abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
24 juni 2008 1
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGTL-2008/2997 VW-08-344
Onderwerp
passagiersrechten luchtvaart
Geachte voorzitter,
In uw brief van 29 mei 2008 met kenmerk VW-08-344 verzoekt u om afschrift van een
antwoord van mij op een schrijven van het bedrijf EUclaim van 15 april jl. gericht aan mijn
Ministerie.
Van het bedrijf EUclaim heb ik echter geen brief ontvangen. Wel is er op 15 april sprake
geweest van e-mail wisselingen tussen genoemd bedrijf en ambtenaren van mijn
departement. Dit gebeurt regelmatig, want tussen EUclaim en mijn ambtenaren bestaan
reguliere zakelijke contacten, net als met vele andere belanghebbenden in dit dossier. Op
uw verzoek doe ik u hierbij afschrift toekomen van de e-mail wisseling van 15 april j.l.
tussen EUclaim en mijn departement. Dit gebeurt met uitdrukkelijke instemming van
Euclaim.
Het schrijven van EUclaim dat u als afschrift hebt ontvangen, begint met wijzen op het feit
dat het bedrijf gegevens omtrent de punctualiteit op Schiphol beschikbaar heeft, zoals het
aantal vertragingen en annuleringen per luchtvaartmaatschappij. Het schrijven van
EUclaim wordt afgesloten met de melding dat het bedrijf zijn gegevens met mij wil delen.
In mijn brief van 10 april jl. met kenmerk VENW/IVW-2008/2485 heb ik u reeds gemeld
dat het aantal vertragingen en annuleringen van vluchten op Schiphol mij niet bekend is.
Vertragingen en annuleringen zijn ook niet in strijd met de wet. De taak van de
handhavende instantie, de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) is om te zorgen dat de
wet (i.c. Verordening (EG) 261/2004) wordt nageleefd. Dit betekent dat passagiers die
worden gedupeerd als gevolg van een instapweigering, een langdurige vertraging of een
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGTL-2008/2997
annulering, door de luchtvaartmaatschappijen worden behandeld conform de
Verordening.
Voor wat betreft de door EUclaim uitgesproken zorg dat er zou worden getalmd met de
uitvoering van de Verordening (EG) 261/2004 hecht ik eraan om U te bevestigen, zoals ik
reeds mondeling heb gedaan in het AO Transportraad, dat de Verordening volledig wordt
gehandhaafd, inclusief de elementen en interpretaties die door de EU Commissie in haar
zogenaamde "Q and A Paper" naar voren zijn gebracht, met één uitzondering.
Het enige onderdeel waarover onzekerheid bestond was het in Q&A Paper opgenomen
voorstel om de Verordening ook in derde landen toe te passen. Gelet op de bewoording
van art. 3, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening, de geschiedenis van de
totstandkoming van dat artikelonderdeel en de praktijk in andere EU-lidstaten heeft NL,
evenals veel andere EU-lidstaten, het niet extra-territoriaal toepassen van de Verordening
door een EU carrier nimmer als een overtreding aangemerkt. Op basis van nadere
discussie met de Commissie en de betrokken consumentenorganisaties is besloten een
meer strikte interpretatie te volgen.
Gelet op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur kan een dergelijke aanpassing
van het beleid niet zonder transitie gestalte krijgen. Temeer daar de carriers te kennen
hebben gegeven dat zij het voorlichtingsmateriaal voor hun personeel en voor de
passagiers zullen moeten aanpassen en ook hun bedrijfsvoering erop moeten afstemmen.
Overigens geldt ook voor de handhaving dat de nodige aanpassingen zullen moeten
worden gepleegd. Vandaar de genoemde transitieperiode tot 1 augustus 2008 voor alleen
dit onderdeel.
De EU Commissie, hiervan op de hoogte gesteld, heeft begrip getoond voor deze
handelswijze. De Commissie is zeer tevreden vanwege het feit dat Nederland vooralsnog
de enige lidstaat is die een duidelijke peildatum heeft vastgesteld voor dit onderdeel.
Benadrukt wordt, dat de betrokken datum alleen geldt voor de bestuursrechtelijke
handhaving. Het staat de partijen bij de vervoersovereenkomst vanaf de inwerkingtreding
van de Verordening vrij om een gerechtelijke uitspraak uit te lokken over de juiste uitleg
van de Verordening.
Tenslotte is aan EUclaim gevraagd of het in haar e-mail genoemde aanbod om haar
gegevens met de Minister te delen gebonden is aan condities of niet. EUclaim heeft
aangegeven dat naast de publiekelijk beschikbare informatie, bepaalde overzichten tegen
marktconforme voorwaarden geproduceerd kunnen worden. Hierover zal ik mij nader
beraden. Het in haar e-mail gedane aanbod om overleg te voeren en ervaringen uit te
wisselen neemt mijn Ministerie gaarne aan.
---
VENW/DGTL-2008/2997
Voor een verdere inhoudelijke reactie verwijs ik u naar mijn brief van 2 juni jl. met
kenmerk VENW/DGTL-2008/2183.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
cc. H. Noorderhaven, EUclaim, Brummen
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat