Jaarverslag 2006 Pensioen- en Uitkeringsraad
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
OHW-U-2842446
24 juni 2008
Ingevolge artikel 21 van de Wet op de Pensioen- en Uitkeringsraad bied
ik u hierbij het
Jaarverslag 2006 van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) aan.
De dalende tendens in het aantal nieuwe aanvragen om toegelaten te
worden tot één van de wetten voor oorlogsgetroffenen heeft zich in
2006 voortgezet. Het totale cliëntenbestand van de PUR neemt al langer
af en lag per 1 januari 2007 net onder 38.000 personen.
De totale programma-uitgaven zijn in 2005 met EUR 29,2 miljoen gedaald
ten opzichte van 2004 tot EUR 352 100 000. Deze daling wordt voor alle
wetten voor oorlogsgetroffenen getemperd door compensatie van de
inkomensafhankelijke premie in het kader van de nieuwe
zorgverzekeringswet. Bij de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers
1940 - 1945 (Wuv), de Wet buitengewoon pensioen 1940 - 1945, de Wet
buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers en de Wet
buitengewoon pensioen Indisch verzet speelde de afname van het
cliëntenbestand een belangrijke rol bij de daling van de
programma-uitgaven.
Het cliëntenbestand bij de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers
1940 - 1945 (Wubo) is in 2006 op hetzelfde niveau gebleven. Daarvan
ontvingen minder mensen een periodieke uitke-ring, terwijl meer mensen
de lagere vergoeding voor verbetering van levensomstandigheden - de
artikel 19-uitkering - ontvingen.
Ook op langere termijn moet een kwalitatief verantwoorde
dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen worden
gegarandeerd. Een door de daling in het cliëntenbestand kleiner
wordend uitvoeringsapparaat kan daarop een negatieve invloed hebben.
In 2006 is daarom het onderzoek voortgezet naar de mogelijkheid
werkzaamheden in het kader van de uitkeringsverzorging voor bestaande
cliënten van de Wuv en de Wubo over te dragen aan de Sociale
Verzekeringsbank (SVB). Tevens is in 2006 verdere vereen-voudiging in
de uitvoering voorbereid.
Naarmate de uitvoeringssystematiek eenvoudiger is zal de cliënt minder
worden belast met vragen die het recht op een pensioen of uitkering
betreffen en zal de SVB beter in staat zijn de toekomstige taak uit te
voeren.
Over de ontwikkelingen rond de overdracht van werkzaamheden aan de SVB
en de vereenvoudiging van het wettelijke stelsel informeer ik u
separaat.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker