Rechtbank Maastricht
Vrijspraak kinderdoodslag
De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van moord, doodslag,
kindermoord c.q. -doodslag en dood door schuld.
Op 21 februari 2006 is tijdens schoonmaakwerkzaamheden in een koelkast
in de keuken van een legeringsgebouw van Afcent te Brunssum een
babylijkje aangetroffen. Dit babylijkje lag in een afgesloten lade van
de koelkast welke in 2003-2004 verhuurd was aan verdachte en daarna
door niemand anders zou zijn gebruikt.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de baby ongeveer twee jaar in dat
koelvak moet hebben gelegen.
De verdachte heeft bekend dat zij de moeder is van deze baby. Zij
heeft haar zwangerschap en bevalling geheim weten te houden. Zij is in
het legeringsgebouw alleen bevallen en is daarbij in een bad met warm
water gaan liggen. Verdachte heeft verklaard dat de baby, die in bad
werd geboren, niet bewoog en geen geluid maakte. Verdachte heeft de
baby enige tijd alleen in het water laten liggen alvorens zij het uit
het water heeft gehaald. Bij sectie kon geen eenduidige doodsoorzaak
meer worden vastgesteld.
De officier achtte met een beroep op artikel 82a van het Wetboek van
Strafrecht kinderdoodslag bewezen.
De raadsman bepleitte vrijspraak omdat niet vastgesteld kon worden of
de baby door handelingen van de verdachte was overleden en welke
oorzaak aan dat overlijden ten grondslag lag.
De rechtbank heeft geoordeeld - kort gezegd - dat ook bewezen moet
worden dat de dood van de baby het gevolg is van een handeling- of het
nalaten daarvan- door verdachte. In casu is niet vast te stellen of de
baby door de handelwijze van verdachte is overleden. De
patholoog-anatoom concludeert dat bij het pasgeboren meisje geen
anatomische doodsoorzaak aanwijsbaar is.
LJ Nummer
BD5264
Bron: Rechtbank Maastricht
Datum actualiteit: 24 juni 2008 Naar boven