor een gemoderniseerd systeem voor
toezicht op het verkeer waarbij het begeleidende papieren document dat thans het basisinstrument is
voor de controle van het intracommunautaire accijnsgoederenverkeer, wordt vervangen door een
elektronische melding.
10014/08 (Presse 152) 14
L
3.VI.2008
SCHADELIJKE BELASTI GCO CURRE TIE GEDRAGSCODE conclusies van de
Raad
De Raad heeft nota genomen van een rapport van een groep die zich, op basis van de gedragscode,
bezighoudt met het uitbannen van schadelijke belastingconcurrentie in de EU.
Het rapport bevat een overzicht van de werkzaamheden van de groep sedert het begin van het jaar.
De gedragscode, die de belastingsregeling voor ondernemingen omvat, heeft betrekking op
maatregelen die de vestiging van bedrijven in de Gemeenschap op significante wijze beïnvloeden
(of kunnen beïnvloeden). De zogeheten gedragscodegroep is belast met het beoordelen van:
de "terugdraaiing" van als schadelijk beschouwde belastingmaatregelen (waarbij een
gunstige tariefbehandeling in één lidstaat ondernemingen van andere lidstaten aantrekt);
de bewaking van de standstill, dat wil zeggen de toezegging van de lidstaten geen nieuwe
schadelijke maatregelen te introduceren;
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"Met betrekking tot de gedragscode:
· verheugt de Raad zich over de door de Groep gedragscode (belastingregeling ondernemingen)
gemaakte vorderingen, zoals weergegeven in haar verslag (doc. 9633/08 FISC 56).
· verzoekt de Raad de Groep om de standstill en de uitvoering van de terugdraaiing te blijven
volgen en vóór het eind van het Franse voorzitterschap verslag uit te brengen aan de Raad.
· wijst de Raad op het belang van een akkoord over het toekomstige werkprogramma en verklaart
dat hij, uitgaande van de werkzaamheden van de groep, tijdens het Franse voorzitterschap op de
hangpunten zal terugkomen."
10014/08 (Presse 152) 15
L
3.VI.2008
DIVERSE
Werkprogramma's van de comités van toezichthouders
De voorzitter van de Raad deelde mede dat hij, naar aanleiding van de indiening van de werk
programma's voor 2008, een brief had ondertekend die is gericht aan elk van de comités van
toezichthouders van de EU, het Comité van Europese bankentoezichthouders, het Comité van
Europese toezichthouders op verzekeringen en bedrijfspensioenen en het Comité van Europese
effectenregelgevers.
10014/08 (Presse 152) 16
L
3.VI.2008
BIJEE KOMSTE I DE MARGE VA DE RAAD
Eurogroep
De ministers van de landen van de eurozone hebben op 2 juni in Frankfurt deelgenomen aan een
bijeenkomst ter gelegenheid van de viering van het tienjarige bestaan ven de Europese Centrale
Bank.
Jaarvergadering van de gouverneurs van de EIB
De ministers zijn in hun hoedanigheid van gouverneurs van de Europese Investeringsbank
bijeengekomen voor de jaarvergadering van de gouverneurs van EIB.
*
* *
Tijdens de lunch hebben de ministers de recente ontwikkelingen op de financiële markten
besproken en werden zij op de hoogte gebracht van de resultaten van de bijeenkomst van de
eurogroep van 2 juni.
10014/08 (Presse 152) 17
L
3.VI.2008
A DERE GOEDGEKEURDE PU TE
FISCALE AA GELEGE HEDE
Portugal Accijnstarief voor in Madeira geproduceerd bier
De Raad heeft een beschikking aangenomen waarbij Portugal wordt gemachtigd om voor in
Madeira geproduceerd bier een accijnstarief toe te passen dat lager is dan het normale nationale
tarief (7748/08).
De verlaging zal gelden voor brouwerijen met een totale jaarproductie van niet meer dan
300.000 hl. (Jaarlijkse productie boven 200.000 hl komt slechts voor het verlaagde tarief in
aanmerking voor zover het bier in Madeira wordt verbruikt).
De beschikking is bedoeld om de nadelen te compenseren die de brouwerijen in Madeira onder
vinden als gevolg van hun afgelegen locatie, de versnippering van het gebied en de beperkte
omvang van de lokale markten.
De machtiging geldt voor zes jaar.
O TWIKKELI GSSAME WERKI G
Voedselhulpverdrag
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan het positieve standpunt dat de Gemeenschap in de
voedselhulpcommissie van de Verenigde Naties zal innemen met betrekking tot de verlenging van
het VN voedselhulpverdrag tot en met 30 juni 2009.
Het Voedselhulpverdrag van 1999 zou normaliter eind juni aflopen.
In dit verdrag hebben de EU en andere donoren zich ertoe verbonden in het bijzonder aan de minst
ontwikkelde landen een vaste hoeveelheid levensmiddelen, vooral graan, te verstrekken.
10014/08 (Presse 152) 18
L
---- --
Raad van de Europese Unie