Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad en Informele raad van 23 en 24 juni 2008
16 juni 2008 - kamerstuk
rectie Internationale Zaken
Di
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
IZ. 2008/1164 16 juni 2008
onderwerp bijlagen
Geannoteerde agenda Landbouw- en
Visserijraad en Informele van 23-24 juni
2008
Geachte Voorzitter,
Op 23 en 24 juni a.s. vindt in Luxemburg de volgende vergadering plaats van de Raad van
ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie. In deze brief informeer ik u
over de onderwerpen die op de agenda staan en de Nederlandse inzet daarbij.
De Raad zal spreken over een groot aantal visserijdossiers en mogelijk over het voorstel
voor een gewasbeschermingverordening aan de hand van een nieuw compromisvoorstel
van het voorzitterschap. Voorts zal de Raad aan de hand van een vragenlijst discussiëren
over de wetgevingsvoorstellen van de Commissie over de health check van het Gemeen-
schappelijk Landbouwbeleid (GLB). Onder diversen zullen de gevolgen van de hoge
brandstofprijzen voor de visserijsectoren de WTO-onderhandelingen worden behandeld.
Het is mogelijk dat er nog meerdere onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd of
worden uitgesteld tot een volgende vergadering.
Voorstel bestrijding illegale, niet gerapporteerde en niet - gereguleerde visserij
COM (2007)602
(Politiek akkoord)
Het Voorzitterschap streeft naar een politiek akkoord over het voorstel inzake de IUU
(Illegal, Unreported and Unregulated fishing)-visserij. Het voorstel van de Commissie
bevat een breed pakket aan maatregelen om IUU-visserij tegen te gaan. De controles in
Europese havens van vissersvaartuigen uit derde landen wordt aangescherpt. Alle
geïmporteerde vis moet voorzien zijn van een certificaat waaruit blijkt dat het om legaal
gevangen vis gaat. Ook wordt een sanctieregime voor IUU-vissers en hun vlaggenstaten
voorgesteld, wordt de verantwoordelijkheid van lidstaten voor hun onderdanen in de
strijd tegen IUU-visserij vergroot, wordt een communautair alarmsysteem opgezet en
wordt de uitvoerende taak van de Commissie uitgebreid. Het voorstel heeft voorts
betrekking op zowel derde landen als communautaire vaartuigen. Dit betekent dat naast
het regime van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid een apart systeem in het leven wordt
geroepen om IUU-activiteiten van communautaire vaartuigen te sanctioneren.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
16 juni 2008 IZ. 2008/1164 2
Ik ben positief over de groeiende aandacht wereldwijd voor het probleem van de IUU-
visserij. Illegale activiteiten staan een duurzame visserij in de weg. In het oriënterend
debat tijdens de Raad van april heb ik aangegeven dat moet worden gestreefd naar
proportionele en effectieve oplossingen, waarbij meer wordt aangesloten bij de bestaande
douanepraktijken en waarbij ook de sectoren zelf en de daarbij behorende handelsketens
verantwoordelijkheid toebedeeld krijgen in de bestrijding van de illegale visserij.
Tevens heb ik mij kritisch uitgelaten over de reikwijdte die ertoe leidt dat EU-vaartuigen
zowel onder de regels van de controleverordening als onder de IUU-verordening gaan
vallen.
In het nu ter tafel liggend compromis is rekening gehouden met de Nederlandse
opvattingen. Aansluiting is gezocht bij de douanepraktijken zoals het werken met risico-
analyses en ook de rol van de private sector bij de IUU-aanpak is vergroot. Tevens wordt
voorkomen dat EU-vissers zowel op basis van de controle verordening als in het kader van
IUU-aanpak worden gesanctioneerd.
Met uitzondering van het onderdeel inzake sanctionering ben ik positief over de tot nu
toe bereikte resultaten. Met betrekking tot harmonisering van sancties, welke naar mijn
opvatting eigenlijk thuishoren in de in voorbereiding zijnde controleverordening, is nog
geen overeenstemming bereikt. Ik ben van oordeel dat harmonisering van bepaalde
administratieve sancties, zoals het intrekken van de visvergunning, veel effectiever is dan
het stellen van communautaire regels over de hoogte van de boetes. Mijn inzet is erop
gericht dat besluitvorming hierover aansluit bij het kabinetsbeleid inzake (strafrechtelijke)
sancties in de eerste pijler van het EU-Verdrag.
Voorstel inzake visvergunningen voor Gemeenschapsvaartuigen en vaartuigen uit
derde landen
COM (2007)330
(Politiek akkoord)
Het Voorzitterschap streeft naar een politiek akkoord over het voorstel inzake uitgifte en
beheer van visserijvergunningen. Het voorstel betreft een algemene communautaire
regeling inzake vergunningen voor alle visserijactiviteiten van communautaire vaartuigen
buiten de communautaire wateren en voor vaartuigen uit derde landen in de gemeen-
schapswateren. Doel van het voorstel is de bestaande procedures van uitgifte en beheer te
vereenvoudigen en te verbeteren. Tevens wordt de algemene verdeling van bevoegd-
heden tussen Commissie en lidstaten geregeld. Naar mijn oordeel draagt het voorstel bij
aan de vereenvoudiging van regelgeving en leidt het tot meer transparantie. Op een
aantal onderdelen, zoals werkingsfeer en het zo optimaal mogelijk beheren van de
visserijmogelijkheden in de akkoorden met derde landen, moet nog overeenstemming
worden bereikt. Op hoofdlijnen ben ik positief over het ter tafel liggend voorstel.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
16 juni 2008 IZ. 2008/1164 3
Voorstel bescherming kwetsbare mariene ecosystemen in de volle zee
COM (2007)605
(Politiek akkoord/aanneming)
Het Voorzitterschap streeft naar aanneming door de Raad van het voorstel inzake
bescherming kwetsbare mariene ecosystemen in de volle zee tegen schadelijke bodem-
visserij. Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan de VN resolutie 61/105 ter
bescherming van kwetsbare diepzee ecosystemen tegen bodemberoerende visserij. Voor
de internationale wateren die niet door een Regionale Visserij Organisatie worden
beheerd, wordt de bodemberoerende visserij aan een vergunningplicht onderworpen.
Nederland heeft zich sterk gemaakt voor de afspraken in VN-verband en steunt het
voorstel van de Commissie. Over het voorstel bestaat grotendeels overeenstemming. Ten
aanzien van enkele voorwaarden, zoals de dieptegrens waaronder niet mag worden gevist
en de aanwezigheid van waarnemers op de schepen moet nog overeenstemming worden
bereikt. Een compromis zal naar mijn mening zo dicht mogelijk bij het Commissievoorstel
moeten liggen.
Voorstel sluiting Visserij Protocol met Mauritanië
COM(2008) 243
(Besluit)
De Raad van 14 april jl. heeft van gedachten gewisseld over de uitkomsten van de onder-
handelingen tussen de Gemeenschap en Mauritanië over het nieuwe visserijprotocol.
De Raad zal nu een besluit nemen over het voorstel met betrekking tot het met Mauritanië
overeengekomen nieuwe visserijprotocol voor de periode van 1 augustus 2008 tot 31 juli
2012. Doordat de visserijmogelijkheden in het huidige protocol onvoldoende benut
werden, zijn deze in het nieuwe protocol aanzienlijk gereduceerd. De financiële compen-
satie voor Mauritanië is in verband met deze reductie aangepast en het bedrag voor de
duurzame ontwikkeling van de visserijsector in Mauritanië is evenredig verhoogd.
De nieuwe afspraken met Mauritanië leiden voor de Nederlandse pelagische visserij
weliswaar tot geringere vangstmogelijkheden, maar bij volledige benutting hiervan
voorziet het protocol in een verhoging. Ik kan met het voorstel instemmen. Naar mijn
oordeel leiden de nieuwe afspraken, zeker met de grotere aandacht voor de ontwikkeling
van Mauritaanse visserijsector, tot een meer duurzame visserij.
Commissiemededeling inzake beleidsverklaring vangstmogelijkheden voor 2009
COM(2008) 331
(Gedachtenwisseling)
De Raad zal van gedachten wisselen over de pas uitgebrachte beleidsverklaring van de
Europese Commissie. Deze beleidsverklaring schetst in algemene bewoordingen de stand
van de bestanden in gemeenschapswateren, geeft aan met welke generieke spelregels de
vangstmogelijkheden voor 2009 zullen worden vastgesteld en gaat in op de activiteiten in
2008 in de aanloop naar de Raad van december. Ik acht deze beleidsverklaring een goede
basis voor de planning en start van de voorbereiding van de besluitvorming eind dit jaar.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
16 juni 2008 IZ. 2008/1164 4
(eventueel) Wijziging toegestane vangsthoeveelheid voor kabeljauw in Keltische Zee
In het licht van nieuwe wetenschappelijke inzichten zal de Raad mogelijk van gedachten
wisselen over een eventuele ophoging van de kabeljauw TAC in de Keltische Zee.
(eventueel) Gewasbeschermingverordening
(Politiek akkoord)
Mogelijk zal de Raad wederom discussiëren over de verordening van het Europees
Parlement (EP) en de Raad voor het op de markt brengen van gewasbeschermings-
middelen. In mei jl. heeft de Raad helaas geen akkoord kunnen bereiken over dit voorstel.
Het streven van het Voorzitterschap is een politiek akkoord te bereiken op dit dossier. Het
Voorzitterschap werkt nu aan een nieuwe compromisvoorstel dat op dit moment nog niet
beschikbaar is.
De Commissie heeft in juli 2006 een voorstel voor herziening van de gewasbescherming-
richtlijn 91/414/EEG gepresenteerd. De gewasbeschermingrichtlijn wordt vervangen door
een verordening die een classificatie kent van werkzame stoffen in vier klassen (basis-
stoffen, laag risicostoffen, normale stoffen en substitutiestoffen). In de verordening
worden op communautair niveau de criteria ter beoordeling van de veiligheid van de
toepasser, consument en milieu vastgelegd. Het gebruik van de stoffen mag geen
schadelijk effect tot gevolg hebben voor mens en dier en geen onaanvaardbare invloed op
het milieu. Voor de criteria ter goedkeuring van stoffen is door het Voorzitterschap een
compromistekst opgesteld, waarmee ik in kan stemmen.
Nieuw is de introductie van een zonale toelating van gewasbeschermingsmiddelen in de
lidstaten en de introductie van alternatieve toets voor toegelaten middelen gebaseerd op
substitutiestoffen. De EU wordt ingedeeld in drie klimaatzones. Nederland is ingedeeld in
de centrale zone (van Verenigd Koninkrijk tot en met Polen). De lidstaten zelf blijven
verantwoordelijk voor nationale toelating van gewasbeschermingsmiddelen, maar voor
middelen gebaseerd op stoffen met een laag en normaal risicoprofiel wordt een zonale
toelating met verplichte wederzijdse erkenning geïntroduceerd, wat inhoudt dat
Nederland een toelating van een ander land in dezelfde zone moet overnemen.
Ik ben verheugd dat de huidige compromistekst van het Voorzitterschap tegemoet komt
aan mijn eerdere bezwaren tegen het oorspronkelijke Commissievoorstel van zonale
toelating. Ik zag toentertijd liever meer ruimte voor lidstaten om hun nationale specifieke
omstandigheden mee te nemen in de besluitvorming over de toelating. Binnen het
systeem van de zonale indeling hebben lidstaten in de huidige compromistekst van het
Voorzitterschap alle ruimte hiervoor gekregen.
De mogelijkheid voor een voorlopige toelating verdwijnt. De terugverdientijd voor de
industrie wordt hiermee ingekort. Ik heb daarom eerder gepleit voor handhaving van de
mogelijkheid van voorlopige toelating en ben blij dat in het huidige compromis die
mogelijkheid weer wordt geïntroduceerd. Ik wil waken voor verlies van de terugverdien-
tijd voor de industrie en de mogelijke negatieve consequenties in de vorm van
verminderde belangstelling voor de ontwikkeling van nieuwe gewasbeschermings-
middelen die daarvan uitgaat. De huidige compromistekst van het Voorzitterschap komt
hieraan tegemoet.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
16 juni 2008 IZ. 2008/1164 5
Als de beoordeling voor goedkeuring van de werkzame stof na 30 maanden nog niet is
afgerond, mogen lidstaten conform de voorzitterschaptekst een middel weer voor
maximaal 3 jaar voorlopig toelaten.
De regels voor dataprotectie worden vereenvoudigd. Dataprotectie bij herbeoordeling van
het dossier is opnieuw geïntroduceerd. De Commissie en enkele lidstaten hebben hier nog
bezwaren tegen. Nederland heeft steeds gepleit voor extra dataprotectie voor kleine
toepassingen. De huidige compromistekst van het Voorzitterschap komt mede op verzoek
van Nederland volledig tegemoet aan het punt van extra dataprotectie.
Lidstaten krijgen de mogelijkheid om een informatieplicht van buren en waterbeheerders
in te voeren. De coherentie tussen de Verordening en de Kaderrichtlijn over duurzaam
gebruik van pesticiden is, op aandringen van Nederland, nu opgenomen in een schakel-
bepaling.
Ik sta positief ten aanzien van het voorstel als het gaat om de poging om wetgeving in de
EU te harmoniseren en de administratieve lastendruk te verlagen. Ik ben van mening dat
de verordening er niet toe mag leiden dat het effectief pakket aan gewasbeschermings-
middelen (met name voor gebruik in kleine teelten) onder druk komt te staan, als gevolg
van de introductie van een alternatieve toets voor middelen met hoogrisico stoffen, het
intrekken van de voorlopige toelating en verminderde dataprotectie. Ook coherentie met
de Kaderrichtlijn voor duurzaam gebruik van pesticiden is een aandachtspunt. De huidige
voorzitterschaptekst komt tegemoet aan de bovengenoemde Nederlandse standpunten.
Health check
(Debat)
De Raad zal aan de hand van een vragenlijst van het Voorzitterschap voor de eerste maal
formeel discussiëren over de wetgevingsvoorstellen van de Commissie voor de health
check van het GLB. Ik ben van oordeel dat de Commissie een benadering kiest die goed
aansluit bij mondiale ontwikkelingen en de Nederlandse uitgangspunten. De beloning van
maatschappelijke prestaties via het GLB die het kabinet voorstaat, kan op basis van de
geschetste inzet van de Commissie langs verschillende sporen worden verwezenlijkt. Op
het gebied van de inkomenssteun ziet het kabinet veel aanknopingspunten om tot de in
het coalitieakkoord gewenste sterkere koppeling te komen tussen inkomenstoeslagen en
maatschappelijke waarden. Ook de voorstellen op het gebied van de afslanking van het
markt- en prijsbeleid passen binnen de gewenste benadering. Mijn inbreng in het debat
zal ik baseren op kabinetsstandpunt over de Mededeling van de Commissie over de health
check, zoals verwoord in mijn brief aan uw Kamer van 9 juni 2008. Het streven is om voor
het eind van het jaar tot een politiek akkoord te komen over deze voorstellen en de health
check af te ronden.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
16 juni 2008 IZ. 2008/1164 6
Diversen
a) Gevolgen van de hoge brandstofprijzen voor de visserijsector
(Informatie van het Voorzitterschap)
Het Voorzitterschap wenst onder dit agendapunt de actuele problematische situatie in de
visserijsector aan de orde te stellen die zich ten gevolge de hoge brandstofprijzen voor-
doet. Over de inhoud die het Voorzitterschap, en naar verwachting ook de Europese
Commissie, onder dit informatiepunt naar voren wil brengen, is op dit moment nog niets
bekend. Wel is het waarschijnlijk dat de Commissaris zal ingaan op de mogelijkheden die
het Europees Visserij Fonds biedt om de huidige problemen het hoofd te bieden.
b) WTO-onderhandelingen
(Stand van zaken)
Commissaris Fischer Boel zal de Raad een overzicht geven van de stand van zaken in de
WTO-onderhandelingen.
De Nederlandse inzet voor een succesvolle WTO-ronde blijft onverminderd. Ik steun de
inzet van de Commissie, die gericht is op een ambitieus en evenwichtig akkoord tussen en
binnen alle drie de WTO-pijlers (landbouw, industriële markttoegang, diensten), dat
rekening houdt met zowel de offensieve als de defensieve belangen en dat ook serieus
werk maakt van de ontwikkelingsdimensie van deze ronde. Zoals recentelijk in de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) is geconcludeerd, zal om tot een
dergelijk akkoord te komen nog het nodige werk in de onderhandelingen over de teksten
verzet moeten worden. Ik ben van mening dat de EU zich moet blijven inzetten op de
behandeling van non-trade concerns als dierenwelzijn en milieu. Bij de EU-keuze van
gevoelige producten moet rekening gehouden worden met een aantal dierenwelzijn-
gevoelige producten (pluimveevlees, eiproducten en varkensvlees) en uitfasering van
exportrestituties dient plaats te vinden op basis van budget en niet op basis van volume.
Ik steun de inzet van de Commissie om de reikwijdte van de bestaande vrijwaringsclausule
voor ontwikkelde landen te beperken en om de criteria van de groene box, die niet of
nauwelijks handelsverstorende steun vrijstelt van reductiemaatregelen, niet aan te
scherpen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit